planmatig werken H 18 tm 20

Planmatig werken
3 fasen:
  1. 1e fase= Voorbereiden: informatie verzamelen, taak formuleren, doel bepalen, plan maken door: 6w-vragen, SMART
  2. 2e fase= uitvoeren
  3. 3e fase= afronden/reflecteren/evalueren
1 / 21
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Planmatig werken
3 fasen:
  1. 1e fase= Voorbereiden: informatie verzamelen, taak formuleren, doel bepalen, plan maken door: 6w-vragen, SMART
  2. 2e fase= uitvoeren
  3. 3e fase= afronden/reflecteren/evalueren

Slide 1 - Slide

Terugblik
1e fase: voorbereiding:
De 6 w-vragen: 
wie?
wat?
wanneer?
welke?
waarom?
waar?

Slide 2 - Slide

terugblik
1e fase= SMART




Ik wil deze opleiding in 1,5 jaar halen

Slide 3 - Slide

terugblik
2e fase= uitvoeren
je voert het werkplan uit

huiswerk gemaakt: 35 t/m 39
wie heeft daar vragen over?

Slide 4 - Slide

Deze les
H 18 t/m 20 blz. 47 t/m 51
opdracht: 40 t/m 44

Leerdoel: Ik kan aan het einde van de les de derde fase van een werkplan in eigen woorden vertellen

Slide 5 - Slide

3e fase: reflecteren en evalueren
reflecteren= nadenken over je eigen gedachten, gevoelens en herinneringen

evalueren= na afloop terugkijken op de voorbereiding en uitvoering

verschil? bij reflectie kijk je naar je eigen handelen bij evaluatie gaat het om de werkzaamheden waarop je terugkijkt

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Waarom reflecteren en evalueren?
  • Je wilt weten of wat je hebt geleerd ook goed heeft gewerkt
  • je bedenkt of je bepaalde werkzaamheden ook andere kunt aanpakken
  • je controleert of de werkzaamheden goed zijn uitgevoerd
  • je verbetert je werk door te leren van fouten en successen

Slide 8 - Slide

Hoe reflecteren?
Je denkt na over:
  • wat je doelen zijn
  • welke keuzes je hebt gemaakt
  • welke vaardigheden je hebt gebruikt
  • hoe je reageert op bepaalde situaties
  • hoe je je voelt bij bepaalde acties

Slide 9 - Slide

Reflectie en discipline
Discipline = jezelf kunnen dwingen om iets te doen

Zelfreflectie = wanneer je zelf wil reflecteren
Daar is discipline voor nodig

Slide 10 - Slide

REFLECTEREN

Slide 11 - Slide

Opdracht 40
Wat kan Latoya anders doen een volgende keer bij mw. Yilmaz ? 

Slide 12 - Slide

Verschil reflecteren en evalueren
Reflectie = terugkijken op jouw eigen handelen
Hoe voelde je je erbij, had je anders kunnen reageren, etc.

Evalueren = terugkijken op werkzaamheden
Zijn alle taken gedaan ? Was er genoeg tijd ? 

Slide 13 - Slide

Een activiteit organiseren bestaat uit:
A
bijstellen, uitvoeren, organiseren
B
uitvoeren, bijstellen, organiseren
C
organiseren, uitvoeren, bijstellen
D
bijstellen, organiseren, uitvoeren

Slide 14 - Quiz

Een werkplan =
A
een plan met werkzaamheden
B
Een stappenplan om te reflecteren

Slide 15 - Quiz

Zet je het verzamelen van
servies in de voorbereiding, uitvoering, of afronding van je werkplan?
A
Afronding
B
Uitvoering
C
Voorbereiding

Slide 16 - Quiz

Planmatig werken

Voorbereiding - uitvoering - afronding

- Wanneer

- Wat

- Waar

- Welke manier

- Waarom

- Wie



Slide 17 - Slide

Uit welke fasen bestaat een werkplan?
A
klaarzetten, uitvoeren, opruimen
B
voorbereiden, uitvoeren, reflecteren en evalueren
C
de 6 w's
D
verzinnen, maken, plannen

Slide 18 - Quiz

TERUGKIJKEN
TERUGKIJKEN

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Reflecteren is hetzelfde als evalueren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz