Workshop 'ONDERTITELING BIJ JONGEREN'

ONDERTITELING BIJ JONGEREN
WORKSHOP OVER HET BETER BEGRIJPEN VAN EN KUNNEN OMGAAN MET DWARS GEDRAG VAN JONGEREN



Door: 
Marco Dik, Irene Meinders en Vivian Seljee
1 / 24
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

ONDERTITELING BIJ JONGEREN
WORKSHOP OVER HET BETER BEGRIJPEN VAN EN KUNNEN OMGAAN MET DWARS GEDRAG VAN JONGEREN



Door: 
Marco Dik, Irene Meinders en Vivian Seljee

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

VANDAAG
  • Quiz
  • Omgaan met storend gedrag in de klas
  • Uitzondering, emotie, agressie en geweld
  • Roos van Leary

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

De puberteit loopt van 10 tot 22 jaar
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 3 - Quiz

  • De periode van 10 tot 22 jaar noemen we adolescentie
  • Daarbinnen valt de puberteit, die loopt meestal tussen 10-16 jaar. 
Welk woord zou je NIET gebruiken om Gen Z te omschrijven?
A
Mondig
B
Zelfbewust
C
Individualistisch
D
Ondernemend

Slide 4 - Quiz

Gen Z is niet bepaald individualistisch: ze vinden persoonlijk contact heel belangrijk.
Wat bedoelt Gen Z met 'no cap'?
A
Geen stijl
B
Geen leugen
C
Geen stress
D
Niet cool

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

De zelfwaardering is op de leeftijd van 17 jaar het laagst.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 6 - Quiz

Nee, daalt vanaf 12 jaar en is rond 15e het laagst. Daarna kan het wel weer wat stijgen. 
1 op de 3 jongeren is niet tevreden met zijn/haar lichaam
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 7 - Quiz

Klopt! Een op de drie jongeren tussen de 16 en 34 jaar is niet blij met het eigen lichaam en dat zijn er meer dan in 2021: toen ging het nog om een op de vier jongeren.
Snelle stemmingswisselingen bij de puber worden veroorzaakt door de toename van de hormoonproductie aan het begin van de puberteit.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

De ouders van pubers hebben invloed op hun waarden en normen, opleidingskeuze en opvattingen over de maatschappij.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Doelen van vandaag
  • Je kunt onderscheid maken tussen verschillende soorten storend gedrag. 

  • Je beschikt over verschillende tools om als docent om te gaan met storend gedrag in de klas. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Storend gedrag, gedragsproblemen & gedragsstoornissen
  • Storend gedrag: ruziemaken, boos, ontevreden, liegen, spijbelen, pesten

  • Gedragsproblemen: minstens enkele maanden sprake van dwars en opstandig gedrag. Kind en omgeving ondervinden er nadelige gevolgen van.

  • Gedragsstoornissen: heel problematisch gedrag dat langer dan 1 jaar duurt en het kind belemmert in naar school gaan, vrienden maken en het contact met de familie. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Steeds meer gedragsproblemen
  • 18,5% van de leerlingen in het voortgezet onderwijs heeft te maken met gedragsproblemen (NJI, 2021)

  • In het vmbo-b en vmbo-t zelfs resp. 25,5% en 21,4% (NJI, 2021)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Hoe kijken naar storend gedrag?
  • Geen student komt naar school om jouw leven te verpesten.

  • Storend gedrag in de klas is een signaal of een kreet om hulp.
  • Onveilige thuissituatie, (gebrek aan) vrienden
  • Persoonlijkheid
  • Taalontwikkeling
  • Nog niet ontwikkelde sociale en emotionele vaardigheden

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hoe kijken naar storend gedrag?
  • Gedrag vindt plaats in interactie
  • Kijk ook naar de omgeving
  • Én naar jezelf als docent/coach

  • Wat kun je zélf doen om lastig gedrag van studenten effectief te beïnvloeden en te laten de-escaleren?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Lastig gedrag effectief beïnvloeden
  • Stap 1: houd je eigen spanning werkbaar, zodat je het overzicht in de klas bewaart.
  • Stap 2: gedrag inschatten en doel van je handeling bepalen.
  • Stap 3: bewust handelen om je doel te bereiken. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Inschatten, doel bepalen en bewust handelen
  • Meerdere vormen van weerstand: 
  1. Uitzondering willen
  2. Emotie
  3. Agressie
  4. Geweld

  • --> Bij elke vorm heeft de leraar een ander doel en moet andere tools inzetten. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

1. Uitzondering willen
"Kunnen we vandaag iets eerder stoppen alstublieft?" 
"Ja, maar ik heb straks training en dan kom ik te laat! En dan zet de trainer me tijdens de wedstrijd aan de kant!"

  • Niet: de discussie aangaan
  • Wel: de wens van de leerling en het waarom ervan samenvatten + duidelijk jouw standpunt noemen.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

2. Emotioneel gedrag
"Ik kan er toch niets aan doen dat die bus te laat was! Ja lekker hoor, het is niet mijn schuld en dan mag ik de les niet in. Wat een kutschool!"

  • Niet: de discussie aangaan, meegaan in de emotie.
  • Wel: geef ruimte aan de emoties, herhaal en vat samen, bied een time-out, geef aandacht en begrens. 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

3. Grensoverschrijdend of agressief gedrag
"Flikker op man, je bent mijn vader/moeder niet. Fucking mongool."

  • Niet: de discussie aangaan, meegaan in de emotie.
  • Wel: grens aangeven (benoem het gedrag, het effect op jou en de grens), houd het bij jezelf ('ik vind dit iet kunnen'), voor een keuze stellen (rustig doen of eruit, jij mag het zeggen)

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Roos van Leary
  • Gedrag van anderen voorspellen;
  • Gedrag van anderen beïnvloeden;

Slide 20 - Slide

https://supertrainer.nl/leesvoer/4/roos-van-leary#:~:text=Hoe%20werkt%20de%20roos%20van,Actie%20leidt%20tot%20reactie.
Roos van Leary
  • Horizontaal: mate van acceptatie (samenwerken of tegenwerken).
  • Verticaal: mate van invloed, veel of weinig (boven of onder).
  • Bovengedrag wekt ondergedrag op en vice versa.
  • Tegengedrag wekt tegengedrag op, en samenwerkingsgedrag wekt samenwerkingsgedrag op.
  • Hoe kun je dit inzetten?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Roos van Leary
Kanttekeningen:
  • Model is een leidraad, geen garantie;
  • Het model houdt geen rekening met karaktereigenschappen;
  • Machtsverhoudingen kunnen ook bepaald gedrag veroorzaken.
  • Vertrouw op je inzicht, de roos is een hulpmiddel, maar blijf er niet onnodig aan vasthouden als het niet werkt. 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je geleerd van deze workshop?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Heb je nog tips of tops voor ons?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions