Maatwerk brugklas eerste les (p1c-s35)

Bienvenue au cours de français!
1 / 34
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bienvenue au cours de français!

Slide 1 - Slide

Le programme
  • La langue française.
  • On parle français!
  • Apprendre les mots français.

Slide 2 - Slide

Le français pourquoi?

Slide 3 - Slide

Hoeveel mensen ter wereld spreken er ongeveer Frans (1e & 2e taal)?
A
200 miljoen
B
300 miljoen
C
400 miljoen
D
500 miljoen

Slide 4 - Quiz

In hoeveel landen is het Frans een officiële taal?
A
5
B
9
C
17
D
29

Slide 5 - Quiz

Frans is een wereldtaal. Op welke plek staat de Franse taal?
A
3e
B
4e
C
5e
D
6e

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Tu parles français sans le savoir!

Je gebruikt ongemerkt al een heleboel Franse woorden...... weet jij welke?

Slide 8 - Slide

Als je jarig bent krijg je een...

Slide 9 - Open question

Het huiswerk maak je aan jouw...

Slide 10 - Open question

De bestuurder van een auto of bus is de...

Slide 11 - Open question

De auto parkeer je in een overdekte...

Slide 12 - Open question

Uit eten doe je in een...

Slide 13 - Open question

Welke andere Franse woorden ken je al?

Slide 14 - Mind map

On parle français!
  • Groeten
  • Je voorstellen
  • Uitleggen hoe het met je gaat
  • Vertellen waar je woont
  • Afscheid

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Hallo!
Bonjour!
Salut!

Slide 17 - Slide

Hoe gaat het?
(Comment)ça va?

Slide 18 - Slide

Het gaat goed/zo-zo/niet goed.
Ça va bien!
Ça va comme ci-comme ça.
Ça ne va pas.

Slide 19 - Slide

Hoe heet jij?
Comment tu t'appelles?

Slide 20 - Slide

Ik heet ...
Je m'appelle ...

Slide 21 - Slide

Waar woon je?
Tu habites où?

Slide 22 - Slide

               Ik woon in Delft.
                         J'habite à Delft.

Slide 23 - Slide

Doei/Tot ziens!
Au revoir!
A bientôt!

Slide 24 - Slide

Woordjes leren, hoe dan?

Slide 25 - Slide

Hoe onthouden we dingen?
Vijf manieren
  1. Als je het goed begrijpt
  2. Als je het herhaalt, herhaalt, herhaalt 

3. Als je het interessant vindt (of doet alsof :)) 

4. Als je er veel aandacht aan besteedt

  5. Als je het koppelt aan dingen die je al weet


Slide 26 - Slide

lezen = niet hetzelfde als leren
  • uitspreken!
  • opschrijven!
  • digitaal oefenen!
  • overhoren!

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Algemene tips
- Houd het leren van de woordjes bij. Sla het niet over als het in je huiswerk staat (en het is nog niet voor een toets).
- Leer liever vaker een klein beetje, dan 1x heel veel.
- Herhalen is heel belangrijk!!
- Nieuw blok woorden leren? Herhaal ook de al eerder geleerde blokken.
- Laat je overhoren (mondeling, schriftelijk, digitaal).
- Doe iets praktisch met de leerstof.




Slide 29 - Slide

Volgorde / aanpak woorden leren (dia 1)
1. Lees de woorden hardop (oefen dus meteen de uitspraak).
2. Schrijf de woorden over in een "overschrijfschrift"
(links Frans, rechts Nederlands met een vouwlijn in het midden)
3. Arceer mannelijke woorden blauw en vrouwelijke woorden roze.
4. Oefen maximaal 10 minuten, maar wel (bijna elke dag). Doe dit in blokjes van ong. 5 woorden per keer. Als je die kent, neem je de volgende vijf. Herhaal daarna ook weer de eerste 5 woorden.
- vervolg op volgende dia -

Slide 30 - Slide

Volgorde / aanpak woorden leren (dia 2)
5. Gebruik een aantal verschillende "in-oefenmethodes". Maak bijvoorbeeld gebruik van oefenprogramma's zoals: studygo, quizlet enz.
---------- Laat je vanaf nu af en toe overhoren --------
6. Maak woordkaartjes van de lastige woorden.
7. Gebruik gele "plakmemopapiertjes" voor de allerlastigste woorden.

Slide 31 - Slide

Woordkaartjes maken
- Ouvre ton livre de français.
- Cherche les mots apprendre 1 ou 2 de l'unité 1.
- Fais des cartes mémoire.

Slide 32 - Slide

Comment était le cours?
(Hoe was de les?)
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

Slide 34 - Slide