1mh taalverzorging hoofdstuk 1 en 2: werkwoorden, lidwoorden en zelfstandig naamwoorden

Welkom!
Taalverzorging: grammatica
Les 3: werkwoorden


Lesdoel: Ik kan werkwoorden in een zin herkennen.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Taalverzorging: grammatica
Les 3: werkwoorden


Lesdoel: Ik kan werkwoorden in een zin herkennen.

Slide 1 - Slide


Zinsdelen

= zinnen in zindelen verdelen (streepjes zetten)
- persoonsvorm
- onderwerp
- werkwoordelijk gezegde
- lijdend voorwerp
- ...

Woordsoorten

= de woorden in soorten verdelen (ieder woord apart)
- lidwoord
- zelfstandig naamwoord
- werkwoord
- voorzetsel
- ...

Slide 2 - Slide

Welke werkwoorden herken je in de volgende zin: Anouk heeft te veel cadeautjes op haar verlanglijst staan.

Slide 3 - Open question

Theorie: werkwoorden
De woorden van een zin kun je indelen in woordsoorten. Een van de woordsoorten is het werkwoord (ww). In een zin staat minstens 1 werkwoord.

ww = wat iets of iemand doet of overkomt
~> Een ww kun je vervoegen. Er zijn verschillende werkwoordsvormen

bv: lachen: lach - lacht - lachten - lachte - lachten - gelachen - lachend

Slide 4 - Slide

Wat is het ww? De wadloopvereniging organiseert een tocht over de wadden naar Schiermonnikoog
A
De wadloopvereniging
B
wadden
C
organiseert
D
over

Slide 5 - Quiz

Wat is het ww? Volg jij 7Days al op Snapchat?
A
Volg
B
jij
C
7Days
D
al

Slide 6 - Quiz

Wat is het ww? Mijn moeder kijkt altijd om 20.00 uur naar het nieuws
A
Mijn moeder
B
kijkt
C
altijd
D
naar het nieuws

Slide 7 - Quiz

Aan de slag
Maak opdracht 1 t/m 5 op bladzijde 28 - 29 in je boek.
Klaar? Maak opdracht 6 - 7 - 8 op Nieuw Nederlands online (Hoofdstuk 1 - taalverzorging - werkwoorden)
HW: Opdracht 1 t/m 5 blz. 28 - 29


Slide 8 - Slide

Welkom!
Taalverzorging: grammatica
Les 4: lidwoord en zelfstandig naamwoord

Lesdoel: Ik kan lidwoorden en zelfstandig naamwoorden in een zin herkennen.

Slide 9 - Slide

De
verkoper
Glimlacht
Werkwoord
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord

Slide 10 - Drag question

Theorie: lidwoord en zelfstandig naamwoord
1. Lidwoord: de, het, een                             
~> hoort altijd bij een zelfstandig naamwoord
~> de, het = bepaald lidwoord. Een = onbepaald lidwoord
2. Zelfstandig naamwoord: woord voor mens, dier, plant, ding of gevoel. Eigennamen zijn ook altijd zelfstandig naamwoord (hoofdletter!)
- Vaak heeft een ZN een enkelvoud en meervoud
- Vaak kun je er een verkleinwoord van maken
- Vaak kun je er een lidwoord voor zetten.

Slide 11 - Slide

Aan de slag
Maak opdracht 1 t/m 5 op bladzijde 58 - 59 in je boek.
Klaar? Maak opdracht 6 - 7 - 8 op Nieuw Nederlands online (Hoofdstuk 2 - taalverzorging - lidwoorden  zelfstandig naamwoord)
HW: Opdracht 1 t/m 5 blz. 58 - 59


Slide 12 - Slide

Herhaling grammatica
- Zinsdelen:
* Persoonsvorm en zinsdelen
* Onderwerp

- Woordsoorten:
* Werkwoorden
* Zelfstandig naamwoord en lidwoord

Slide 13 - Slide

Wat is de PV: De zanger zong het liefst zonder microfoon.
A
De zanger
B
microfoon
C
zong
D
liefst

Slide 14 - Quiz

Wat is het onderwerp:
In het weekeinde slaapt Malou vaak uit tot twaalf uur.
A
In het weekeinde
B
Malou
C
slaapt
D
twaalf uur

Slide 15 - Quiz

Wat is het lidwoord: De leraar Engels legde alles uit.
A
De
B
leraar
C
uit
D
Engels

Slide 16 - Quiz

Wat is/zijn de werkwoord(en) in de zin: Wil jij hem op tijd waarschuwen?
A
Wil
B
hem
C
tijd
D
waarschuwen

Slide 17 - Quiz

Aan de slag
Ga naar Nieuw Nederlands online en maak de opdrachten:
- H1 werkwoorden: opdr. 6 - 7 - 8
- H1 persoonsvorm en zinsdelen: opdr. 6 - 7 - 8
- H2 onderwerp: opdr. 6 - 7 - 8
- H2 zelfstandig naamwoord en lidwoord: opdr. 6 - 7 - 8



Slide 18 - Slide