Werkwoordspelling - blok 2 - les 2.7

1 / 30

Slide 1: Slide

NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

werkwoordspelling

Slide 2 - Slide

Vorige les: Stam en ik-vorm

Slide 3 - Slide

Wat is de STAM van BELEVEN?

beleef

beleev

belef

belev

Slide 4 - Quiz

Wat is de IK-VORM van BELEVEN?

beleef

beleev

belef

belev

Slide 5 - Quiz

Doel van deze les

Correct kunnen schrijven van:

Persoonsvorm t.t. volgens een schema
p.v. t.t. eindigend op -t
pv. t.t. waar je/jij achter staat

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

ik - vorm

ik + t

hele werkwoord

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

p.v. tegenwoordige tijd

hele werkwoord: lopen stam = lop

ik loop

hij loopt

wij lopen

Slide 10 - Slide

p.v. tegenwoordige tijd

hele werkwoord: leven stam = lev

ik leef

jij /hij leeft

wij leven

Slide 11 - Slide

p.v. tegenwoordige tijd

hele ww: worden stam = word

ik word

jij /hij wordt

wij worden

Slide 12 - Slide

p.v. tegenwoordige tijd

hele ww : snuiten stam = snuit

ik snuit

hij snuitt

wij snuiten

Slide 13 - Slide

p.v. tegenwoordige tijd

hele ww : weten stam = wet

ik weet

hij weett

wij weten

Slide 14 - Slide

p.v. tegenwoordige tijd

Als je of jij erachter staat, schrijf je de ik-vorm!

Slide 15 - Slide

....... je / jij

Je loopt over de stoep.

Loop je over de stoep?

Slide 16 - Slide

....... je / jij

Je hebt heel goed opgelet.

Heb je heel goed opgelet?

Slide 17 - Slide

Vul de juiste vervoeging in van het ww. zoeven t.t.

Ik ............. op mijn racefiets voorbij.

Slide 18 - Open question

Vul de juiste vervoeging in van het ww. zoeven t.t.

Hij ............. op zijn racefiets voorbij.

Slide 19 - Open question

Vul de juiste vervoeging in van het ww. zoeven t.t.

....... je op jouw racefiets voorbij?

Slide 20 - Open question

Pak je schrift!

We gaan oefenen in

het schrift.

Slide 21 - Slide

Schrijf 3x op:

... je/jij

hij/zij/jij

wij

Slide 22 - Slide

1. worden

....je/jij

hij/zij/jij

wij

Slide 23 - Slide

2. bieden

....je/jij

hij/zij/jij

wij

Slide 24 - Slide

3. fietsen

....je/jij

hij/zij/jij

wij

Slide 25 - Slide

Maken Spelling - blok 2 - les 2.8

timer

10:00

Klaar?

- Blok 1 - Spelling - les 1.6

- Nieuwsbegrip afmaken

Slide 26 - Slide

Vul de juiste vervoeging in van het ww. worden.

Ik ................ hier steeds beter in!

Slide 27 - Open question

Vul de juiste vervoeging in van het ww. worden.

Anna ............ ook steeds beter in spelling.

Slide 28 - Open question

Vul de juiste vervoeging in van het ww. worden.

................ jij daar ook zo blij van?

Slide 29 - Open question

Afsluiting

Doelen herhalen
Huiswerk: les 2.6 en 2.7 afmaken + lezen Gozert
Volgende les: les 3.9 - persoonsvorm verleden tijd

Slide 30 - Slide