Mens en Zorg

1 / 34
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startklaar
  • Welkom Klas! 
  • Ga allemaal op je plek zitten 
timer
3:00

Slide 2 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:
  1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen
  2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen
  3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
  4. EVALUATIE: Afsluiting

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

      Leerdoelen
-Vandaag gaan we de theorie herhalen van mens en zorg.
-Na de les kan je een zorgvrager ondersteunen met lopen.


Slide 5 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
MAAR EERST...
Het allerbelangrijkste onderdeel,

namelijk...

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Handhygiëne
Handen wassen, Handen desinfecteren en Handen verzorgen

- Nagels kort en schoon
- Geen kunstnagels
- Geen nagellak
- Geen ringen, armbanden en horloges

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Eerste Hulp Bij Ongelukken
  • Eerste hulp die wordt verleend bij ongevallen 
  • Voor dat de professionele hulpverleners arriveren 

Doel: 
  • Situatie te stabiliseren
  • Gezondheid van het slachtoffer verbeteren
  • Voorkomen dat de situatie erger wordt 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Vier regels 
1. Zorg voor veiligheid
2. Beoordeel toestand van slachtoffer
3. Zorg voor professionele hulp (112 bellen) 
4. Verleen eerste hulp 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Snelverband 
Waar let je op? 
  1. Veiligheid: zorg dat de omgeving veilig is 
  2. Hygiëne: was je handen of gebruik handschoenen
  3. Controleren van het wond: Kijk goed naar de wond en zorg dat het schoon is
  4. Aanbrengen van snelverband: volgens de juiste volgorde. Werk naar het hart toe. 
  5. Was je handen 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat moet je doen voordat je een snelverband aanbrengt?
A
direct het verband op de wond leggen
B
de wond schoonmaken en je handen wassen
C
het verband heel strak om de wond wikkelen
D
eerst vragen of iemand anders het wil doen.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Zorginstellingen 
Verpleeghuis
Een plek waar mensen wonen die langdurige zorg en verpleging nodig hebben, bijvoorbeeld bij dementie of na een beroerte.

Verzorgingshuis
Een woonplek voor ouderen die hulp nodig hebben bij dagelijkse dingen zoals aankleden of eten, maar geen zware medische zorg.

Thuiszorg
Hulp en verzorging die mensen thuis krijgen, zoals hulp bij douchen, medicijnen of wondverzorging.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Begrippen 
Zorg ervoor dat je deze begrippen kent..

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat is persoonlijke verzorging?
Persoonlijke verzorging is bijvoorbeeld: wassen, tandenpoetsen, te eten geven (als iemand niet zelf kan eten), helpen bij het naar de wc gaan.

Het kan gaan om baby’s in een kinderdagverblijf, kinderen, volwassenen of misschien wel ouderen in het verzorgingshuis.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat is zelfredzaamheid?
Dat je voor jezelf kan zorgen. Denk aan koken, boodschappen doen, persoonlijke verzorging.

Hoe kun je de zelfredzaamheid van zorgvragers stimuleren?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wat is een zorgvrager?
A
Iemand die zorg nodig heeft
B
Iemand die zorg geeft
C
Iemand die verzorgend is
D
Iemand die geen zorg nodig heeft

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent ADL?
Algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL) zijn de handelingen die mensen dagelijks in het gewone leven verrichten.

Het begrip wordt vooral in de zorg gebruikt om te bepalen in hoeverre iemand zelfredzaam is.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat betekend ADL
A
Alle dagen lol
B
Algemene dagelijkse levensverrichtingen
C
Algemene dagen lief
D
Algemene dagelijkse leven

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Gezondheidsaspecten & stoornis
Gezondheidsaspecten zijn dingen die laten zien of iemand lichamelijk, geestelijk of sociaal gezond is. Bijvoorbeeld: goed kunnen bewegen, je blij voelen, of goed contact hebben met anderen.

Stoornis betekent dat er iets in het lichaam of in het gedrag niet goed werkt.
Bijvoorbeeld: een lichamelijke stoornis zoals astma, of een psychische stoornis zoals depressie.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Transfer
Wat zijn transfertechnieken?
Worden ook wel til- en verplaatstechnieken genoemd.

Je hebt:
- Glijzeil
- Tillift
- Rolstoel
- Draaischijf
- Papegaai
- Rollator

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Wat is een transfertechniek?
A
Rolstoel
B
Rollator
C
Tillift
D
Auto

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Deeltaak 3
-Lees de casus 
-Oefenen in tweetallen

timer
30:00

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Soorten zorg
Zelfzorg: Zorg die je zelf doet, zoals jezelf wassen, aankleden, eten of medicijnen innemen. Voorbeeld: Je poetst zelf je tanden en kiest gezonde voeding.

Mantelzorg: Zorg die wordt gegeven door iemand uit je omgeving, zoals familie, vrienden of buren. Dit is onbetaald. Voorbeeld: Een dochter die haar zieke moeder helpt met douchen of boodschappen.

Professionele zorg: Zorg die wordt gegeven door opgeleide mensen zoals verzorgenden, verpleegkundigen of artsen. Dit is betaald werk. Voorbeeld: Een wijkverpleegkundige die een wond verzorgt of medicijnen toedient.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Ergonomisch werken
Wat is ergonomie? Bij het uitvoeren van werkzaamheden let je op je eigen houding (ergonomie) zodat je niet overbelast raakt en op latere leeftijd klachten gaat krijgen zoals rugpijn. 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Voedselvergiftiging
Wat is voedselvergiftiging?

Voedselvergiftiging krijg je als je eten of drinken hebt gehad waar ziekmakende bacteriën (zoals salmonella of E. coli) of gifstoffen in zitten.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken van voedselvergiftiging
- Bedorven of niet goed bewaard eten

- Slechte hygiëne (bijvoorbeeld vieze handen of keukengerei)

- Eten dat niet goed verhit is

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Klachten / symptomen:

  • Misselijkheid
  • Braken
  • Diarree
  • Buikpijn
  • Soms koorts

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Wat kun je doen om het te voorkomen?
  • Was je handen voor het koken
  • Bewaar eten goed in de koelkast
  • Let op de houdbaarheidsdatum
  • Verhit vlees, vis en kip goed

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

    Begrippen uit deze les
  1. EHBO
  2. Zorginstellingen
  3. Gezondheidsaspecten & stoornis
  4. Transfer
  5. Soorten zorg (mantelzorg)
  6. Ergonomisch werken
  7. Voedselvergiftiging

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Heb je alle onderwerpen begrepen, welke wel en welke niet?

Wat ga je doen om deze te oefenen? 

Slide 34 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.