Kassa Techniekles

Kassa
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Facilitair LeidinggevendeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Kassa

Slide 1 - Slide

Welke kassa handelingen kennen jullie?

Slide 2 - Open question

Geld = Een algemeen aanvaard ruilmiddel
Chartaal geld = Het tastbare geld. Dit kun je vasthouden en kun je zien, zoals munten en bankbiljetten 
 
Giraal geld = Het niet tastbare geld, 
zoals het geld op de bank.  

Slide 3 - Slide

Chartaal geld  
Echtheidskenmerken:                                                                                                       - Kijken 
* Watermerk 
* Veiligheidsgraad 
* Doorzichtregister
  - Kantelen
* Hologram
* Goudgeel glanzende band
* Kleur van de cijfers 


Slide 4 - Slide

Hoe controleer je echt geld?
Papier:
Vergrootglas
Ultraviolet-lamp
Infrarood-kijker
- Voelen
*Reliëf    

Slide 5 - Slide

Giraal geld  
Pinpas 
Mobiel betalen 
Creditcard/Debetcard  
Overige betaalmiddelen: 
Cadeaubon 
Tegoedbon  
Consumptiebon  

Slide 6 - Slide

Loyaliteitsprogramma’s  
Een beloning die bedrijven aan trouwe klanten geven.  
 Loyaliteitskaarten  
Zegels ,Spaarzegels, Koopzegels, Actiezegels 
Kortingsbonnen 
Merk gebonden loyaliteitsprogramma’s 

Slide 7 - Slide

Eerst halen, later betalen 
Afterpay  Acceptgirokaart  Overschrijvingen  Automatisch betalen  Internetbankieren Online direct betalen  
 


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Kasopmaak
Aan het eind van je werkdag moet de inhoud van de kassa gecontroleerd worden.
Ervaring?

Slide 10 - Slide

Derving
  • = verlies van inkomsten die je normaal gesproken wel zou hebben gehad.
  • Bij goederen kan dat door bederf, beschadiging of diefstal komen.
  • Derving van kasgeld is ook mogelijk

Slide 11 - Slide

Voorbeelden van derving (verlies van inkomsten) bij de kassa: 
Wisselfouten 
Omzetfouten 
Afrondingsfouten 
Administratieve fouten 
Vergissingen 
Vermissingen 
Diefstal of fraude door klanten, personeel of leveranciers (dit wordt ook wel criminele derving genoemd) 

Slide 12 - Slide

Criminele derving

Slide 13 - Slide

Afromen
Afromen  = het teveel aan geld uit de kassa halen. 
 
Afroombox of cashbox: een klein kluisje 
waar het teveel aan kasgeld ingestopt 
kan worden.  

Slide 14 - Slide

Kassa opmaken  

Het vergelijken van het geld en de waardepapieren in de kassa of in de afroombox, met het bedrag wat volgens het kasregister aanwezig is.  

Slide 15 - Slide

Kassa opmaken
X-afslag of X-bon: kassabon met het totaal van alle omzet van die dag tot op dat moment.  

Z-afslag of Z-bon: kassabon met het totaal van alle omzet van die dag. De tellingen worden weer op 0 gezet.  

Kaskantoor: de ruimte die is ingericht voor de opmaak van de kassa’s  

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Kassa-tellijst  

Slide 19 - Slide

Afroomformulier 

Slide 20 - Slide

Kasafdracht 
Afdrachtlijst: een formulier om vast te stellen hoeveel geld er naar de kluis moet

Slide 21 - Slide

Opdrachten 
  • Maak de rekeningen.
  • Vul de afdrachtlijst in.

Slide 22 - Slide