This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Les 5
Zoekvragen op internet
Hoe schrijf je duidelijk?
Slide 1 - Slide
Zoekvragen
1. Ik ga op reis naar de vijf kleinste landen van Europa. Welke landen zijn dat?
2. Wat betekent 'recalcitrant'?
3. Hoe lang moet rijst koken?
4. Hoe ontstaan aardbevingen?
5. Wie van de klas vindt wiskunde een leuk vak?
Vul in op je werkblad.
Slide 2 - Slide
Extra zoekvraag: Wie heeft als eerste het goede antwoord gevonden?
Vraag:
Je komt terug van vakantie met vijf Engelse ponden, tien Noorse kronen en acht Zwitserse franken.
Hoeveel is dat in euro's?
Slide 3 - Slide
Je komt terug van vakantie met vijf Engelse ponden, tien Noorse kronen en acht Zwitserse franken. Hoeveel is dat in euro's?
Slide 4 - Open question
Hoe schrijf je duidelijk?
Slide 5 - Slide
Schrijf de zin opnieuw, maar BETER op: Karin wil deze week extra trainen, omdat er zaterdag een belangrijke wedstrijd is, maar ik vind dat niet nodig, want we trainen deze week al twee keer.
Slide 6 - Open question
Schrijf de zin opnieuw, maar BETER op: Ik heb je al zo vaak gezegd dat je me niet moet storen als ik aan het leren ben, want dan weet ik niet meer waar ik mee bezig ben en het is echt heel vervelend.
Slide 7 - Open question
Schrijf de zin opnieuw, maar BETER op, welke woorden moeten weg?: Het is eigenlijk zo dat wat ik je wilde zeggen is dat ik het fijn zou vinden als je de deur achter je dicht doet.
Slide 8 - Open question
Schrijf de zin opnieuw, maar BETER op, welke woorden moeten weg?: Is het sowieso wel nodig om een briefje te halen bij de conciërge als je zeg maar gewoon vijf minuten te laat bent?
Slide 9 - Open question
Opdracht:
Stuur naar juf Maril een e-mail. In je e-mail staat: