This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Nederlands periode 2 Voeding
Leesvaardigheid
Slide 1 - Slide
BVB periode 2
Werkwoordspelling
Fictie
Leesvaardigheid
Zakelijke e-mail
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
1. Ik kan een zakelijke e-mail schrijven.
2. Ik kan het verschil tussen fictie en non-fictie, realistisch en niet-realistisch benoemen en aantonen.
3. Ik kan het verschil tussen hoofdpersonen en bijpersonen benoemen en aantonen.
4. Ik kan de volgende begrippen omschrijven en aantonen: spanning, spanningsvraag, cliffhanger, flashback,
chronologie, wisselingen van tijd en plaats.
Slide 3 - Slide
Leesvaardigheid
Slide 4 - Slide
Verkennend en nauwkeurig lezen
Verkennend lezen
Je leest verkennend, als je een tekst bekijkt om een eerste indruk te
krijgen. Dat doe je zo:
• lees de titel en de eerste en de laatste alinea;
• lees tussenkopjes en vetgedrukte woorden;
• bekijk eventuele afbeeldingen;
• lees de informatie die onder de tekst staat.
Slide 5 - Slide
Nauwkeurig lezen
Je leest nauwkeurig, als je de tekst wilt begrijpen en precies wilt weten
wat erin staat. Je leest de tekst helemaal.
• Je let op de informatie die inleiding en slot geven.
• Je vraagt je af wat het belangrijkste is wat over het onderwerp wordt
gezegd.
• Je vraagt je af wat belangrijke moeilijke woorden betekenen.
• Je kijkt wat het verband is tussen tekstdelen.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Aan de slag
Talent blz 59
Opdracht 1 en 2
Slide 8 - Slide
Vandaag:
1. eerst opdracht 1 en 2 nakijken;
2. kijk naar tekst 1 'Suikertaks' blz 60 in Talent en maak opdracht 3
3. Samen 'Suikertaks' lezen.
Slide 9 - Slide
Vandaag:
Lees nog een keer de tekst "Suikertaks" op blz 60 van Talent en maakt opdracht 4 en 5.
Slide 10 - Slide
Vandaag
1. opdracht 4 en 5 nakijken;
2. theorie feit en mening;
3. opdracht 6 maken blz 61 Talent.
Slide 11 - Slide
Feit en mening
feit (het; o; meervoud: feiten)
1 daad, handeling: een strafbaar feit waarop een straf staat
2 gebeurtenis of omstandigheid waarvan de werkelijkheid vaststaat: in feite feitelijk, eigenlijk, inderdaad; achter de feiten aan lopen (a) maatregelen nemen, meningen verkondigen die achterhaald zijn; (b) (sport) een achterstand hebben
Een feit is iets wat werkelijk zo is of wat echt is gebeurd en kun je controleren.
Slide 12 - Slide
Feit en mening
me·ning (de; v; meervoud: meningen)
1 manier waarop je over een bepaalde zaak denkt
Een mening is wat een persoon ergens van vindt.
Andere woorden voor mening zijn: standpunt, oordeel, opinie en opvatting
Slide 13 - Slide
Maken
Maak opdracht 6 blz 61 van talent
Slide 14 - Slide
Vandaag
1. maak in tweetallen opdracht 8, 9 en 10 op blz 62 van Talent.