Montag 10. Oktober H2

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Montag 10. Oktober

Log vast in via de code op Lessonup

00:00

School begint te vroeg!

Ja

Valt mee

00:41

Lina heeft moeite om vroeg op te staan.

1. Ja
2. Nee
3. Soms

01:00

Als jij mocht kiezen
hoelaat begint school dan?

01:18

Iemand wil graag vroeg beginnen, hoe laat?

02:44

Hoe laat begint deze school altijd?

1. 6 uur
2. 8 uur
3. 13 uur
4. 20.15 uur

03:13

Mensen die horen bij de "Eulen" staan die liever vroeg of laat op?

03:31

Bij welke groep hoor jij?

Lerchen

Eulen

Normaltypen

05:27

Welke groep slaapt langer

1. Lerchen
2. Eulen

06:16

Wat voor problemen krijgen ouders als hun kinderen later met school zouden beginnen

07:37

Waarom wordt het slapen met een programma van een wasmachine vergeleken?

1. Beide is een soort programma dat vast kan lopen
2. Beide is een soort programma dat afgebroken wordt

08:44

Wat voor tips worden er genoemd?

09:03

Liever: vroeg opstaan en vroeg klaar met school OF
laat opstaan en later klaar met school

Vroeg

Laat

Grammatik/Wortschatz

Wiederholung

Hoe zeg je in het Duits:

Wie

1. Wie
2. Was
3. Wann
4. Wer

Vul de juiste vorm in van het werkwoord haben
Er .... noch nicht gut gelernt.

Verbind

was

wie

wann

warum

wat

hoe

wanneer

waarom

Vul de juiste vorm in van het werkwoord sein
Ihr ..... witzig.

De juiste vertaling van het jaar is

1. der Jahr
2. das Jahr
3. das jahr
4. der jahr

Vul de juiste vorm in van het werkwoord haben
Hans ..... ein Bruder.

Vul de juiste vorm in van het werkwoord sein
Ich ..... 14 Jahre alt.

De meervoudsvorm van de zus is

1. die Schwester
2. die Schwesters
3. die Schwestern
4. die Geschwister

Vul de juiste vorm in van het werkwoord sein
Wir .... gute Freunde

Vul de juiste vorm in van het werkwoord haben
Ich .... Geburtstag

Vertaal de zin:
Wie is dat?

Wie heißt du?
Vertaal wie naar het Nederlands

1. Wat
2. Waarom
3. Hoe
4. Wie

Vul het ontbrekende woord in:
...... kommst du? Ich komme aus Deutschland!

Vertaal: zestien

1. sechszehn
2. siebenzehn
3. siebzehn
4. sechzehn

Vertaal: Duitsland

Vertaal: Nederland

1. Niederland
2. die Niederland
3. die Niederlande
4. die Niederlände

die Name

die Straße

heißen

kommen

de naam

de straat

heten

komen

das Hendy betekend het mobieltje

het gezin is in het Duits: die Familie

wählen betekend kiezen

een miljoen is in het Duits: eine million

Wat ga je nu doen?

Wiederholung: 

Blz. 172 t/m 177

Kies de opdrachten waar je nog mee wil oefenen!