H4 Thema 4 bs 1-2: evolutie

Hoofdstuk 4: evolutie
1 / 53
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4: evolutie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Thema 4 Evolutie
Bs 1 Indeling levende natuur
Bs 2 Prokaryoten

Slide 2 - Slide

Biologen houden zich bezig met de levende natuur.
Een levend wezen noem je een organisme

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we deze les doen?
  • Basisstof 1: Indeling van de levende natuur
  • Basisstof 2: Prokaryoten

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Wat?
groep 1: organisch vs. anorganisch
groep 2: autotroof vs. heterotroof
groep 3: prokaryoot vs. eukaryoot
groep 4: Prokaryoten - Bacterien
groep 5: Prokaryoten- Archaea
groep 6: Prokaryoten - Virussen (ook bacteriofagen)
Hoe?
Bestudeer de begrippen en leg deze uit in 2-3 dia's
groep 1, 2 en 3 leggen ook de verschillen uit
Gebruik voorbeelden
Hulp nodig?
stel vragen als je hulp nodig hebt
Tijd:
20 min
Uitkomst:
2 of 3 slides waarmee je de rest van de klas uitleg kan geven
timer
0:30
Aan de slag!

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

4 Rijken: Hoe weet je welk organisme bij welk rijk hoort?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Celkern
Endoplasmatisch reticulum
Ribosoom
Mitochondrium
Celmembraan
Golgisysteem

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Welke organellen komen voor bij een dierlijke cel?
A
Celwand, celkern en celmembraan
B
Celmembraan, celkern en cytoplasma
C
Chloroplast, celwand en celmembraan
D
Vacuole, chloroplast en celmembraan

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Welke organellen komen voor bij elke cel (dierlijk, plantaardig, schimmels en bacteriën)
A
Celmembraan en cytoplasma
B
Celmembraan, celkern en cytoplasma
C
Celmembraan, celkern , ribosomen en cytoplasma
D
Celmembraan, celkern , mitochondrien en cytoplasma

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

BiNaS
78

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 7 maken

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Organisch of anorganisch?
Anorganisch

Organisch
Eiwit
Ureum
NaCl
Glucose
DNA
Koolstof dioxide

Slide 31 - Drag question

This item has no instructions

Consument 3
Consument 1
Consument 2
Heterotroof
Autotroof
Producent

Slide 32 - Drag question

This item has no instructions

Mensen zijn:
A
Autotroof
B
Heterotroof

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Planten zijn:
A
Heterotroof
B
Autotroof

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Organisch of anorganisch ? 
Sleep de moleculen naar de juiste categorie.
anorganische moleculen
organische moleculen
water
glucose
zetmeel
zuurstof
aminozuur
eiwit
CO2
nitraat
DNA
stikstof (N2)
RNA
chlorophyl

Slide 35 - Drag question

This item has no instructions

Bamboe is (1) en een panda is (2)
A
(1) autotroof (2) autotroof
B
(1) autotroof (2) heterotroof
C
(1) heterotroof (2) autotroof
D
(1) heterotroof (2) heterotroof

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen een eukaryoot en een prokaryoot?
A
Eukaryoot wel celkern Prokaryoten geen celkern
B
Eukaryoot geen celkern Prokaryoten wel celkern
C
Eukaryoot wel celwand Prokaryoten geen celwand
D
Eukaryoot geen celwand Prokaryoten wel celwand

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Studiewijzer

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Studiewijzer

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Hoe zijn bacteriën nuttig voor de mens
(zoek op in je boek of op internet)

Slide 45 - Mind map

This item has no instructions

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Slide 49 - Link

This item has no instructions

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Slide 52 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Check de studiewijzer
Maak de opdrachten bij H4 thema 1 & thema 2

Slide 53 - Slide

This item has no instructions