paragraaf 3

§ 3 Het volk krijgt de macht
1 / 41
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

§ 3 Het volk krijgt de macht

Slide 1 - Slide

Lesplanning:
- Herhaling vorig les
- Intro H. 1 Par. 3 (HB blz. 16)
- Uitleg en aantekeningen Par. 3.1
- Opdrachten maken (WB blz. 12) 
- Terugkoppeling en afsluiting

Slide 2 - Slide

Lesdoelen par. 3 (2 lessen):


1: Welke gevolgen van de industrialisatie waren rond 1900 in Nederland zichtbaar


2: Op welke manieren streden vrouwen voor hun rechten?


3: Wat veranderde er met de grondwetswijziging van 1917?

Slide 3 - Slide

Wat betekende het censuskiesrecht?
A
Kiesrecht waarbij alleen rijke mannen en vrouwen mochten stemmen.
B
Kiesrecht voor alle mannen in een bepaald gebied.
C
Kiesrecht voor mannen die een bepaald bedrag aan belasting betaalden.
D
Kiesrecht voor mannen met een bepaald beroep.

Slide 4 - Quiz

Welke politieke groep zat van 1850 tot 1900 vooral in het parlement?
A
Confessionelen.
B
Socialisten
C
Liberalen
D
Protestanten

Slide 5 - Quiz

Socialisten zijn mensen ... ?
A
die vinden dat iedereen in de samenleving gelijkwaardig is.
B
die vinden dat de overheid zich zo min mogelijk moet bemoeien met de burgers.
C
die tegen algemeen kiesrecht zijn.
D
waarvoor het geloof heel belangrijk is.

Slide 6 - Quiz

Welke vier zuilen ontstaan er aan het eind van de 19e eeuw?
A
Katholieken, Socialisten, Confessionelen en Liberalen
B
Katholieken, Protestanten, Socialisten en Liberalen
C
Protestanten, Socialisten, Confessionelen, en Liberalen
D
Katholieken, Protestanten, Socialisten en Conservatieven

Slide 7 - Quiz

Hoe heet het wetsartikel waarbij steeds meer mannen het kiesrecht kregen?
A
chocolade-artikel
B
cacao-artikel
C
caoutchouc-artikel
D
census-artikel

Slide 8 - Quiz

Gevolgen van de industrialistatie

  • Bevolkingsgroei in de stad


  • Meer welvaart voor de rijken


  • Verslechtering van de leef- en werkomstandigheden van de onderste bevolkingslagen 

Slide 9 - Slide

Filmpje werkomstandigheden 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slechte werkomstandigheden
  • onveilig en ongezond, saai werk
  • lange werkdagen (14u/dag)
  • lage lonen => amper gezin onderhouden
  • Geen rechten !

Slide 12 - Slide

Erbarmelijke woonomstandigheden
  • slechte kleine huisjes (krotten)
  • grauwe arbeiderswijken
  • veel gezinsleden
  • slecht eentonig voedsel (vlees was zeldzaam)
  • hoge kindersterfte
  • weinig hygiëne -> één toiletblok voor heel de wijk.

Slide 13 - Slide

Wat is de Sociale Kwestie? (1)
Industrialisatie leidt tot urbanisatie
Er ontstaat een grote klasse van fabrieksarbeiders. 
Woon- en werkomstandigheden zijn erg slecht. 

Sociale kwestie = vraagstuk over deze omstandigheden. Moet overheid wel/niet ingrijpen? 

Slide 14 - Slide

Wat is de Sociale Kwestie? (2)
Er volgen maatschappelijke discussies over de sociale kwestie. 
  • Lange tijd heerst overtuiging dat het probleem zichzelf wel zal oplossen
  • Liberalen (in veel landen de macht in handen, vanaf midden 19e eeuw): overheid moet niet ingrijpen
  • Socialisten willen wel dat overheid de positie van arbeiders verbetert.

Slide 15 - Slide

Van liefdadigheid naar sociale wetten
  • Armenwet (1854)
  • 'Kinderwetje van Van Houten' (1874)
  • Leerplichtwet (1900), 
  • Woningwet (1901),
  • Ongevallenwet (1901)


    Slide 16 - Slide

    Slide 17 - Video

    Werkboek
    Maken:
    Opdracht 1 t/m 6 (Wb blz. 12)

    Klaar? 

    Werk verder aan je PO
    of 
    de samenvatting van H. 1


    Slide 18 - Slide

    Afsluiting les 1:
    Welke gevolgen van de Industrialisatie waren rond 1900 in Nederland zichtbaar? 


    Slide 19 - Slide

    Afsluiting les 1:
    Welke gevolgen van de Industrialisatie waren rond 1900 in Nederland zichtbaar? 


    - Slechte werkomstandigheden
    - Slechte woonomstandigheden
    - Maatschappelijke discussie: Sociale Kwestie
    - Opkomst eerste sociale wetten zoals kinderwet v. Van Houten en woningwet

    Slide 20 - Slide

    Terugkoppeling vorige les

    • Industrialisatie en alle gevolgen daarom heen. 

    • Sociale kwestie

    Slide 21 - Slide

    Wat is de sociale kwestie?
    A
    Het probleem dat arbeiders niet mochten stemmen.
    B
    Het probleem van de slechte leef- en werkomstandigheden van de arbeiders.
    C
    Het probleem dat er kinderen moesten werken.
    D
    Het probleem dat mensen niet sociaal deden tegen elkaar.

    Slide 22 - Quiz

    Slide 23 - Video

    Slide 24 - Slide

    Kinderwetje van Van Houten

    Slide 25 - Slide

    Sociale wetgeving
    Het kinderwetje van Van Houten
    • De liberalen kregen schrik voor opstanden van arbeiders (socialistische revolutie).
    • Samuel van Houten (een liberaal) ziet dat sociale wetgeving nodig is om dit te vermijden.
    • In 1874 wordt het Kinderwetje van Van Houten goedgekeurd. 
    • Alleen in fabrieken kwam er een verbod op kinderarbeid onder de 12 jaar.

    Slide 26 - Slide

    Feminisme

    Vrouwen die opkomen voor 
    de (gelijke) rechten van de vrouw

    Slide 27 - Slide

    Eerste feministische golf

    • In Nederland: 1870-1920

    • Doel 1: Kiesrecht voor vrouwen
    • Doel II: Toelating tot universiteiten

    Slide 28 - Slide


    Vereeniging voor 
    Vrouwenkiesrecht (VvVK)


    Wilhelmina Drucker
    Aletta Jacobs

    Slide 29 - Slide

    Slide 30 - Video

    Hoe keken de zuilen naar vrouwenkiesrecht?



    Socialisten
    Confessionelen
    Liberalen

    Slide 31 - Slide

     MENINGEN OVER VROUWENKIESRECHT

    • SOCIALISTEN: Loon (mannelijke) arbeiders omhoog -  Steunden vrouwenkiesrecht maar algemeen kiesrecht voor mannen is belangrijker!
    • CONFESSIONELEN: Politiek is alleen voor mannen - Vrouw thuis bij het gezin!
    • LIBERALEN: Verdeeld - Grootste deel vóór vrouwenkiesrecht

    Slide 32 - Slide

    3.3 De veranderingen in de grondwet van 1917

    Slide 33 - Slide

    Algemeen kiesrecht

    ''Zoveel mensen zoveel wensen''


    Verandering grondwet is nodig! 


    Zuilen moeten samenwerken om doelen te bereiken

    Slide 34 - Slide

    Grondwetswijziging 1917


    •  Algemeen mannenkiesrecht (1917) en
    •  Passief kiesrecht vrouwen


    Schoolstrijd opgelost door:

    •  Financiële gelijkstelling onderwijs
    •  Evenredige vertegenwoordiging



      1815

      1848

      18

      venredige vertegenwoordiging

    Slide 35 - Slide

    Schoolstrijd

    Slide 36 - Slide


    Pacificatie
    1917



    • Pacificatie betekent letterlijk: vredestichting
    • Er werd tussen de partijen politieke vrede gesloten door een oplossing te vinden voor een aantal politieke problemen

    Slide 37 - Slide

    'Sinterklaasfeest van 1917'
    Aletta Jacobs
    Zij krijgt hier 'niks', omdat vrouwen slechts passief en geen actief kiesrecht kregen.
    Pieter Jelles Troelstra
    Hij was blij, omdat er algemeen kiesrecht voor mannen kwam.
    Abraham Kuyper
    Hij was blij, omdat er ook geld kwam voor bijzonder onderwijs.

    Slide 38 - Slide

    Verhoudingen vóór en na de Pacificatie van 1917

    Slide 39 - Slide

    Werkboek
    Maken:
    Opdracht 7 t/m 12


    Slide 40 - Slide

    Terugkoppeling
    - Wat hield het kinderwetje van van Houten in?
    - Wat bedoelen we met de sociale kwestie?
    - Wat waren de doelen van de eerste feministische golf?
    - Wat was de mening van de socialisten over vrouwenkiesrecht?
    - Wat werd er allemaal geregeld met de pacificatie van 1917?

    Slide 41 - Slide