Grammar: vragen do/does

Last time ...
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Last time ...

Slide 1 - Slide

Today ...
Vandaag gaan we ontkenningen (not) en vragen maken met het hulpwerkwoord do/does.


Slide 2 - Slide

Goal
Na deze les kun je vragen  en ontkenningen met 'to do' maken.

Slide 3 - Slide

Uitleg...Vragen met 'to do'

Geen vorm van to be (am/are/is/was/were), to have got of can?

Dan gebruik je do of does om een zin vragend te maken.


like chocolate.                                                 Do I like chocolate?

She likes chocolate.                                        Does she like chocolate?  


Bij de onderwerpen he/she/it gebruik je does !

Na do en does krijg je het hele werkwoord!

Slide 4 - Slide

________ you like pizza?

A
Do
B
Does

Slide 5 - Quiz

_________ she play tennis?
A
Do
B
Does

Slide 6 - Quiz

_______ they like chocolate?
A
Do
B
Does

Slide 7 - Quiz

_______ he live in London?
A
Do
B
Does

Slide 8 - Quiz

_______ your father have a red car?
A
Do
B
Does

Slide 9 - Quiz

________ these animals eat carrots?
A
Do
B
Does

Slide 10 - Quiz

Uitleg... Ontkenning met 'to do'

Geen vorm van to be (am/are/is/was/were), to have got of can?

Dan gebruik je don't of doesn't  om een zin ontkennend te maken.


like chocolate.                                                 I don't like chocolate?

She likes chocolate.                                        She doesn't like chocolate?  


Bij de onderwerpen he/she/it gebruik je doesn't!

Na don't en doesn't  krijg je het hele werkwoord!


Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Video

Are there questions?

Slide 14 - Slide

Maak de volgende zin ontkennend.
I work all day.

Slide 15 - Open question

Maak de volgende zin ontkennend
She works all day.

Slide 16 - Open question

Homework

Slide 17 - Slide

How did it go?
Doel: aan het eind van de les kunnen we een zin vragend en ontkennend maken met gebruik van het hulpwerkwoord do do.

Slide 18 - Slide

Ik kan nu de juiste vorm van to do toepassen in ontkennende en vragende zinnen.
A
ja
B
nee
C
een beetje
D
misschien

Slide 19 - Quiz

Great work!

Slide 20 - Slide