HLK middeleeuwen - de doge-ring van Venetië

De doge-ring van Venetië
Roelie al Homsi
Michelle Scheffer
Marleen Vincken
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsHBOStudiejaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

De doge-ring van Venetië
Roelie al Homsi
Michelle Scheffer
Marleen Vincken

Slide 1 - Slide

Wat is een 'doge'?
A
Een hond van het ras 'Akita'
B
Een benaming voor leden van enkele Romeinse geslachten
C
Een paleis aan het San Marcoplein in Venetië
D
Een staatshoofd van een aantal Italiaanse republieken

Slide 2 - Quiz

Waar gaat het boek over?
  • Thomas
  • Maria-Klooster in Kempen
  • Vader Gerolfus
  • Reliek bemachtigen
  • Thomas en broeder Matthias
  • Venetië 
  • Schedel Santa Juliana
  • Thomas vindt doge-ring: ongeluk
  • Vluchten
  • Wordt Thomas ooit een broeder?

Slide 3 - Slide

Personages
Hoofdfiguur: Thomas (karakter)
Bijfiguren/types:
broeder Matthias, Peter, Lucia Mogecino, Barthold, de struikrovers, overige broeders in Maria-klooster, de goudsmid, bezitter van reliek, de kok in het klooster in Venetië, broeder Inktvis, bedelaar en Pieter

Slide 4 - Slide

Lees het verhaalfragment
Kun je je indentificeren met Thomas? Waarom wel/niet?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Perspectief en gevolg daarvan
  • Personaal perspectief
  • Twijfels over het monnikenbestaan
  • In strijd met zichzelf  
  • Inlevingsvermogen
  • Thomas is onbekend in deze situaties
  • Duidelijke uitleg 
  • Makkelijk voor lezer   

Slide 7 - Slide

Tijd
  • Vertelde tijd: Winter in 1397 tot augustus 1398 dus middeleeuwen.
  • Verteltijd: 256 bladzijdes.
  • Versnelling – nieuws van reis tot vertrek.
  • Vertraging – tijdens de reis (vooral tijdens gevaar en spanning!).
  • Pieter – boeven – ravijn – ontsnapping Venetië

Slide 8 - Slide

Ruimte
  • Maria-klooster op de grens van de Kempen en de Haspengouw
  • Bos
  • Ravijn
  • Verschillende kloosters (verblijf) 
  • Venetië (verblijf)

Slide 9 - Slide

Motief: niets is wat het lijkt
  • Broeder Matthias
  • Ezel
  • De rovers
  • Het meisje met de gouden haren
  • Barthold 

Slide 10 - Slide

De duivel/satan
  • Rode draad door het verhaal.
  • Voorbeelden:
  • Matthias: 'Misschien hoopte hij zijn lieve goud mee naar de hel te kunnen nemen om er duivels mee om te kopen.'
  • Broeder Inktvis: 'Ze zullen zeggen dat je door de duivel op de stad bent losgelaten.'

Slide 11 - Slide

Thema: ‘de zoektocht naar jezelf’

De reis naar Venetië voltrekt zich als zoektocht naar een reliek. Voor Thomas is het echter een reis naar zichzelf. Wie is hij? Wil hij wel monnik worden of niet? Tijdens deze reis buiten de dikke muren van het klooster leert hij zichzelf pas echt kennen en beseft hij wat hij wil. 


Slide 12 - Slide

Opdrachtje
  • Lees de samenvatting van het verhaal.
  • Ga op zoek naar middeleeuwse kenmerken.
  • Werk in tweetallen.
Welke verschillen/overeenkomsten kun je ontdekken met de huidige tijd?

Slide 13 - Slide

Middeleeuwse kenmerken
Taal
Thomas van Kempen
 Santa Juliana
Relikwieën
Kloosters
Gerolfus
Twee pausen
Volk: Diets, dialect van de Kempen
Monniken: Latijn
Thomas a Kempis (ca. 1380 – Zwolle, 25 juli 1471) was een middeleeuws augustijner kanunnik, kopiist, schrijver en mysticus. Lid van de spirituele beweging van de Moderne Devotie.
Juliana van Nicomedië, was een martelares tijdens de christenvervolgingen door de Romeinse keizer Diocletianus. In 304 werd zij onthoofd. In de Middeleeuwen werd zij overal in Europa vereerd en aangeroepen, vooral in de Nederlanden. 
Er mochten geen nieuwe relieken meer vereerd worden zonder toestemming van Rome.


Ursula-klooster, Cisterciënzerklooster, de Santa Maria Gloriosa dei Frari
kan verwijzen naar de heilige 'Gerulfus', wordt beschouwd als een van oudste martelaren van Vlaanderen. De heilige wordt aangeroepen tegen koorts. 
Paus Bonifatius IX (1389 - 1404), Tegenpaus Benedictus XIII (1394-1417)

Slide 14 - Slide

Middeleeuwse kenmerken: kleding
  • Matthias: bruine pij (minderbroeder).
  • Thomas: grauwe pij met een grote kap.
  • Barthold: rood fluwelen mantel en een wambuis met grote pofmouwen. 
  • Lucia: gele japon afgezet met rode strikken. Een laag uitgesneden keurslijfje afgedekt met een witte halsdoek.

 Hij is van adel en in de middeleeuwen droegen mensen van adel felle kleuren; rood, groen, blauw en goud. Na 1330 komen wijde mouwen in de mode (liripipes).

Slide 15 - Slide

hoogmoed, jaloezie, boosheid, vraatzucht, wellust, hebzucht en lusteloosheid
Wat zijn de 7 zonden?

Slide 16 - Mind map

Luister naar het verhaalfragment van Matthias (Blz. 44 alinea 2)
Welke zonde(n) herken je in dit fragment?
Antwoord
Hebzucht

Slide 17 - Slide

De 7 zonden

  • Hebzucht: Matthias wil alles voor zichzelf (geldkistje van zieke edelman).
  • Jaloezie: Peter is jaloers op Thomas. 
  • Wellust: Thomas verlangt naar het meisje.
  • Vraatzucht: Thomas kijkt te diep in het glaasje.

Slide 18 - Slide

Theocentrisme
  • Alle gebeurtenissen zijn te herleiden naar god.
  • Biechten, bijgeloof, (monniken) bidden veel. 
    'Doe je mond dicht, want anders kan de duivel naar binnen glippen'.
  • Mystiek: de droom waarin Santa-Juliana aan de verkoper vertelt dat hij de schedel moet verkopen.

Slide 19 - Slide

Venetië

Slide 20 - Slide

Lesidee
Doelgroep: VMBO-b/k/g
Fictiedoelen:
De leerlingen zijn in staat om…..
1. Zich in te leven in de tijd waarin het verhaal zich afspeelt en een koppeling te maken naar het heden.
2. Een personage te plaatsen in zowel het verleden als het heden.
3. Zich op creatieve wijze te verplaatsen in een personage uit het verhaal.

Slide 21 - Slide

Opdracht 1 (15 min)
  • Lees de samenvatting van dit verhaal, probeer middeleeuwse elementen te herkennen.
  • Maak met je buurman/buurvrouw een mindmap waarin de middeleeuwse elementen uit het boek naar voren komen.
  • Klassengesprek:
  • Verschillen vroeger/nu

Slide 22 - Slide

Opdracht 2 (10-15 min)
  • Richt je nu op Thomas. Welke kenmerken heeft Thomas waardoor je hem in de middeleeuwse tijd kan plaatsen?
  • Maak een karakterkaart van een van de personages van het beeld dat jij van diegene hebt in de middeleeuwen.
*Een karakterkaart is een soort mini-cv van een personage. Je beschrijft: naam, leeftijd, geslacht, beroep, hobby’s, uiterlijke kenmerken, eigenaardigheden, rol t.o.v. andere personages. Zoek een afbeelding bij hoe jij denkt dat diegene eruitziet. Je mag ook zelf een portrettekening maken.

Slide 23 - Slide

Opdracht 3 (10-15 min)
  • Maak nu een karakterkaart van het gekozen personage zoals hij/zij volgens jou in deze tijd zou zijn. 
  • Kun je je identificeren met dit personage? Waarom wel/niet?
  • Spar hierover met je buurman/buurvrouw. 
  • Klassengesprek


Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Uitbreiding (15 - 30 min)
  • De docent husselt de verschilende karakterkaarten door elkaar en geeft elke leerling een kaart. 
  • Aan de hand van de verkregen kaart schrijven de leerlingen een stukje uit 'het dagboek van...'

Slide 26 - Slide

Wat vond je van ons lesidee? Tips? :)

Slide 27 - Open question