L32: Interpunctie

9 Kruis het juiste antwoord aan en vul de ontbrekende leestekens aan.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

9 Kruis het juiste antwoord aan en vul de ontbrekende leestekens aan.

Slide 1 - Slide

L32: Interpunctie

Slide 2 - Slide

6. Plaats de aanhalingstekens en bijbehorende leestekens op de juiste plaats.
a. De leerkracht riep Stilte

Slide 3 - Open question

6. Plaats de aanhalingstekens en bijbehorende leestekens op de juiste plaats.
b. Morgen gaan we naar de bioscoop zei mama

Slide 4 - Open question

6. Plaats de aanhalingstekens en bijbehorende leestekens op de juiste plaats.
c. Margot vroeg oma breng je de taart mee

Slide 5 - Open question

6. Plaats de aanhalingstekens en bijbehorende leestekens op de juiste plaats.
d. Tina vraagt of ik mee ga shoppen.

Slide 6 - Open question

6. Plaats de aanhalingstekens en bijbehorende leestekens op de juiste plaats.
e. Heeft u beslist vroeg de winkelier wat het wordt

Slide 7 - Open question

6. Plaats de aanhalingstekens en bijbehorende leestekens op de juiste plaats.
f. Lena zei Als ik een slecht rapport heb kan ik het pretparkuitje wel vergeten

Slide 8 - Open question

6. Plaats de aanhalingstekens en bijbehorende leestekens op de juiste plaats.
g. Toen ik het bericht las dacht ik meteen daar gaan we weer.

Slide 9 - Open question

6. Plaats de aanhalingstekens en bijbehorende leestekens op de juiste plaats.
h. Misschien kom ik vanavond langs zei ik

Slide 10 - Open question

6. Plaats de aanhalingstekens en bijbehorende leestekens op de juiste plaats.
i. Emma vraagt wanneer het eten klaar is

Slide 11 - Open question

6. Plaats de aanhalingstekens en bijbehorende leestekens op de juiste plaats.
j. Ik denk dat ik niet meega antwoordde ik

Slide 12 - Open question

a Ik ga mijn nieuwe jas dragen op die rode trui ... of op de gele.
Er wordt een beletselteken gebruikt, omdat...
A
er twijfel rijst.
B
de zin onderbroken wordt.
C
de opsomming niet af is.

Slide 13 - Quiz

b. Op de menukaart van de Italiaan staan heel wat lekkere gerechten: spaghetti, lasagne, pizza ...
Er wordt een beletselteken gebruikt, omdat...
A
er twijfel rijst.
B
de zin onderbroken wordt.
C
de opsomming niet af is.

Slide 14 - Quiz

c. Ik wil wel graag meegaan al vrees ik dat het niet zal mogen.
In deze zin...
A
mag een puntkomma gebruikt worden.
B
mag geen puntkomma gebruikt worden.

Slide 15 - Quiz

d. Ik vraag me af of ze tevreden is met haar resultaat.
In deze zin...
A
moeten geen aanhalingstekens gebruikt worden.
B
moeten aanhalingstekens gebruikt worden.

Slide 16 - Quiz

e. Toen ik mijn rapport opensloeg, dacht ik dat wordt thuis ruzie.
In deze zin...
A
moeten geen aanhalingstekens gebruikt worden.
B
moeten aanhalingstekens gebruikt worden.

Slide 17 - Quiz

f. Ik vroeg Wil je mee naar de bioscoop?
In deze zin...
A
moeten geen aanhalingstekens gebruikt worden.
B
moeten aanhalingstekens gebruikt worden.

Slide 18 - Quiz

g. Ze is erg opdringerig wat ik niet leuk vind en vertelt alle geheimen door.
A
mogen geen gedachtestreepjes gebruikt worden.
B
mogen gedachtestreepjes gebruikt worden.

Slide 19 - Quiz

h. Ik behaalde 6/10 op de toets dat kan beter.
In deze zin...
A
mag een puntkomma gebruikt worden.
B
mag geen puntkomma gebruikt worden.

Slide 20 - Quiz

Ik heb examens voor wiskunde, Engels, aardrijkskunde ...
Er wordt een beletselteken gebruikt, omdat...
A
er twijfel rijst.
B
de zin onderbroken wordt.
C
de opsomming niet erg is.

Slide 21 - Quiz