Lezen: feiten, meningen en argumenten, havo 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Feiten, meningen en argumenten

Kun je het met de volgende uitspraak ONEENS zijn?

Een voetbalteam bestaat uit elf personen.

1. ja
2. nee

Waarom niet?

Dat een voetbalteam uit elf personen bestaat, is een... dat je kunt controleren.

Kun je het met de volgende uitspraak ONEENS zijn?

Ik vind voetballen leuk om te doen.

1. ja
2. nee

Waarom?

Dat iemand voetballen leuk vind om te doen, is een...

Een mening herken je vaak aan signaalwoorden, zoals:

1. ik ben van mening, de reden hiervoor is
2. volgens mij, het is zo dat
3. volgens mij, ik denk dat
4. ik vind, feitelijk

Voorbeeld: Ik vind voetballen leuk om te doen, omdat je samen verantwoordelijk bent voor het resultaat van je team.
Waarom gebruik je argumenten?

Meningen en argumenten horen bij elkaar.

Argumenten herken je vaak aan signaalwoorden, zoals (kies twee antwoorden):

1. dus, trouwens
2. namelijk, immers
3. omdat, want
4. evenals, kortom

Feit, mening of argument?

De beste voetbalclub van Nederland vind ik nog steeds PSV.

1. feit
2. mening
3. argument

Feit, mening of argument?

Vanwege het risico op besmetting mag niemand nog naar school.

1. feit
2. mening
3. argument

Feit, mening of argument?

In 2020 telde Pijnacker 27.130 inwoners.

1. feit
2. mening
3. argument

Feit, mening of argument?

Het tv-programma Showcholade is een levendige spelshow voor jong en oud.

1. feit
2. mening
3. argument

Feiten, meningen en argumenten

Aan de slag

• Maak je weektaak (week 20)

Cursus 1: Meer dan lezen - §4 Feit, mening en argument
Opdracht 1-2-5-6-7-8 (blz.26-31)

• Werk aan je fictiedossier (zie Magister > ELO > Opdrachten) Uiterlijk inleveren in week 23