11: Je kunt uitleggen hoe de
trans-Atlantische slavenhandel en de plantage-economie met elkaar verbonden raakte.
12: Je kunt de kenmerken van de plantage-economieën in het zuiden van Noord-Amerika noemen.
13: Je kunt de kenmerken van vestigingskoloniën in het noorden van Noord-Amerika noemen.
14: Je kunt verklaren waarom de plantagekoloniën in het Caraïbisch gebied, zoals Barbados en Jamaica, winstgevender waren voor de Britse kolonisator dan de plantagekoloniën in Noord-Amerika.
15: Je kunt de driehoekshandel van de Britse Royal Africa Company beschrijven en verklaren.