Rijmen

Gedichten rijmen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Gedichten rijmen

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Groep 7/8: Aan het einde van de les weet jij wat gepaarde, gekruiste en omarmende rijmschema’s zijn.

Kern: Aan het einde van de les weet jij welke soorten rijm er zijn.

Op Niveau: Aan het einde van de les weet jij wat gedachtesprongen zijn.


Slide 2 - Slide

Jouw eigen ervaring met gedichten

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Welke rijmwoorden heb jij gehoord?

Slide 5 - Slide

Een rijmschema 
is de manier waarop woorden in een gedicht op elkaar rijmen. 

Een voorbeeld: a - a - b - b, gepaard rijm
De eerste en tweede regel rijmen dan op elkaar. En de derde en vierde regel rijmen dan op elkaar. 

Slide 6 - Slide

Een voorbeeld 
Mijn leven is echt heel gewoon
een huis is waar ik woon.
Met een tuintje en een kat,
en er gebeurt nooit eens wat
Af en toe vangt de kat een muis,
en die brengt hij dan mee naar huis




Slide 7 - Slide

a - b - a - b
gekruiste rijm

Slide 8 - Slide

a - b - b - a 
omarmende rijm
Er worden vele hartsgeheimen
Tot mijn onuitsprekelijk plezier
Op vele websites en papier
geschreven in gedichten en in rijmen.

Slide 9 - Slide

Beginrijm
Een gedicht, lied of rap kan rijmen op verschillende manieren: 

Het eerste woord kan rijmen op het eerste woord in de regel erna. 
Vliegen als een vogel,  
bedriegen als een dief.   

Slide 10 - Slide

Middenrijm
Het middelste woord rijmt op het middelste woord in de regel erna. 

Als ik loop over straat.
En dan hoop ik dat je gaat

Slide 11 - Slide

Eindrijm
Het laatste woord rijmt op het laatste woord van de regel erna. 

Op de bodem is het diep.
Maar vergeten kan ik je niet

Slide 12 - Slide

Klinkerrijm 
Er zijn rijmvormen die niet perfect rijmen, bijvoorbeeld klinkerrijm. 

Ik vind je erg lief, 
dat gevoel zit erg diep

Slide 13 - Slide

Gedachtesprongen
Popliedje: duidelijk wat de boodschap is, wat de zanger wil vertellen. Er zijn weinig gedachtesprongen. 

Gedicht: een gedicht moet je vaak nog een keer lezen. Wat wil de schrijver nou precies zeggen?
Bij een gedicht zijn er dus grote gedachtesprongen. 

Slide 14 - Slide