Woensdag 8 december paragraaf 4.3

Welkom
Ga rustig zitten.

Pak alvast je boek, pen en rekenmachine.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
Ga rustig zitten.

Pak alvast je boek, pen en rekenmachine.

Slide 1 - Slide

Vandaag
Wat weet je nog van de vorige les?

uitleg over indexcijfers
uitleg over inflatie
uitleg over koopkracht

Slide 2 - Slide

lesdoelen
je weet wat koopkracht is
je weet wat een indexcijfer is
je kunt rekenen met indexcijfers
je weet wat inflatie is
je kunt verschillende soorten inflatie noemen.

Slide 3 - Slide

Indexcijfers
Om de ontwikkeling van verschillende grootheden, zoals prijzen of inkomen, goed te kunnen vergelijken wordt vaak gebruik gemaakt van indexcijfers.

Een indexcijfer is een getal dat aangeeft hoeveel iets in een bepaalde periode is veranderd ten opzichte van een afgesproken tijdstip. Dit afgesproken tijdstip noem het het basisjaar en krijgt het indexcijfer 100.


Slide 4 - Slide

Indexcijfer formule
Indexcijfer = nieuw getal : getal basisjaar x 100

Voorbeeld:
Loon basisjaar: 2000 euro
Loon nieuwjaar: 2500 euro
Indexcijfer = 2500/2000 x 100 = 125

Slide 5 - Slide

Een prijs berekenen met indexcijfers
Een voorbeeld:
Het basisjaar is 2016. De gemiddelde broodprijs is dan € 2,10.
In 2018 is het prijsindexcijfer voor brood 107. Wat is de broodprijs is 2018?

€ 2,10 is het basisjaar, is dus 100, we willen 107 weten.
€ 2,10 : 100 x 107 = € 2,25.

Slide 6 - Slide


Wat is het basisjaar?
A
2014
B
2015
C
2016
D
2017

Slide 7 - Quiz

Juist of onjuist?
Het indexcijfer is altijd 100 of hoger.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

Koopkracht
De hoeveelheid goederen en diensten die je kunt kopen met je geld.

Je koopkracht hangt af van:
  • je inkomsten;
  • de prijzen.

Slide 10 - Slide

0

Slide 11 - Video

Inflatie
Inflatie betekent een algemene prijsstijging van goederen en diensten.

Door inflatie wordt de koopkracht kleiner, als je inkomen niet net zoveel stijgt als de inflatie.

Het tegenovergestelde van inflatie noemen we DEFLATIE.

Slide 12 - Slide

De gemiddelde prijs van boodschappen steeg afgelopen jaren.

Slide 13 - Slide

De gemiddelde prijs van woningen steeg afgelopen jaren.

Slide 14 - Slide

inkomensstijging > prijsstijging
koopkracht neemt toe
inkomensstijging < prijsstijging
koopkracht neemt af

Slide 15 - Slide

Oorzaken inflatie
  • Loonverhoging
  • Hogere grondstofprijzen zoals olie en graan
  • Meer vraag van consumenten naar goederen of diensten
  • Minder aanbod van producten
  • Hogere belastingen of andere heffingen door de overheid

Slide 16 - Slide

Soorten inflatie
Inflatie: als producten duurder worden.

Als producten duurder worden omdat er veel vraag naar die producten is, noem je dat bestedingsinflatie.

Als producten duurder worden omdat het maken van de producten duurder wordt, noem je dat kosteninflatie.

Slide 17 - Slide

Zelfstandig werken
Maken voor vrijdag:

van paragraaf 4.3 -                  1, 2, 6, 8, 10
van paragraaf 4.4 -                  1, 3, 8, 10

Slide 18 - Slide

Welk onderdeel van deze les zou je nog wat meer uitleg over willen?

Slide 19 - Open question