Onzième cours 13 octobre

1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo g, t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning et buts
Aan het eind van dit lesuur....
1. Heb je het huiswerk nagekeken (15 min)
2. Kan je een Frans artikel over ''verliefdheid'' begrijpen(30 min)
3.Kan je in het Frans vertellen dat jij of je vriend(in) verliefd is (10 min)
4. Kan je een Frans liedje over ''verliefdheid'' begrijpen (15 min)


Slide 2 - Slide

Klassenregels
We werken rustig samen in de klas.
We respecteren elkaar. 
We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.
Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.
We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook in de telefoontas.
We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.
We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.
We laten elkaar uitpraten.
We eten en drinken niet in het klaslokaal (behalve in de pauzes).
We verstoren niet bewust de les (door bijvoorbeeld dingen door te klas te gooien of te roepen)

Slide 3 - Slide

Nakijken
Faire: (Maken) Exercices: 22, 24, 25 (p.22-24 WB + P.13 TB)

Apprendre (Leren): Vocabulaire F (p.42 WB)

Slide 4 - Slide

Nakijken: Exercice 22
Exercice 22a
1 Uitnodiging
2 Een bericht/uitnodiging op een Facebook pagina 
3 D’Angelo
Exercice 22b
1 A  
2 B  
Exercice 22c
dix Over 10 dagen is D’Angelo jarig.
3 Op die dag (3 oktober) viert hij zijn verjaardag.
21 uur. Dat is de aanvangstijd van het feest.

Slide 5 - Slide

Exercice 24a
1 Tu connais
2 anniversaire
3 a invité
4 venir
5 à partir de
6 acheter
7 tu as envie de
8 essayer 



Slide 6 - Slide

Exercice 24b
2 Il est cinq heures et demie / dix-sept heures trente.

3 Il est cinq heures et quart / dix-sept heures quinze.
4 Il est minuit.
5 Il est deux heures et quart / quatorze heures quinze.
6 Il est dix heures / vingt-deux heures.

Slide 7 - Slide

Exercice 25
Exercice 25
1 Tu as un rendez-vous?
2 Il est comment?
3 Il a les cheveux noirs et les yeux bleus.
4 On va à la fête de son copain demain soir.

Slide 8 - Slide

Vocabulaire F

Slide 9 - Slide

Vouloir = willen

Slide 10 - Slide

Vouloir = willen
Uitspraak:

Slide 11 - Slide

   vouloir
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
                        veux
                    voulez
                        veut
                        veux
                  veulent
                 voulons

Slide 12 - Drag question

verbe vouloir

Slide 13 - Slide

Devoirs

Faire: (Maken) Exercices: 26cde (P.25WB et P.13 TB)
Apprendre (Leren): Vocabulaire F (p.41 WB), Grammaire G (p.13 TB) 
Let op: Blijf Vocabulaire A,B,E, Grammaire C en Phrases clés D herhalen voor het proefwerk 

Slide 14 - Slide

0

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video