H5.2 M & R

H5 'Mensen en regels'


cursus 5.2 'Monniken en ridders'




Tijdvak 4: Monniken en ridders (500-100)

Periode 2: Middeleeuwen (500-1500)

1 / 27
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H5 'Mensen en regels'


cursus 5.2 'Monniken en ridders'




Tijdvak 4: Monniken en ridders (500-100)

Periode 2: Middeleeuwen (500-1500)

Slide 1 - Slide

Planning

  • Lesdoelen vorige les
  • Lesdoelen deze les
  • Instructie / zelfstandig werken
  • Aan de slag
  • Lesdoelen evalueren


Slide 2 - Slide

Herhaling lesdoelen 5.1

Slide 3 - Slide

Welke 3 bestuurslagen zijn er in Nederland?

Slide 4 - Open question

Hoe wordt in Nederland het bestuur gekozen?

Slide 5 - Open question

Wie maakt in Nederland de wetten en wanneer wordt een wet aangenomen?

Slide 6 - Open question

Lesdoelen 5.2
  • Je kunt uitleggen waarom Karel de Grote zijn Rijk verdeelde in graafschappen.


  • Je kunt uitleggen waar Willibrord voor gezorgd heeft in Nederland.


  • Je weet welke 3 groepen er in de tijd van de monniken en ridders bestonden.


  • Je kunt de 5 plichten van de horigen noemen.







Slide 7 - Slide

Monniken en ridders

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Slide


Het Frankische Rijk
751-870



  • Het Frankische volk kreeg de macht over een groot deel van Europa.
  • De bekendste Frankische koning was Karel de Grote.  
  • In het jaar 800 werd hij zelfs keizer

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Romeinse rijk in 500 n.chr.

Oost-Romeinse Rijk
West-Romeinse Rijk

Slide 12 - Slide

West-Europa 600

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Edelen 
Omdat het rijk van Karel te groot is, verdeelt hij zijn rijk in graafschappen. 
De baas hiervan is een graaf. Hij heeft 2 taken:
  • bijstaan met raad. (besturen graafschap en advies geven)
  • bijstaan met daad. (zorgen voor ridders/soldaten)

Graven zijn van adel en worden edelen genoemd.
 

Slide 16 - Slide

Edelen en steden
  •  De edelen hadden geld nodig voor ridders en kastelen.
  •  Edelen verkochten rechten aan steden voor geld.
  •  Steden mochten hierdoor steeds meer zelf beslissen.
  •  Steden kregen hun eigen bestuur: de schout en de schepenen.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Maken 
opdr 1 t/m 4 

basis opdr 1 t/m 3 

Slide 19 - Slide

Willibrord
  • Hij leefde rond het jaar 730 in Nederland. 

  • In de tijd van Willibrord geloofden veel mensen in verschillende goden. 

  • Vanuit Utrecht reisde hij door Nederland om de mensen over Jezus Christus te vertellen.  

  • Willibrord bekeerde veel mensen in Nederland tot het christendom. 

Slide 20 - Slide

Edelen 
Omdat het rijk van Karel te groot is, verdeelt hij zijn rijk in graafschappen. 
De baas hiervan is een graaf. Hij heeft 2 taken:
  • bijstaan met raad. (besturen graafschap en advies geven)
  • bijstaan met daad. (zorgen voor ridders/soldaten)

Graven zijn van adel en worden edelen genoemd.
 

Slide 21 - Slide

Geestelijken
Geestelijken: mensen die de hele dag met hun geloof bezig zijn.
2 soorten geestelijken: 
  • Priesters (werken in de kerk en preken op zondag) 

  • Monniken (mannen) en nonnen (vrouwen). Ze leven afgezonderd in een klooster en werken en bidden de hele dag).

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Heren en horigen
Horigen: boeren die weinig vrijheid kenden en ‘hoorden’ bij het land.

Horigen hadden 4 plichten:
  1. Mochten het land van hun heer niet verlaten; 
  2. Een deel van de oogst afstaan als belasting; 
  3. Op feestdagen extra geschenken geven; 
  4. Allerlei klusjes doen voor hun heer. 

In ruil hiervoor kregen ze bescherming tegen gevaar. Dit was hun recht.
.

Slide 24 - Slide

3 groepen
Als je in de tijd van monniken en ridders leefde hoorde je bij een van de 3 groepen:
  1. Edelen (de mensen van adel: graven, koningen e.d.)
  2. Geestelijken (de mensen van de kerk: monniken, priesters)
  3. Boeren en horigen

Groep 1 en 2 was maar een klein deel van de bevolking.

Slide 25 - Slide

Maken
cursus 5.2  afmaken
Opdr 10 t/m 13 

klaar --> klassikaal nakijken 


Slide 26 - Slide

Evaluatie Lesdoelen 5.2
  • Je kunt uitleggen waarom Karel de Grote zijn Rijk verdeelde in graafschappen.

  • Je kunt uitleggen waar Willibrord voor gezorgd heeft in Nederland.

  • Je weet welke 3 groepen er in de tijd van de monniken en ridders bestonden.

  • Je kunt de 4 plichten van de horigen noemen.

Slide 27 - Slide