Evolutie - 6BCT
1 / 13
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Evolutie is:
A
doelgericht
B
het ontstaan van nieuwe soorten
C
een natuurlijk proces
D
aanpassing van soorten aan de omgeving
Slide 2 - Quiz
Wat behoort niet tot de beschrijving van seksuele selectie?
A
Vrouwtjes die mannetjes kiezen met kleurrijke veren.
B
Een mutatie die zorgt voor camouflage.
C
Mannetjes die vechten voor een territorium.
D
Vogels die nesten bouwen om indruk te maken.
Slide 3 - Quiz
Welke vorm van isolatie is er als twee soorten niet op hetzelfde tijdstip paren?
A
geografische isolatie
B
morfologische isolatie
C
temporele isolatie
D
ecologische isolatie
Slide 4 - Quiz
Welk van onderstaande is een rudimentair orgaan?
A
longen bij vissen
B
staart bij een aap
C
bekkenresten bij walvissen
D
snavel van een vink
Slide 5 - Quiz
EVOLUTIE
CREATIONISME
FEIT
DARWIN
EVOLUTIE
GELOOF
GODEN
KRITISCH ONDERZOEK
MENING
SCHEPPING
WETENSCHAP
Slide 6 - Drag question
Welk argument voor de evolutietheorie is hiernaast afgebeeld?
A
overeenkomst in DNA
B
overeenkomst in bouw
Slide 7 - Quiz
Wie is de grondlegger van de evolutietheorie?
A
Isaac Newton
B
Charles Darwin
C
Dr. Sheldon Cooper
D
Stephen Hawking
Slide 8 - Quiz
Waarom zijn er op verschillende continenten vergelijkbare soorten dieren met subtiele verschillen terug te vinden?
Slide 9 - Open question
Darwin had het over 'survival of the fittest'
Waar staat 'fittest' voor bij evolutie?
Waar staat 'fittest' voor bij evolutie?
A
Dat je best aangepast bent aan je omgeving
B
hoe fit je bent
C
hoeveel nakomelingen je maakt
D
hoe sterk je bent
Slide 10 - Quiz
Welk argument voor de evolutietheorie is hiernaast afgebeeld?
A
overeenkomst in DNA
B
overeenkomst in bouw
C
overeenkomstige embryologie
D
alle antwoorden zijn juist
Slide 11 - Quiz
Fossielen bewijzen dat de mens afstamt van uitgestorven soorten (evolutieleer).
A
Juist
B
Fout
Slide 12 - Quiz
Waarom heeft de olifant slagtanden, en hoe kan natuurlijke selectie dat verklaren?
