Lezen 2.3 Tekstverbanden en signaalwoorden

Nederlands 19-01-2021
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands 19-01-2021

Slide 1 - Slide

Lezen 2.3 Tekstverbanden en signaalwoorden
  • Wat gaan we doen in deze les?
  • Terugkijken naar de vorige les
  • Bespreken Tekstverbanden en signaalwoorden
  • Opdracht 1
  • Huiswerk voor volgende week

Slide 2 - Slide

Lezen 2.3 Tekstverbanden en signaalwoorden
Een tekstverband geeft aan wat de verschillende tekstdelen met elkaar te maken hebben. Welke relatie is er tussen deze delen?
Signaalwoorden geven dat verband, die relatie, de samenhang tussen de tekstdelen aan. 
Als je dus signaalwoorden herkent, helpt je dat bij het herkennen van de tekstverbanden.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Tekstverbanden
Welke tekstverbanden zijn er o.a.?
* reden 
* tegenstelling
* conclusie
* oorzaak - gevolg
* voorbeeld
* doel-middel

Slide 5 - Slide

Signaalwoorden
De signaalwoorden helpen ons bij het herkennen van verbanden:
* reden: daarom, omdat, derhalve, aangezien, namelijk
* tegenstelling: maar, echter, desondanks, hoewel, toch
* conclusie: dus, hieruit volgt, kortom
* oorzaak-gevolg: daardoor, als gevolg van, waardoor, zodat
* opsomming: eerst, vervolgens, bovendien, daarna, ten slotte, ook
* voorbeeld: zo, zoals, onder andere, bijvoorbeeld, dat wil zeggen
* doel-middel: om te, opdat, door middel van, daarmee, om, waarmee

Slide 6 - Slide

opsomming
tegenstelling
reden/ argument
conclusie
kortom
ten eerste
omdat
want
dus
hoewel
vervolgens
echter

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

De papieren beker lijkt op het eerste gezicht een minder slecht alternatief, MAAR er klinken ook andere geluiden.
Welk tekstverband geeft 'maar' aan?
A
doel-middel
B
opsomming
C
tegenstelling
D
toelichting of voorbeeld

Slide 9 - Quiz

De papieren beker lijkt op het eerste gezicht een minder slecht alternatief, maar er klinken ook andere geluiden. ZO kost de papierindustrie veel schoon drinkwater en regenwoud.
Welk tekstverband geeft 'zo' in de tweede zin aan?
A
conclusie
B
oorzaak-gevolg
C
reden of verklaring
D
toelichting of voorbeeld

Slide 10 - Quiz

OOK weegt een koffiebeker van piepschuim minder dan papier waardoor het vervoeren goedkoper en milieuvriendelijker is.
Welk tekstverbanden geeft 'ook' in de eerste zin aan?
A
ook = opsomming
B
ook = tegenstelling
C
ook = oorzaak
D
ook = toelichting of uitleg

Slide 11 - Quiz

Daarnaast kost het maken van een papieren beker tweeënhalf keer zo veel energie als een beker van piepschuim.

Welk signaalwoord van het verband opsomming zie je in deze zin?
A
daarnaast
B
zo
C
er staat geen signaalwoord van een opsomming in
D
zo ... als

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Link

Aan de slag
Voor volgende week maak je:
Lezen 2.3 
  • Opdracht 1 (als je niet aanwezig was in de les)
  • Opdracht 2
  • Examenopdracht

Slide 14 - Slide

Wanneer is de toets van Lezen H2 
De opbouw van een tekst

2-2-2021
2 februari 2021

Slide 15 - Slide