4V Periode 2 - PA3 H5+6 Les 11 (=H6 les 4) (13/14-01-2025)

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Bienvenidos

LESSONUP klascode: 

A4sptl6 heeft klascode llozc

A4sptl7 heeft klascode lxowd

Meld je aan via de link in magister of via de klascode. 

De link staat in magister bij jouw eerste les Spaans van dit schooljaar.

Leerdoelen

- Een gesprek voeren over winkelen en geld. Daarnaast ga je communiceren over klimaat, reizen en over het Spaanse taalgebied.  

- Je leert artikelen te schrijven en je geeft je mening over mode, mensen en landen. 

- Je leert hoe de verschillende verleden tijden worden toegepast in het Spaans (presente perfecto, indefinido, imperfecto). Hierbij leer je ook onregelmatige en wederkerende werkwoorden. 
- Je leert hoe je een persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp gebruikt. Ook herhaal je de trappen van vergelijking en het meewerkend voorwerp.  

INFO Periode 2

Tema: Ir de compras, viajar, clima, países

Material: PA3 Capítulo 4, 5 y 6 + WB B + leesteksten + evt. extra boekje

Studiewijzer komt op Teams, 2 clases por semana

ACA dinsdag 5e uur

Exámenes y tareas

• Kennistoets Hoofdstuk 5 + aanvulling -> 13 december 2024 (Op uitwisseling? Dan 7 januari 2025 aca-uur) -> 60 minuten
• Schrijftoets -> toetsweek 2
• Portfolio-opdrachten: leesvaardigheid (vóór de kerstvakantie ) + schrijfvaardigheid (na de kerstvakantie nabespreken) 

Programa

1. INFO, DEBERES

2. OEFENEN SCHRIJFTOETS

3. Toets H5 retour + maak keuzes voor welke onderdelen je gaat oefenen

4. Reflexión/deberes

¿Qué tal los deberes?

Leren:   

vocab 6.4 (herhaal 6.3)  

verleden tijden tekstboek p. 100-103 nrs. 18 t/m 21  

voorzetsels H6 bron I + TB p.97  

Maken:  

Tarea H6 ingeleverd: vergelijk je tekst met de volgende pagina (voorbeeldtekst)

afmaken oefeningen van de voorgaande les: H6 oef 28abc en 29a -> antwoorden zie volgende pagina's

Tarea H6 ingeleverd - > vergelijk je tekst met de voorbeeldtekst

Tarea H6, voorbeelduitwerking -> vergelijk je tekst -> noteer tips ter verbetering + noteer de signaalwoorden en meningsuitingen

Este artículo trata de Cuba. 

Quiero escribir este artículo sobre Cuba porque me parece un país muy interesante.

La capital de Cuba es La Habana y está en el oeste de la isla. Cuba tiene unos 11,5 millones habitantes y la capital tiene unos 2,2 millones habitantes. Es una isla bastante diversa. Así puedes ir a las montañas de la Sierra Maestra pero también puedes relajarte en una de las costas preciosas. El clima de Cuba es subtropical lo que significa que siempre hay una temperatura media de unos 25 grados. En Cuba se habla español, es el idioma oficial.

¿Sabías que los cubanos tienen unas costumbres muy diferentes? Una de las costumbres diferentes a las holandesas es la hospitalidad. Si estás de vacaciones en Cuba es muy normal que una persona que no conoces se te acerque por la calle y te invite a comer en su casa. Los cubanos quieren compartir siempre todo lo que tienen. Además, en cuanto a la comida hay otra cosa diferente. Cada cubano tiene una cartilla (boekje) con lo cual puede recoger una cantidad muy limitada de comida cada mes: 10 huevos, 3 kilos de arroz, 2,5 kilos de azúcar, medio kilo de sal y un kilo de carne. Con eso se tiene que dar a comer a toda la familia, sean 2 personas o 6.

Así que, si buscas unas vacaciones variadas con mucha cultura en un clima tropical, ¡ven a disfrutar de la hermosa isla de Cuba!

Tarea H6, signaalwoorden en meningsuitingen

Este artículo trata de Cuba. 

Quiero escribir este artículo sobre Cuba porque me parece un país muy interesante.

La capital de Cuba es La Habana y está en el oeste de la isla. Cuba tiene unos 11,5 millones habitantes y la capital tiene unos 2,2 millones habitantes. Es una isla bastante diversa. Así puedes ir a las montañas de la Sierra Maestra pero también puedes relajarte en una de las costas preciosas. El clima de Cuba es subtropical lo que significa que siempre hay una temperatura media de unos 25 grados. En Cuba se habla español, es el idioma oficial.

¿Sabías que los cubanos tienen unas costumbres muy diferentes? Una de las costumbres diferentes a las holandesas es la hospitalidad. Si estás de vacaciones en Cuba es muy normal que una persona que no conoces se te acerque por la calle y te invite a comer en su casa. Los cubanos quieren compartir siempre todo lo que tienen. Además, en cuanto a la comida hay otra cosa diferente. Cada cubano tiene una cartilla (boekje) con lo cual puede recoger una cantidad muy limitada de comida cada mes: 10 huevos, 3 kilos de arroz, 2,5 kilos de azúcar, medio kilo de sal y un kilo de carne. Con eso se tiene que dar a comer a toda la familia, sean 2 personas o 6.

Así que, si buscas unas vacaciones variadas con mucha cultura en un clima tropical, ¡ven a disfrutar de la hermosa isla de Cuba!

INFO SCHRIJFTOETS EN RUBRICS (5m)

SCHRIJFTOETS in de toetsweek periode 2 

- 60 minuten

- Je schrijft een e-mail vanaf je vakantieadres naar je familie thuis, volgens een Nederlandse instructie. 

- je schrijft ook over: met wie ben je op reis, hoe lang duurde de reis, van welke luchthaven ben je vertrokken (viajar, salir, llegar, durar, estar etc.)

- BESTUDEER de Rubrics op team v4sptl !!!!

Voorbereiden en verwerken in de schrijftoets:

• vocab. 6.4 
• zinsbouw bron D + voorzetsels bron I 
• frases clave E en J alleen ‘para contestar’
• werkwoorden tegenw. tijd, verleden tijden
• Frases uit het boekje Buen Viaje, p.7-9!!! Dit boekje bevat ook handige woordenlijsten.

Daarnaast gebruik je uiteraard je algemene kennis van het Spaans, zoals bijvoorbeeld tijdsaanduidingen (Hoy, mañana, ayer...)

Frases clave

REPASAR:

Libro Buen viaje, p.7-9 (teams)

Paso adelante Capítulo 6, fuente E + J (TB p.70+75)

Atención: 

Hay palabras útiles en 

libro 'Buen viaje' p.5-6

Oefenen voor de schrijftoets: een mail over jouw vakantie

We oefenen dit als volgt:

• Er verschijnen 4 blauwe pagina's. Bij elke pagina noteer je jouw antwoorden op je blaadje.
• Je hebt 4 minuten per vraag. Gebruik de volledige tijd.
• Na 4 minuten lees je de zinnen aan elkaar voor 
• Je overlegt welke zinnen het beste passen bij de opdracht qua inhoud en correctheid -> zet die zinnen op het blauwe scherm (1 persoon typt namens de groep)
• Gebruik hierbij o.a. de Frases clave.
• Zet je naam op je blaadje.

NABESPREKING: je maakt aantekeningen tijdens de nabespreking, om woorden en uitdrukkingen te onthouden.

1. Je vertelt hoe je bent gereisd naar je vakantieadres, vanaf welk vliegveld, hoe lang de reis duurde, met wie je reist, en dat je inmiddels in je vakantieland bent.
ATENCIÓN: bij de nabespreking maak je aantekeningen.

2. Actividades en vacaciones, y cuándo las haces:
por ejemplo:
'Ayer viseté un castillo enorme'

3. Je vertelt hoe het land eruit ziet.
Por ejemplo: 'Perú es muy grande y tiene muchos habitantes.
En Perú hay montañas y playas'.

4. Je geeft je mening.
Ejemplo:
En mi opinión, Perú es un país maravilloso.

Wat heb je geleerd van bovenstaande 4 oefeningen / wat ga je toepassen in je toets? Leg uit.

Toets retour

1. Nabespreking van de antwoorden.  

2. Daarna de volgende vraag beantwoorden: 

Welke onderdelen van de toets van H5 kun je ook gebruiken voor de schrijftoets? 

Zet je antwoord op de volgende blauwe pagina. 

1. Welke onderdelen van de toets van H5
gingen goed / minder goed? Leg uit.
2. Welke oefening heb jij nog nodig voor de schrijftoets?

PRACTICAR 

Maak je keuze op basis van wat jij nog goed kunt gebruiken 

qua oefening, voor de schrijftoets of in het algemeen.

Kies uit: 

1) voorzetsels 

2) werkwoorden 

3) andere keuze in overleg. 

Ejercicios en las próximas páginas.

Voorzetsels

REPASAR: H6 fuente I + TB p.97

HACER: 

• H6 oef 29b  

Klaar? 

• Bestudeer de verleden tijden (volgende slide) en verwerk de verleden tijden in je schrijfopdracht tarea H6 

 

 

A y EN

POR y PARA

DE VERLEDEN TIJDEN

Als je iets vertelt wat in het verleden ligt, gebruik je de verleden tijd. Het Spaans kent meerdere verleden tijden.

1. REPASO: Bekijk de filmpjes en/of lees de uitleg in Paso adelante TB p.100-103 nrs. 18 t/m 21 . 

2. HACER: oefen op VERBUGA met de werkwoorden die je gaat gebruiken in je schrijftoets, bijv. ser, tener, estar, viajar, salir, llegar a, visitar, comer, cenar...

Presente perfecto

Pretérito indefinido

Pretérito imperfecto

Deberes

Leren:   

voorbereiden schrijftoets

Un amigo a distancia (25m)

¿Qué tiene que ver la foto con el título?

Cap. 6, Fuente H

1. HACER ejercicio 24a (+b)

2. ESCUCHAR ejercicio 25

3. HACER: ejercicio 24b+26

PA3 H6 oef 25

Wat heb je
vandaag geleerd?

GRAM: lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp (repaso) 

1) En clase: Ver el vídeo 'meewerkend voorwerp'

(Después de la explicación: ->  Hacer ejercicio 15 (WB B p.62-63))

¿ Terminado?

Frases clave E (TB. p. 58): lees alle zinnen, noteer per zin 

de persoonlijke voornaamwoorden als lv en als mv  

Meewerkend voorwerp

Lijdend voorwerp

Info Tarea Escribir: '¿Adónde vamos?'

Hacer: Tarea, Werkboek B p.119-121 + TB p.76

Entregar:  nabespreken in de eerste es na de kerstvakantie

REFLEXIÓN

Welk onderdeel vond je het meest leerzaam en waarom?

¿Qué has aprendido?
(woorden, grammatica,
werkwijze, etc...)

Evaluación
Wat was de opdracht waar je het meest van hebt geleerd, en waarom?

¿Qué has aprendido?
(woorden, grammatica,
werkwijze, etc...)

Kijk terug op deze les:
Wat ging goed en wat kan beter?
Denk aan lesinhoud, vorm, werksfeer etc.

Reglas

1. groeten bij binnenkomst, geen jassen of telefoons in de klas (telefoon meteen in de muurtas)
2. spullen en huiswerk in orde
3. bij binnenkomst rustig op eigen plaats gaan zitten
4. als de docent spreekt, ben je stil
5. vragen? hand opsteken
6. computer alleen gebruiken voor de les, en alleen indien de docent dat vraagt (dus geen andere bestanden, sites, mail of meldingen open hebben staan)

                                                 

                                    Respecteer elkaar, en elkaars spullen!

Practicar: Pretérito indefinido

EXPLICACIÓN

• in welke situaties je de verschillende verleden tijden gebruikt, TB p.101-102 nr. 21.  Zie ook de korte uitleg op de volgende slide.
• vervoegingen regelm. ww (TB p.27) 
• vervoegingen onregelm. werkwoorden (TB p.51)

OPDRACHT: Kies optie 1 en/of optie 2 (volgende slides, blauw)

Pretérito indefinido

Opción 1: Practicar las conjugaciones

Je oefent nu online met:

• kies werkwoorden uit de woordenlijst van dit hoofdstuk en uit de groene grammaticablokken van de 'indefinido'

Ga naar Verbuga.(google op 'verbuga Spaans')

Links: vink de werkwoorden aan die je gaat oefenen

Rechts: klik op 'pretérito indefinido'

Opción 2: El uso de los pasados

Zoek in de leestekst bron C zinnen waarin een verleden tijd voorkomt. 

Schrijf die zinnen op. 

Leg uit waarom perfecto / imperfecto / indefinido in die zinnen wordt gebruikt en wat het werkwoord in die zinnen precies betekent. 

Zoek ca. 5-8 zinnen.

Necesitas ayuda?

Lee TB p.101-102, nr. 21