3.1.5 De celkern

herhaling
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

herhaling

Slide 1 - Slide

organellen

celkern
plastiden
mitochondriën
ribosomen

Slide 2 - Slide

Leerdoelen

  • Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen. 
  • Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven.


Slide 3 - Slide

celkern
De celkern bevat DNA

Slide 4 - Slide

Wat is DNA?
Een 'streepjescode' voor alle erfelijke eigenschappen, bijv.
       - oogkleur
       - lengte
       - krullen
maar ook:
       - muzikaal
       - sportief

Slide 5 - Slide

Je hebt 2 meter DNA
in elke cel
DNA is een molecuul

Slide 6 - Slide

       vingerafdruk
basenparen:
A-T     T-A
G-C    C-G

Slide 7 - Slide

Genen
Een gen is een stukje DNA
voor een erfelijke eigenschap. 




Slide 8 - Slide

In elke lichaamscel zit hetzelfde DNA!

Een gen kan 'aan' staan in een cel waar dat nodig is

Een gen kan 'uit' staan in een cel waar dat niet nodig is.

Slide 9 - Slide

chromosomen

Slide 10 - Slide

chromosomen

In elke cel zitten 46 chromosomen
23 kreeg je van je moeder 
23 kreeg je van je vader


Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Leerdoelen

  • Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen. 
  • Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven.


Slide 13 - Slide

Organellen

Slide 14 - Slide

Celkern

Slide 15 - Slide


Aantal chromosomen


Elk soort organisme heeft in de kern van een lichaamscel een even aantal chromosomen.

Chromosomen komen altijd in paren voor.

Zegt het aantal chromosomen iets over de intelligentie van een organisme?

Slide 16 - Slide

Chromosomen en genen
Je lichaam bestaat uit cellen. Iedere cel heeft een kern. 

Chromosomen:
In die kern zwerven 46 draadjes, de chromosomen. 
Er zijn steeds twee chromosomen die op elkaar lijken. 

De chromosomen zijn gemaakt van DNA. Het DNA ziet eruit als een soort wenteltrap.  
De volgorde waarin de stoffen voorkomen bepaalt onze erfelijke eigenschappen. 

Genen: Een stukje wenteltrap dat de informatie van  één eigenschap bevat, 
                  noemen we een gen. 
Elk mens bezit een eigen uniek DNA.
Het DNA van geen enkel mens is gelijk

Slide 17 - Slide

Herhaling: Bekijk de afbeelding, je moet de inhoud kunnen uitleggen!

Slide 18 - Slide

Leerdoelen basisstof 5:
  • Ik kan uitleggen wat er in de celkernen van lichaamscellen zitten
  • Ik kan de bouw van DNA uitleggen met hulp van de volgende termen: Basen, Basenpaar, A,C,T,G
  • Ik kan uitleggen wat de functie van DNA is

Slide 19 - Slide