voegwoorden EXTRA

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

voegwoorden extra

Jan drinkt koffie. Petra drinkt thee.

1. en
2. of
3. maar
4. want

Wil je koffie? Wil je liever thee? (keuze)

1. dus
2. maar
3. en
4. of

Ik ga niet zwemmen. Ik ben verkouden. (reden)

1. omdat
2. want
3. en
4. maar

Ik wil wel komen. Ik kan niet lang blijven. (tegenstelling)

1. maar
2. en
3. want
4. dus

Murat heeft geen zakgeld meer. Hij heeft gisteren een boek gekocht.

1. en
2. omdat
3. want
4. dus

Thu is een Vietanamees meisje. Jing-li een Chinese jongen.

1. of
2. maar
3. dus
4. en

Zullen we naar het strand gaan. Zullen we naar het bos gaan?

1. en
2. want
3. of
4. maar

Ik moet weg. Anders kom ik te laat.

1. want
2. of
3. maar
4. omdat

Mijn zus wilde nieuwe schoenen kopen. Ze kon geen mooie vinden.

1. want
2. maar
3. omdat
4. dus

De trein is al vertrokken. Over tien minuten komt er weer een trein.

1. maar
2. omdat
3. dus
4. want