Instructie 2: Britse slavernij en abolitionisme

Hoe wordt de handel tussen Europa, Afrika en Amerika genoemd?
A
Driehoekshandel
B
Binnenlandse handel
C
Lineaire handel
D
Zeshoekshandel
1 / 20
next
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoe wordt de handel tussen Europa, Afrika en Amerika genoemd?
A
Driehoekshandel
B
Binnenlandse handel
C
Lineaire handel
D
Zeshoekshandel

Slide 1 - Quiz

Hoe heet de stroming die zich inzet voor de afschaffing van de slavernij?
A
Imperialisme
B
Socialisme
C
Abolitionisme
D
Nationalisme

Slide 2 - Quiz

In welk deel van Noord-Amerika komen plantages voornamelijk voor?
A
Noorden
B
Zuiden

Slide 3 - Quiz

Instructie 2: Britse slavernij & abolitionsme

In het zuiden van Noord-Amerika en in de Cariben starten Britse kolonisten plantages. Er worden slaven uit Afrika gehaald om hier te werken. Er komt steeds meer verzet tegen de slavernij; het abolitionisme.

Hoort bij: les 3 & les 5

Slide 4 - Slide

Leerdoelen instructie 2
11: Je kunt uitleggen hoe de trans-Atlantische slavenhandel en de plantage-economie met elkaar verbonden raakte.
12: Je kunt de kenmerken van de plantage-economieën in het zuiden van Noord-Amerika noemen.
13: Je kunt de kenmerken van vestigingskoloniën in het noorden van Noord-Amerika noemen.
14: Je kunt verklaren waarom de plantagekoloniën in het Caraïbisch gebied, zoals Barbados en Jamaica, winstgevender waren voor de Britse kolonisator dan de plantagekoloniën in Noord-Amerika.
15: Je kunt de driehoekshandel van de Britse Royal Africa Company beschrijven en verklaren.

Slide 5 - Slide

Leerdoelen instructie 2 (vervolg)
25: Je kunt argumenten voor en tegen abolitionisme noemen.
26: Je kunt enkele successen van de Britse abolitionisten benoemen.
27: Je kunt verklaren waarom het verbod op slavenhandel en slavernij in het Britse Rijk zorgde voor de economische neergang van Barbados en Jamaica.

Slide 6 - Slide

Waarom is de slavernij en het abolitionisme (en de Britse rol hierin) nog steeds relevant voor de wereld van vandaag?

Slide 7 - Open question

Begin van de slavernij
  • Plantage gewassen, zoals tabak, arbeidsintensief
  • Nieuwkomers konden de reis afbetalen door te werken op bestaande plantages
  • Eerst werd met Afrikaanse slaven dezelfde afspraak gemaakt, later aangepast; dwang groeit uit tot slavernij voor het leven
LD: 11

Slide 8 - Slide

Slavernij in het zuiden
  • Trans-Atlantische slavenhandel
  • Slaven worden naar (het zuiden van) Amerika vervoerd
  • Plantage producten naar Europa
  • Lange dagen werken op plantages
LD: 12

Slide 9 - Slide

Vestigings-koloniën
  • Andere ontwikkeling in het noorden van Amerika
  • Ontstaan vestigingskoloniën; productie voor eigen consumptie en plaatselijke markt, nadruk op nijverheid en handel
  • Klimaat niet geschikt voor plantages door strenge winters
  • Groeiende welvaart
LD: 13

Slide 10 - Slide

Caribisch gebied
  • Engelsen kijken verder naar te koloniseren gebieden
  • Koloniseren Caribische eilanden gewilde investering omdat bodem en klimaat ideaal waren voor het verbouwen van suikerriet 
  • Productieproces wordt uit Brazilië gekopieerd
LD: 14

Slide 11 - Slide

Gevolgen
  • Jamaica en Barbados worden belangrijkste suikerproducenten ter wereld
  • Plantagehouders kwamen om geld te verdienen en het fortuin naar Engeland te brengen
  • Succes leunde op slavenarbeid
  • Intensieve suikerteelt zorgt voor uitputting van de grond
LD: 14

Slide 12 - Slide

Driehoekshandel
  • Ontstaan vaste routes over zee
  • Ruim schepen 'zo vol mogelijk'
  • Europese en Aziatische producten geruild tegen slaven
  • Bestaande slavennetwerken
  • Slaven naar Amerika
  • Schepen gevuld met plantageproducten naar Europa
LD: 15

Slide 13 - Slide

Royal African Company
  • Royal African Company verantwoordelijk voor driehoekshandel Engeland
  • Brachten ook goud en zilver mee voor munten voor de groeiende Engelse economie
LD: 15

Slide 14 - Slide

Abolitionisme
  • Verzet tegen slavernij groeit door ideeën over natuurlijke rechten
  • Christenen verafschuwen wanpraktijken op plantages
  • Abolitionisten zetten zich in voor afschaffing slavernij
  • GB verbied slavenhandel in 1807, slavernij in 1833
  • In VS ook steeds feller debat
LD: 25, 26

Slide 15 - Slide

Slavernij in VS
  • In VS ontstaat burgeroorlog over afschaffing slavernij
  • In het zuiden veel verzet tegen abolitionisme; afschaffing zou economische ramp zijn voor zuiden, met veel katoen plantages
  • Gevolgen voor noorden kleiner
  • Ook in VS afgeschaft in 1865
LD: 25

Slide 16 - Slide

Kies een kenmerkend aspect uit tijdvak 5, 6 en/of 7. Leg uit hoe dit kenmerkend aspect terug komt bij dit onderwerp.

Slide 17 - Open question

Waarom neemt de vraag naar tabak en suiker in Europa snel toe in de 17e eeuw?

Slide 18 - Open question

Waarom had de afschaffing van de slavernij de economische neergang van Jamaica en Barbados tot gevolg, denk je?

Slide 19 - Open question

Waarom wilden de zuidelijke staten van de VS de slavernij niet afschaffen?

Slide 20 - Open question