Bestaansmiddelen les 11

  • Ga alvast zitten volgens de       klassenopstelling!
  • Pak je schrift, basisboek en opdrachtenboekje uit je tas
  • Stop je telefoon in je tas of broekzak




Welkom!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

  • Ga alvast zitten volgens de       klassenopstelling!
  • Pak je schrift, basisboek en opdrachtenboekje uit je tas
  • Stop je telefoon in je tas of broekzak




Welkom!

Slide 1 - Slide

Verkeer en vervoer B140 en B141

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen
  • Welkom
  • Lesdoelen


  • Uitleg, documentaire en opdrachten B140 t/m 141
  • Quiz
  • Laatste presentaties
  • Afsluiten

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt de vier meest gebruikte vervoersmiddelen voor het vervoer van goederen benoemen.
  • Je kunt per vervoersmiddel een voordeel en nadeel noemen.
  • Je kunt van verschillende goederen het juiste vervoersmiddel benoemen en toelichten.
  • Je kunt het verschil tussen massagoederen en stukgoederen in eigen woorden uitleggen.
  • Je kunt van verschillende goederen aangeven of het een stukgoed of een massagoed is.

Slide 4 - Slide

Vervoermiddelen
Mobiliteit
  • Verplaatsing van mensen/goederen met behulp van vervoersmiddel

Slide 5 - Slide

Vervoeren van goederen
Gebruikte vervoersmiddelen
  1. Vrachtauto
  2. Trein
  3. Schip
  4. Vliegtuig
Wat zouden voor- en nadelen van deze middelen zijn?

Slide 6 - Slide

Voor- nadelen
Vrachtauto   deur tot deur          beperkt laadvermogen

Trein  snel en goed laadvermogen  minder dan schip en duurder

Schip   groot laadvermogen/goedkoop           langzaam

Vliegtuig     snel                            duur en geen grote massa's
    

Slide 7 - Slide

Vrachtgoed
Twee groepen vrachtgoed.
  1. Massagoederen
  2. Stukgoederen
  • Massagoederen, zijn vaste stoffen (zand, graan, ertsen) of vloeistoffen (b.v. olie) die in grote hoeveelheden worden vervoerd.
  • Nat en droog massagoed.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Stukgoederen
  • Losverpakte goederen, meestal vervoerd in containers.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Vragen Nederland van boven
  • Pak je opdrachten boekje de vragen Nederland van boven erbij (les 11)
  • Schrijf tijdens het kijken van de documentaire de antwoorden op de vragen op in je schrift

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Opdrachten
  • Maak de opdrachten van B140 t/m 141 uit je opdrachtenboekje.
  • Heb je vragen steek je hand dan op.
  • Je hebt 10-15 minuten voor de opdracht, de eerste 5 minuten werk je voor jezelf daarna mag je samenwerken met je buurman/vrouw
  • Ben je eerder klaar? Laat de opdrachten controleren


timer
5:00

Slide 14 - Slide

Quiz
Ga naar lessonup.app op internet.

En log straks in het je voornaam.

Slide 15 - Slide

Benoem 1 vervoersmiddel van goederen en geef hiervan een voor- en nadeel

Slide 16 - Open question

Welke twee soorten vrachtgoed zijn er?

Slide 17 - Open question

Massagoederen kun je het beste vervoeren in?
A
Vrachtwagen
B
schip
C
Trein
D
Vliegtuig

Slide 18 - Quiz

Waarom is het vervoeren van stukgoederen duurder dan massagoederen?

Slide 19 - Open question

Wat is het beste vervoersmiddel voor het vervoeren van schoenen uit India naar Nederland

Slide 20 - Open question

Geef aan (o/m/v/g) wat je je eigen werkhouding in deze les zou geven
A
Onvoldoende
B
Matig
C
Voldoende
D
Goed

Slide 21 - Quiz

Huiswerk
  • Afmaken opdrachten B140-141 voor volgende les.
  • Bedenk zelf twee toetsvragen over een gedeelte uit het hoofdstuk.
  • Zorg ervoor dat je ook het antwoord hiervan hebt.
  • Leren voor de toets, in de les kun je de laatste vragen stellen.




Slide 22 - Slide

Proefwerk
7-2-2019
op magister staat wat en hoe je moet leren.

Slide 23 - Slide