Oefentoets parlementaire democratie havo 4

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Oefentoets Parlementaire Democratie 

Lees de bron en beantwoord de vragen op de volgende  pagina's 

Noem twee taken van een lijsttrekker (3.4)

De lijsttrekker is één van de vier redenen die in het boek worden genoemd om op een bepaalde politieke partij te stemmen. Noem er nog eens twee. (3.4)

Als de leden van een politieke partij een lijsttrekker kiezen, van welke taak van politieke partijen is dan sprake? (3.3)

In de tekst kun je lezen dat elke partij haar eigen standpunten heeft.
Welke partij(en) wil(len) meer investeren in de zorg? Breng dit standpunt in verband met de ideologie van de partij (3.2)

Verklaar waarom de VVD in verband wordt gebracht met de ‘hardwerkende Nederlanders’ (3.2)

Waarom zal de Tweede Kamer de rijksbegroting niet snel afkeuren? Betrek in je antwoord het stemgedrag van de coalitiepartijen en oppositiepartijen en de afspraken in het regeerakkoord (3.5)

Media spelen een belangrijke rol in een democratie en in de politiek. Waarom? (3.8)

In een stelsel van evenredige vertegenwoordiging:
I. hebben grote, landelijke politieke partijen kans op meerdere Kamerzetels.
II. is het voor kleine politieke partijen onmogelijk om een Kamerzetel te halen.
III. hebben zwevende kiezers weinig invloed.

1. Alleen I is juist.
2. I en II zijn juist.
3. II en III zijn juist.
4. Alle antwoorden zijn juist.

Wat is een kenmerk van een democratie? (3.1)

1. Politieke macht ligt bij een kleine groep personen
2. Grondrechten worden beschermd
3. Grote rol voor het leger en de politie
4. Het volk stemt zelf over wetsvoorstellen

Wat is GEEN kenmerk van een democratie? (3.1)

1. Er is sprake van manipulatie bij de verkiezingen
2. De minderheid wordt beschermd
3. Persvrijheid
4. Politieke en individuele vrijheid

Het parlement heeft een..

1. wetgevende en controlerende taak
2. uitvoerende taak
3. uitvoerende en controlerende taak
4. wetgevende en uitvoerende taak

De gemeente gaat onder andere over (3.7) ...

1. De hoogte van het minimumloon
2. De sluitingstijden van cafés
3. De maximumsnelheid op de weg
4. Aanleg van fietspaden

Wie zijn de volksvertegenwoordigers in de gemeente? (3.7)

1. Wethouders
2. Burgermeester
3. Gemeenteraad
4. Tweede Kamer