schoonmaak

Waarom schoonmaken?       

  • Hygiëne
  •  Veiligheid
  • Prettige sfeer
  • Voorkomen van vergiftigingen
  • Huishoudelijk schoon
  • Onderhoudsmiddelen zorgen voor beschermlaag 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Waarom schoonmaken?       

  • Hygiëne
  •  Veiligheid
  • Prettige sfeer
  • Voorkomen van vergiftigingen
  • Huishoudelijk schoon
  • Onderhoudsmiddelen zorgen voor beschermlaag 

Slide 1 - Slide

Les Hygiëne/  Schoonmaakmiddelen 
Aan het eind van deze les kan de  leerling: 
  • In eigen woorden uitleggen wat  de vier groepen schoonmaakmiddelen zijn
  • Het  juiste schoonmaakmiddel voor gebruik kiezen.

Slide 2 - Slide

Waar denk je aan als je het woord
SCHOONMAAKMIDDEL hoort?



Slide 3 - Mind map

Om het beste resultaat te bereiken bij schoonmaken moet je het juiste schoonmaakmiddel kiezen. Schoonmaakmiddelen kun je indelen in vier groepen:
  1. Reinigingsmiddelen
  2. Onderhoudsmiddelen 
  3. Desinfecteermiddelen 
  4. Oplosmiddelen 

Slide 4 - Slide

Schoonmaakmiddelen kun je indelen in vier groepen. Noteer deze vier groepen.

Slide 5 - Open question

Wat gebruik jij voor het schoonmaken van een vet fornuis?
A
Chloor
B
vetoplosser
C
Azijn
D
Glassex

Slide 6 - Quiz

Wat is de functie van onderhoudsmiddelen?
A
Dat materialen glanzen.
B
Dat materialen niet meer roesten.
C
Dat materialen geen bacterie meer bevatten.
D
Dat materialen een extra beschermlaagje krijgen.

Slide 7 - Quiz

Waar zorgen desinfecteermiddelen voor?
A
Dat alles schoon blijft
B
Dat alle vlekken worden verwijderd
C
Dat alles glanst
D
Dat de meeste micro-organismen gedood worden.

Slide 8 - Quiz

Is chloor een milieuvriendelijk schoonmaakmiddel?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Oplosmiddelen zijn gevaarlijk voor het milieu!
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Wat zijn voorbeelden van oplosmiddelen?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Wat weet jij nog van deze les?

Kennisvraag: Vertel wat de vier groepen schoonmaakmiddelen zijn?
Inzichtvraag: Welke schoonmaakmiddel zorgt voor het  ontstaan van irritatie op de huid/ogen? Hoe zou jij dit kunnen voorkomen? 
Toepassingsvraag: Stel als jij een huidallergie zou hebben, welke schoonmaakmiddel zou jij dan gebruiken? 

Slide 15 - Slide

Les 2: Schoonmaakregels!

Aan het eind van deze les kan de leerling:

 
 
In eigen woorden uitleggen wat de schoonmaakregels zijn van een bepaalde werkvolgorde.

Slide 16 - Slide

Waar denk je aan als je het woord
SCHOONMAAKREGEL hoort?

Slide 17 - Mind map

Dit zijn de volgende schoonmaakregels waaraan jij je moet houden:








  1. Werk van schoon naar vuil;
  2. Werk van buiten naar binnen;
  3. Werk van hoog naar laag;
  4. Werk in een logische; werkvolgorde 
  5. Werk in een ruimte steeds linksom of rechtsom.

Slide 18 - Slide

Frequentie en schoonmaakplan:
• Goede tijdsplanning maken; 
• Sommigen schoonmaak werkzaamheden mogen periodiek en jaarlijks schoongemaakt worden; 
• In het schoonmaakplan kun je de schoonmaakfrequentie vinden. Hierin kun je zien wat je moet schoonmaken, op welke manier en welke materialen en middelen je kan gebruiken.  

Slide 19 - Slide

Op welke manier je schoonmaakt hangt af van:


1. Soort ruimte dat je schoonmaakt;  
2. De aard van de vervuiling;  
3. Het vereiste reinigingniveau.  

Slide 20 - Slide

Hoog naar laag
Linksom of rechtsom 
logische werkvolgorde
buiten naar binnen 
Schoon naar vuil 

Slide 21 - Drag question

Les 3: Schoonmaakmaterialen!





Aan het eind van deze les kan de leerling: 
  • Benoemen welke materialen er gebruikt moet worden bij  schoonmaakwerkzaamheden 

Slide 22 - Slide

Waar denk je aan als je het woord
schoonmaakmaterialen hoort?

Slide 23 - Mind map

Welke schoonmaakmaterialen zijn er?
• Emmers;
• Stofwisapparaat;
• Mopsteel;
• Stofzuiger;
• Materiaalwagen;
• Kunststof borstels.
• bezems 
• Trekkers  

Slide 24 - Slide