This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welkom!
Slide 1 - Slide
Programma
1. Herhaling paragraaf 2.1
2. Uitleg 2.2
3. Aan de slag met 2.2
Slide 2 - Slide
Herhaling lesdoelen 2.1
- Ik weet waar ik betrouwbare info over producten kan vinden? - Ik weet hoe ik prijzen moet vergelijkken
- Ik kan prijzen omrekenen
- Ik weet welke betekenis keurmerken hebben?
Slide 3 - Slide
Wie geeft de beste 'koop' informatie over een iPad?
A
de docent
B
een vriend
C
de consumentenbond
D
apple store
Slide 4 - Quiz
Welke term hoort bij: De macht/kracht van de consument op wat de producent verkoopt.
A
Consumenten kracht
B
Kopers macht
C
Consumer Power
D
Danoontje Power
Slide 5 - Quiz
consumentenorganisaties doen onderzoek naar gelijk soortige producten van verschillende merken hoe heet zo'n onderzoek ?
A
vergelijkend warenonderzoek
B
merkonderzoek
C
producten onderzoek
D
prijs onderzoek
Slide 6 - Quiz
Wat is een belangrijke rol van consumentenorganisaties?
A
Producten verkopen aan consumenten.
B
Reclame maken voor bedrijven.
C
Het beschermen van de belangen van consumenten.
D
Het promoten van merkproducten.
Slide 7 - Quiz
Voordat je een product koopt, waar moet je als consument vooral op letten?
A
De winst die het bedrijf maakt.
B
De populariteit van het merk.
C
De prijs en kwaliteit van het product.
D
De kleur van de verpakking.
Slide 8 - Quiz
Wat is "consumer power"?
A
De kracht die consumenten hebben om merken te promoten.
B
De mogelijkheid om producten te verkopen aan andere consumenten.
C
De invloed die consumenten hebben op bedrijven door hun koopgedrag.
D
De snelheid waarmee consumenten producten kunnen bestellen.
Slide 9 - Quiz
Welk van de volgende keurmerken geeft aan dat een product op een eerlijke manier is geproduceerd?
A
Fair Trade
B
ISO 9001
C
EKO-keurmerk
D
Halal-keurmerk
Slide 10 - Quiz
Stel dat Product A normaal €20 kost en Product B kost nu €15. Hoe groot is het prijsverschil tussen de twee producten in procenten?
A
20%
B
25%
C
30%
D
33.33%
Slide 11 - Quiz
2.2 -> leerdoelen:
Ik weet waarom en welke rechten ik als consument hebt.
Ik weet welke wetten mij beschermen tegen onveilige producten
Ik weet welke wetten mij een bedenktijd geven bij bepaalde aankopen
Ik weet waar ik als consument recht kan halen.
Slide 12 - Slide
Consumentenrecht
Het consumentenrecht bestaat uit
wetten en regels die de consument beschermen bij aankopen.
Je hebt altijd recht op een deugdelijk product.
Houd daarbij rekening met
- Soort product
- Prijs
- Wat belooft fabrikant / winkelier?
Slide 13 - Slide
Niet tevreden over een product?
1. Oplossen met de leverancier
2. Kom je er niet uit? → naar de Geschillencommissie (SGC)
3. Bindende uitspraak →beide partijen moeten zich er aan houden
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
2.2 Waar heb je recht op?
Consumentenrecht
wetten en regels die de consument beschermt bij de aankoop van een product
Waarom is dat nodig?
Slide 16 - Slide
Geldt het consumentenrecht ook als je iets van een particulier koopt
A
ja
B
nee
Slide 17 - Quiz
2.2 Waar heb je recht op?
Consumentenrecht
Warenwet
Wet productaansprakelijkheid
Wet koop op afstand
Colportagewet
Waarom?
Consument heeft een zwakkere positie (minder kennis)
Onveilige producten
Bedenktijd
Slide 18 - Slide
2.2 Waar heb je recht op?
Warenwet
verbiedt de verkoop van levensmiddelen en andere producten die gevaarlijk zijn voor je gezondheid of veiligheid
Controle door Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA)
Slide 19 - Slide
0
Slide 20 - Video
2.2 Waar heb je recht op?
Wet productaansprakelijkheid
fabrikant is aansprakelijk voor gevolgschade die door een gebrekkig product ontstaat.
Slide 21 - Slide
Wet Productaansprakelijkheid
Fabrikanten zijn verantwoordelijk voor de schade die hun producten veroorzaken als dat komt door slechte productie.
Het product noem je dan gebrekkig. De consument heeft recht op een deugdelijk product (het product moet bij normaal gebruik naar behoren functioneren).
Slide 22 - Slide
Onveilige producten
Producten kunnen gevaarlijk zijn voor je gezondheid.
Consumenten worden daartegen beschermd door:
- De Warenwet:
verbiedt verkoop onveilige producten
- De Wet productaansprakelijkheid:
fabrikant aansprakelijk voor gevolgschade
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
2.2 Waar heb je recht op?
Wet koop op afstand
geldt als je iets koopt via internet, telefoon of met een bon uit krant of tijdschrift
hierin staat bijvoorbeeld hoeveel bedenktijd je hebt
Slide 25 - Slide
2.2 Waar heb je recht op?
Colportagewet
beschermt bij ongevraagde verkoop aan de deur, op straat of tijdens een verkoopdemonstratie.
vb: bij minimale aankoop van €50 mag je de aankoop terugdraaien zonder reden
Slide 26 - Slide
Bedenktijd
Hoofdregel: gekocht is gekocht!
In de volgende gevallen minimaal 14 dagen bedenktijd volgens:
- De Wet koop op afstand:
voor aankopen via internet, telefoon, bestelbon.
- De Colportagewet:
voor aankopen aan de deur, verkoopdemonstraties. Alleen voor aankopen van meer dan € 50.
Slide 27 - Slide
Waar haal je je recht?
Instanties die toezien op naleving consumentenrecht:
- NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit)
- ACM (Autoriteit Consument en Markt)
www.consuwijzer.nl
- De Geschillencommissie
doet bindende uitspraak
Slide 28 - Slide
Instanties die toezien op bedrijven
Als bedrijven zich niet aan het consumentenrecht houden.
- NVWA: Nederlandse voedsel- en warenautoriteit
- ACM: autoriteit consument en markt:
1. bedrijven moet consumenten eerlijk behandelen en
2. bedrijven moeten eerlijk met elkaar concurreren
- De Geschillencommissie
Zij houden toezicht op het naleven van regels.
Slide 29 - Slide
2.2 Waar heb je recht op? (deel 2)
Wat moet je eigenlijk doen als je niet tevreden bent over een product?
Je gaat naar de leverancier en probeert samen een oplossing te zoeken
Wanneer je er niet uit komt ga je naar de geschillencommissie
Slide 30 - Slide
2.2 les 1 -> leerdoelen:
Je weet waarom en welke rechten je als consument hebt.
Je weet welke wetten je beschermen tegen onveilige producten
Je weet welke wetten je een bedenktijd geven bij bepaalde aankopen