Oefening 5 - niveau 2

oefening 5
zet de zinsdelen in de juiste volgorde
schrijf erover welke tijd gebruikt wordt
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Middelbare school

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

oefening 5
zet de zinsdelen in de juiste volgorde
schrijf erover welke tijd gebruikt wordt

Slide 1 - Slide

oefening 5
bijvoorbeeld:
invullen (imperfectum) / gisteren / hij / het formulier

Gisteren vulde hij het formulier in.

Slide 2 - Slide

1. zich / hij / voorstellen (perfectum)

Slide 3 - Open question

2. kennismaken (presens) / met / ik /de buren

Slide 4 - Open question

3. het woord / hij / uitspreken (perfectum) / goed / het woord

Slide 5 - Open question

4. in / de trein / aankomen (imperfectum) / het station

Slide 6 - Open question

5. mijn / uitnodigen (presens) / ik / vrienden

Slide 7 - Open question

6. ze / afspreken (presens) / vanavond

Slide 8 - Open question

7. hij / zijn / trui / aandoen (imperfectum)

Slide 9 - Open question

8. we / onze / uitdoen (perfectum) / jas

Slide 10 - Open question

9. uur / hij / zes / opstaan (perfectum) / om

Slide 11 - Open question

10. hij / oplossen (imperfectum) / het probleem

Slide 12 - Open question

11. het licht / ze / uitdoen (presens)

Slide 13 - Open question

12. het meisje / dichtdoen (perfectum) / de deur

Slide 14 - Open question

13. neertellen (perfectum) / ik / het geld

Slide 15 - Open question

14. opschrijven (presens) / ik / adres / jouw

Slide 16 - Open question