Woordenschat H4 -2

Goedemorgen!
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • Leesboek
  • Lesboek Nieuw Nederlands
  • Laptop
  • Pen
timer
2:00
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Goedemorgen!
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • Leesboek
  • Lesboek Nieuw Nederlands
  • Laptop
  • Pen
timer
2:00

Slide 1 - Slide

Lezen in je boek
timer
8:00

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen? -1-

  • Lesdoel  Woordenschat Hoofdstuk 4
  • Herhalen Woordenschat H4 theorie 
  • Maken en nakijken opdrachten H4
  • Numo
  • Evaluatie les
  • Afsluiten

Slide 3 - Slide

Lesdoelen hoofdstuk 4 Woordenschat
Ik  ken de betekenis van veelvoorkomende achtervoegsels
Ik kan de betekenis van woorden vinden met behulp van achtervoegsels.

Slide 4 - Slide

Herhaling voorvoegsel

Er zijn woorden met een stukje ervóór, 
dat is een voorvoegsel.
her- , ex-, wan- 

Dus:
onaardig betekent niet aardig
Bijvoorbeeld: het stukje on- betekent niet
.

Slide 5 - Slide

Achtervoegsels!
Sommige woorden eindigen met een achtervoegsel. Je kunt de betekenis van een achtervoegsel vaak zelf raden.
Bijvoorbeeld: Mijn broer is een beoefenaar van taekwondo.
Beoefen+aar=iemand die taekwondo beoefent.

Slide 6 - Slide

Veel voorkomende achtervoegsels zijn:
-aar, -lijk, -heid, -teit, -baar, -atie, -aard, -isch, -ing, -ig, -sel, -loos, -vol, -lijks
beoefenaar - respectloos - puberteit - geschiktheid
bruikbaar - smaakvol- wekelijks

Slide 7 - Slide

Soms geven achtervoegsels woorden een andere betekenis:
-loos: waardeloos = zonder waarde
-vol: smaakvol = met veel smaak
-lijks: wekelijks = elke week

Slide 8 - Slide

Nakijken
Opdracht 1 - bladzijde 142

Slide 9 - Slide

Zelfstandig werken
Maken opdrachten 2 t/m 8 vanaf bladzijde 143
Ben je klaar? Vraag een nakijkformulier.
Daarna: Numo - Taken - Woordenschat H4
Heb je een vraag?
Steek je vinger op.

Slide 10 - Slide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 11 - Slide

Tot de volgende les!

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link