thema 1: Kennismaking - familie - uiterlijk

Wie ben jij?
1 / 34
next
Slide 1: Mind map
NT /alfaHoger onderwijs

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wie ben jij?

Slide 1 - Mind map

Vraag?

Wie ben jij?
Waar woon jij?
Hoe oud ben jij ?
Uit welk land kom je?
Hoeveel kinderen heb je?
Ben je getrouwd?
Welke talen spreek je?
Antwoord.

Ik ben ...
Ik woon in ...
Ik ben .... jaar oud.
Ik kom uit.
Ik heb ...
Ik ben ...
Ik spreek ...

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

1. Ik ben geboren in België.
België is mijn .... ?
A
moedertaal
B
geboorteland
C
geboortedatum
D
nationaliteit

Slide 4 - Quiz

2. Hoe zeg je 'alsjeblieft' in je moedertaal?

Slide 5 - Open question

3. Hoeveel keer per week heb je les?
A
één keer
B
twee keer
C
drie keer
D
vier keer

Slide 6 - Quiz

4. Ik ben mijn pen vergeten.
Wat vraag ik in de klas?
A
PEN!
B
Pen, alstublieft.
C
Mag ik een pen alstublieft?
D
Geef mij een pen.

Slide 7 - Quiz

5. Wat mag ik niet vergeten volgende les?
A
ik kom te laat
B
het is de verjaardag van Marie
C
Ik neem een tas mee voor koffie.
D
het is vakantie

Slide 8 - Quiz

6. Hoeveel cursisten zijn er in de klas?
A
ik weet het niet
B
er zijn minder dan 10 cursisten
C
er zijn meer dan 10 cursisten
D
er zijn 10 cursisten

Slide 9 - Quiz

7. Waarom kom jij naar de les?
A
Omdat ik moet komen.
B
Omdat ik wil komen.
C
Omdat ik hou van Nederlands.
D
Omdat ik beter Nederlands wil spreken.

Slide 10 - Quiz

8. Wat wil jij doen na de cursus Nederlands?
A
Ik wil niet studeren.
B
Ik wil nog meer Nederlands studeren.
C
Ik wil een andere cursus met de computer of rijbewijs
D
Ik wil een opleiding volgen voor werk.

Slide 11 - Quiz

9. Heb jij een computer?
A
ja, ik heb mijn eigen laptop
B
ja, dat is voor mijn kinderen
C
nee, ik heb geen computer
D
ja, mijn man/vrouw heeft er een.

Slide 12 - Quiz

10. Waarvoor gebruik jij je gsm het meest?
A
om te bellen en te sms'en
B
om Nederlands te leren
C
om video's te kijken
D
om foto's te nemen

Slide 13 - Quiz

11. Hoe vaak gebruik jij Whatsapp per dag?
A
meer dan 3 uur per dag
B
heel de dag
C
een uurtje per dag
D
nooit

Slide 14 - Quiz

12. Wie is de lerares? Wat weet je over jouw lerares? Wat wil je de lerares vragen?

Slide 15 - Open question

Ken je deze families?

Slide 16 - Slide

extra stamboom: Britse familie

Slide 17 - Slide

De koning heeft 5 kinderen.
A
juist
B
fout

Slide 18 - Quiz

Elizabeth heeft 2 zussen.
A
juist
B
fout

Slide 19 - Quiz

Hoeveel kleinkinderen heeft Louis Petit?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 20 - Quiz

Louis en Irma hebben twee dochters.
A
juist
B
fout

Slide 21 - Quiz

Wouter heeft een neef en een nicht.
A
juist
B
fout

Slide 22 - Quiz

Ken je deze families ?

Slide 23 - Slide

Kim Kardashin is alleenstaand.
A
juist
B
fout

Slide 24 - Quiz

Homer Simpson heeft 2 schoonzussen.
A
juist
B
fout

Slide 25 - Quiz

Bart Simpson heeft 1 nonkel.
A
juist
B
fout

Slide 26 - Quiz

Ken je deze families van televisie?

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Link

Slide 29 - Link

Slide 30 - Link

lijken op
Ik lijk op ...
Jij lijkt op ...
Hij / Zij lijkt op ...

 = dezelfde neus, dezelfde ogen, dezelfde haren, dezelfde mond, ...

Slide 31 - Slide

Spreken over uiterlijk

Slide 32 - Slide

Spreken over uiterlijk

Slide 33 - Slide

extra leesoefening

Slide 34 - Slide