H2 Interpersoonlijke communicatie MWWE

1 / 62
next
Slide 1: Slide
Psychologie & SociologieSecundair onderwijs

This lesson contains 62 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Inleiding p.27
  • Waar gaat het artikel over?
  • Denk je dat dit initiatief succes zal hebben? Waarom (niet)?
  • Zou je zelf deelnemen aan zo’n project om ruzies of conflicten op te lossen? Waarom (niet)?
  • Zie je nog manieren om conflicten op te lossen?
  • ...

Slide 3 - Slide

1. Interpersoonlijk communicatieproces p.28
  • Communicatiemodel
    -> reeds gezien bij ander vak???
  • Communicatie ~ 'communicare', 'deelnemen aan' & 'communis', 'gemeenschappelijk'
    -> meerdere mensen bij betrokken
  • Interpersoonlijke communicatie - tussen verschillende mensen

Slide 4 - Slide

1.1 Communicatiemodel p.28
Oef.1 p.28
Schema uitwerken om interpersoonlijk communicatieproces te verduidelijken.
Welke begrippen staan erin? Wat wordt er doorgegeven? Via waar? ...

Slide 5 - Slide

1.1 Communicatiemodel p.28

Slide 6 - Slide

1.1 Communicatiemodel p.28
  • Boodschap wordt in een bepaalde code gezet.
    Ontvanger moet deze interpreteren. 
    -> Dezelfde code belangrijk!!
  • Proces zender -> ontvanger = transmissie
  • Invloed van de context (sociaal, materieel of historisch).
    Oef.2 p.28-29: bv. lkr - lln vroeger en nu
    Oef.3 p.29: schema toepassen

Slide 7 - Slide

1.2 Ruis p.30
  • Ruis in het communicatieproces?
    = storende factor (kwadrant uitwerken)
  • Ervaringsgerichte casussen (per 2)




Slide 8 - Slide

1.2 Ruis p.30-31
  • Fysieke ruis: alle signalen van buitenaf 
  • Fysiologische ruis: lichamelijke beperkingen bij zender of ontvanger
  • Psychologische ruis: vooroordelen en stereotiepe opvattingen
  • Semantische ruis: hanteren van verschillende codes

Slide 9 - Slide

1.2 Ruis p.30-31
Oef.4 + 5 p.30-31
Extra oefening - zie Classroom

Slide 10 - Slide

1.3 Soorten communicatie p.31
  • Verbale communicatie: woorden
  • Non-verbale communicatie: zonder woorden/lichaamstaal, bewuste en onbewuste reacties/gedrag 
  • Subverbale communicatie: communicatie die ondersteunt wat je zegt
Oef.6 p.31

Slide 11 - Slide

1.3 Soorten communicatie p.32
  • Vocaal / auditief (stem / horen)
  • Non vocaal / visueel (zonder stem / zien)

Slide 12 - Slide

1.3 Soorten communicatie p.32

Slide 13 - Slide

1.3 Soorten communicatie p.32
Belang van sub-verbale communicatie:
vb. onderzoek artsen die vervolgd worden

Opdracht: vat de conclusie van dit onderzoek samen
  • Vervolgd: minder tijd voor consultaties, meer dominante toon
  • Niet vervolgd: meer tijd nemen om te luisteren, meer bezorgde toon

Oef.8 p.32-33
Oef.9 p.33-34

Slide 14 - Slide

1.3 Soorten communicatie p.32
Oef.8 p.32-33 (subverbale communicatie bvb bij ironische opmerkingen)

Slide 15 - Slide

1.3 Soorten communicatie p.32
Oef.9 p.33-34: 3 soorten niet alle 3 even belangrijk => beoordelen
  • gelaatsuitdrukking => supersonisch snelle communicatie
  • non-verbale communicatie : geen manipulatie / controle
  • meer oogcontact, intensere blik, vaker knikken
  • via woorden : boodschap / gebruik intonatie en stembuigingen, stemvolume

Slide 16 - Slide

Even terug opfrissen...
  • Hoofdstuk?
  • Soorten ruis?
  • Soorten communicatie?


Extra oef. 'Friends'-discussie

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

1.4 Binnen-, buiten- en overkant van communicatie p.34
  • Binnenkant:
    wat er binnen in je omgaat (gedachten, gevoelens, mening...)
    intenties van ons gedrag
    niet rechtstreeks waarneembaar

Slide 19 - Slide

1.4 Binnen-, buiten- en overkant van communicatie p.34
  • Buitenkant:
    waarneembaar gedrag (houding, intonatie, uitgesproken woorden...)
    ook niets doen = communicatie (~ axioma, zie verder)

Slide 20 - Slide

1.4 Binnen-, buiten- en overkant van communicatie p.34
  • Overkant:
    met jouw eigen buitenkant beïnvloed je jouw gesprekspartner, effect wordt bepaald door gedrag (niet door de intentie ervan)
Oef.10 p.34 (tekst oef.6)

Slide 21 - Slide

1.5 Spiegelgedrag p.35
Spiegelgedrag: spiegelen of imiteren van gedrag van anderen

'Ook getest op mensen' - filmpje (volgende slide)
-> opfrissen: OV-AV en controlegroep-experimentele groep

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

1.5 Spiegelgedrag p.35
  • Wat? 
    Houdingen, bewegingen,  spreektempo, intonatie, woordkeuze...
  • Hoe?
    Spontaan en onbewust of net bewust
  • Waarom?
    Vertrouwen en verbondenheid, interactie aangenamer

Slide 24 - Slide

1.5 Spiegelgedrag p.36
Oef.12 p.36

Hoe komt dit nu eigenlijk dat dit ook onbewust kan verlopen?
Tekst p.36

Slide 25 - Slide

1.5 Spiegelgedrag p.36
Spiegelneuronen:
Bv. wanneer iemand valt -> troosten
  • spiegelneuronen => basis voor empathie
  • neurofysioloog Giacomo Rizzolatti => onderzoek aapjes
  • spiegelneuronen: zenuwcellen actief die zelfde gedrag / emotionele expressie van de andere in ons brein weerspiegelen

Slide 26 - Slide

1.6 Invloed van socio-culturele factoren p.36
Verschillende factoren beïnvloeden interpersoonlijke communicatie.
Oef.13 p.36-38

Slide 27 - Slide

1.7 Vormen van begroeting p.39
Specifieke communicatieregels  per cultuur.

Oef.14 p.39
Hoe begroeten jullie elkaar? Je ouders? Je grootouders? ...

Oef.15 p.39 (Filmpje op volgende slide)

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Link

1.7 Vormen van begroeting p.39
België
  • Formeel - handdruk
  • Informeel - high five, knuffel, vuistje...

Persoonlijke begroeting (zie filmpje volgende slide) - verbondenheid!


Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

1.7 Vormen van begroeting p.39
Onderzoeksopdracht:
  • Groepjes per 2
  • Opdracht te vinden en in te dienen via Classroom


Slide 32 - Slide

2 Communicatie axioma's p.39
Axioma ~ basisprincipe ~ wet

Watzlawick omschreef 5 axioma's in interpersoonlijke communicatie.

Slide 33 - Slide

2 Communicatie axioma's p.40
  1. Je kunt niet niet communiceren 
    Altijd communicatie en wederzijdse beïnvloeding
    (non-verbale communicatie)
  2. We spreken altijd dubbel
    Inhoudsaspect (inhoud van de boodschap)
    Betrekkingsaspect ~ relationele aspect (manier waarop we tegenover elkaar staan ~ uitdrukken hoe we naar onszelf en de ontvanger kijken)

Slide 34 - Slide

2 Communicatie axioma's p.40
  1. Je kunt niet niet communiceren 
  2. We spreken altijd dubbel
  3. Iedereen heeft zijn waarheid
    Uitgaan van zelfde referentiekader / interpretatie
    (boodschap zender is niet gelijk aan hoe boodschap wordt ontvangen)
  4. Digitale en analoge taal
    Digitaal - woorden, tekens gebaren; eenduidige betekenis
    Analoog - bv. intonatie, gezichtsuitdrukkingen, lichaamstaal; verschillende interpretatie mogelijk

Slide 35 - Slide

2 Communicatie axioma's p.40
  1. Je kunt niet niet communiceren 
  2. We spreken altijd dubbel
  3. Iedereen heeft zijn waarheid
  4. Digitale en analoge taal
  5. Wie heeft het voor het zeggen?
    Symmetrische communicatie - zelfde machtsniveau
    Complementaire communicatie - ongelijke machtspositie
    Oef.16 p.40 (Trump - Trudeau, filmpje op volgende slide)

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Link

2 Communicatie axioma's p.41
Oef.17 p.41

Oef.18 p.41-42 (filmpje op volgende slide)
Jelle zit in het 5e leerjaar en voelt zich al een tijdje op een negatieve manier behandeld door meester Jan.

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Link

2 Communicatie axioma's p.42
Opdracht: rollenspellen per 3 of 4
  • Maak 5 filmpjes (en monteer deze in 1 filmpje)
  • In elk filmpje wordt een axioma getoond (niet letterlijk benoemen!)
  • Zet deze filmpjes achter elkaar, in willekeurige volgorde, met nadien telkens een pauze en dan het getoonde axioma
  • Les nadien bekijken we de filmpjes, evaluatie: per juist geraden axioma wordt er een punt gegeven (/5)
  • Filmpjes ook uploaden op Classroom (1 iemand met namen erbij is voldoende)

Slide 40 - Slide

Wat zijn kenmerken van iemand die goed is in 'luisteren'?

Slide 41 - Mind map

Wat doet die net niet?

Slide 42 - Mind map

3 Gordonmethode p.42
Methode om: 
  • Effectief te communiceren
  • Conflicten voorkomen / oplossen
Belang van gelijkwaardigheid en wederzijds respect.

Slide 43 - Slide

3 Gordonmethode p.43
Ontstaan:
  • communicatie verliep moeilijk in ouderschap (onduidelijke communicatie, autoritair / toegeeflijk, waardoor spanning, conflicten en zorgen)
  • methode met respect voor elkaars mening en behoeften; conflicten oplossen met 'geen-verlies-methode'
Methode bruikbaar in bredere context dan ouderschap.

Slide 44 - Slide

3 Gordonmethode p.43
Van wie is het probleem? Geeft info over het 'aanvaardbaar' zijn van gedrag en hoe erover te communiceren.

Slide 45 - Slide

3 Gordonmethode p.44






Oef.20 p.44

Slide 46 - Slide

3 Gordonmethode p.44
Technieken:
  • Actief luisteren
  • Ik-boodschap

Slide 47 - Slide

3 Gordonmethode p.44-46
Actief luisteren:
  • Technieken
  • Hinderpalen
Neem zelfstandig door en maak Oef.21 en 22 p.45-46

Slide 48 - Slide

3 Gordonmethode p.44
Technieken:
  • Actief luisteren -> voornamelijk bij 'de ander heeft een probleem'
  • Ik-boodschap -> voornamelijk bij 'ik heb een probleem'

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Video

3 Gordonmethode p.46
Ik-boodschap:
Wie kent dit?
Wat is er de kracht van?
Onderdelen?

Slide 51 - Slide

3 Gordonmethode p.46
Ik-boodschap:
  • gedrag van de ander is voor jou onaanvaardbaar, jij hebt er een probleem mee -> communiceren hiervan!

  • Effectief communiceren, conflict vermijden:
    ander niet kwetsen, geen commentaar geven op de ander
    -> meer bereidheid om te luisteren en oplossing te zoeken

Slide 52 - Slide

3 Gordonmethode p.46-47
Ik-boodschap: onderdelen:
  • Gedrag van de ander (concreet omschrijven, zonder oordeel!), tip: start met 'ik zie dat...' of 'ik merk dat...'
  • Je eigen gevoel
  • De gevolgen die het voor je heeft
Oef.23 p.46-47: focus op 'niet aanvallend' communiceren

Slide 53 - Slide

3 Gordonmethode p.46-47
Ik-boodschap: onderdelen:
  • Gedrag van de ander 
  • Je eigen gevoel
  • De gevolgen die het voor je heeft
Extra oefening:
Stel je voor, jouw vriendje/vriendin wil lichamelijk een stapje verder gaan, maar jij niet. Pas de ik-boodschap toe.

Slide 54 - Slide

4 Roos van Leary p.47
Oef.18 p41: Lees situatie => Hoe zou jij reageren?

  • Timothy Leary => communicatiemodel: Roos van Leary
  • gedrag lokt ander gedrag uit
  • gedrag en communicatie stuurt / beïnvloedt anderen
  • 2 dimensies / assenstelsel

Slide 55 - Slide

4 Roos van Leary p.47
Twee dimensies of assen

* ‘Boven-onder’- as = verticale as:
                                              mate waarin mensen invloed op elkaar uitoefenen
Boven: veel invloed of macht                  Onder: geen of weinig invloed of macht

* ‘Tegen-samen’- as = horizontale as:
                                               mate van aanvaarding (persoonlijk/afstandelijk)
Samen: veel aanvaarding                          Tegen: weinig of geen aanvaarding

Slide 56 - Slide

4 Roos van Leary p.48
Vier kwadranten of gebieden:

Boven-samen
Boven-tegen
Samen-onder
Tegen-onder

Oef.26 p.48

Slide 57 - Slide

4 Roos van Leary p.48
Sociaal gedrag = altijd reactie op ander gedrag
  • Bovengedrag lokt ondergedrag uit
                       en omgekeerd
  • Samengedrag lokt samengedrag uit
  • Tegengedrag lokt tegengedrag uit

Oef.27 p.48

Slide 58 - Slide

4 Roos van Leary p.48-49

Roos van Leary: 8 sectoren 
(kwadranten worden opgedeeld in 2)

Oef.28 p.49
: Plaats de nummers van de omschrijvingen op de roos
Oef.29 p.49: Kijk terug naar oef.25

Slide 59 - Slide

4 Roos van Leary p.49

Gepast en ongepast gedrag

Gepast gedrag = alle sectoren; kunnen
overstappen van ene sector naar 
andere (gele binnencirkel)
Ongepast gedrag = telkens hetzelfde
gedragspatroon (paarse buitencirkel)


Slide 60 - Slide

4 Roos van Leary p.50-51

Oefeningen! 

Maak oef. 30-31-32 p.50-51
Noteer concrete reacties bij oef.31! 

Indien deze niet klaar zijn, thuis 
afmaken tegen donderdag.


Slide 61 - Slide

4 Roos van Leary p.51

Rollenspellen!


Slide 62 - Slide