Paragraaf 7.2, energie

Paragraaf 7.2
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Paragraaf 7.2

Slide 1 - Slide

Planning

*Huiswerk controle
* Huiswerk
* Leerdoelen 7.2
* Uitleg theorie
* Zelfstandig werken
* Afsluiting

Slide 2 - Slide

Huiswerk


Vrijdag 28 augustus

LEREN paragraaf 7.2
Maken:   opdrachten 7.2, WB 

Slide 3 - Slide

leerdoelen 7.2
• Je kunt uitleggen wat de twee functies van de energierijke stoffen zijn
• Je weet welke voedingsmiddelen je moet eten om voldoende energierijke stoffen binnen te krijgen
• Je kunt uitleggen waarom de ene persoon meer energie nodig heeft dan de andere
o Je kunt kilojoule omrekenen in kilocalorie en andersom
o Je kunt uitleggen wat er met je gebit gebeurd wanneer je teveel suiker eet
o Je kunt uitleggen hoe overgewicht ontstaat

Slide 4 - Slide

Is water een voedingsstof of voedingsmiddel?
A
voedingsstof
B
voedingsmiddel
C
beide

Slide 5 - Quiz

Welke drie functies kunnen voedingsstoffen hebben?

Slide 6 - Open question

Huiwerk controleren + nakijken 

Slide 7 - Slide

energierijke stoffen
Je lichaam heeft energie nodig voor beweging en om warm te blijven.

Voedingsstoffen:
Koolhydraten en vetten

Koolhydraten haal je uit brood, aardappels, rijst en pasta. 
Vetten haal je uit boter en olie.

Slide 8 - Slide

Hoeveel energie heb je nodig ?
* Hoeveel beweeg je/actief ben je
* Leeftijd, volwassen/kinderen
* Geslacht, jongen/meisje

Slide 9 - Slide

Voedingsmiddelen
Afstand meet je in meters
Gewicht meet je in grammen
Energie meet je in JOULES
1KJ ( kilojoule ) = 1000 J ( joule )
1 Kcal ( kilocalorie) = 1000 cal ( calorieën )


(k)joule       : 4,2            (k)cal
(k)cal           x4,2          (k)joule

Slide 10 - Slide

Voedingsmiddelen
Afstand meet je in meters
Gewicht meet je in grammen
Energie meet je in JOULES
1KJ ( kilojoule ) = 1000 J ( joule )
1 Kcal ( kilocalorie) = 1000 cal ( calorieën )


(k)joule       : 4,2            (k)cal
(k)cal           x4,2          (k)joule

Slide 11 - Slide

Matig suiker en vet

Door suiker krijg je eerder last van cariës (tandbederf): je krijgt een gaatje.

Cariës ontstaat doordat bacteriën suikers in je eten omzetten in zuur. Dat zuur tast het tandglazuur en daarna het tandbeen aan.

Slide 12 - Slide

matig met suiker
tandbederf / cariës
suiker, zuur, glazuur, tandbeen, zenuw bloot

fluoride
Is een mineraal
Maakt je tandglazuur sterker

Slide 13 - Slide

Zelfstandig werken


timer
10:00

Slide 14 - Slide