Hoofdstuk 4 paragraaf 1

H4 §1 
Wikken en wegen 

§1: Spijt achteraf
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H4 §1 
Wikken en wegen 

§1: Spijt achteraf

Slide 1 - Slide

Vandaag:
Lesdoel
Uitleg 
Aan de slag

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van deze les kunnen jullie uitleggen:
  • Hoe je een miskoop voorkomt.

Slide 3 - Slide

Invloed van je omgeving
  • Je omgeving heeft invloed op je keuzes.
  • Soms maak je een keuze omdat de mensen in je omgeving hetzelfde doen.
  • Je wil niet ”buiten de groep” vallen.
  • Dit gebeurt ook wanneer je consumeert.
  • Je koopt iets wat je eigenlijk niet wil.
  • Dit noem je een miskoop.
  • Je kan ook een miskoop doen omdat de omschrijving niet helder was.

Slide 4 - Slide

Miskoop
  • Je kan ook een miskoop doen omdat de omschrijving niet helder was.

Slide 5 - Slide

Welke miskoop heb jij ooit gedaan?

Slide 6 - Open question

Bekende merken
  • Er zijn veel bekende merken, dit zijn merken die door veel mensen worden herkend.
  • We onderscheiden verschillende soorten merken:
  • A-merk: een bekend merk dat vaak duurder is en op veel plekken verkocht wordt
  • B-merk: een bekend merk dat vaak minder duur is en op minder plekken verkocht wordt.
  • Huismerk: een product van een merk van de winkelketen zelf.

Slide 7 - Slide

Noem een voorbeeld van een:
A-merk
B-merk
Huiswerk

Slide 8 - Open question

Bedrijven en hun imago
  • Winkels staan op een bepaalde manier bekend.
  • Dit noem je hun imago. Dit kan positief of negatief zijn.
  • Imago: beeld dat het publiek van iets heeft.

Slide 9 - Slide

Webwinkels
  • Websites waar je producten kan kopen noem je webwinkels of webshops.
  • Voor betrouwbare webwinkels heb je een keurmerk.
  • Keurmerk: logo waarmee de fabrikant een bepaalde kwaliteit van een product of dienst beloofd.

Slide 10 - Slide

In 2014 heeft de politie ongeveer 300 webwinkels offline laten halen, omdat deze shops zich bezig hielden met oplichting.
Hoeveel webwinkels zijn dat per maand?

Slide 11 - Open question

Kijken en kopen
  • Sommige producten kan je beter in een winkel kopen dan online.
  • Online kan je niet passen, niet ervaren hoe het product werkt.
  • Dit kan in het echt wel.
  • Andere producten zijn gunstiger om online te kopen, misschien goedkoper.

Slide 12 - Slide

Informatie op het product
  • Productaansprakelijkheid: De plicht van de fabrikant om de schade te vergoeden die veroorzaakt wordt door zijn product.
  • Producten moeten informatie op hun label bevatten.
  • Bijvoorbeeld voor allergenen en gevaarlijke stoffen.

Slide 13 - Slide

Aan de slag!
  • Ga aan de slag met H4 §1
  • Zorg dat je ook de rekentrainer maakt. 
  • Klaar? Maak versterk jezelf. 
  • Je werkt voor jezelf. 
  • Je mag een rekenmachine gebruiken (geen telefoon).
  • Je werkt in stilte.










Slide 14 - Slide