ABR5 05.04.2024

Welkom!
05.04.2024
1 / 15
next
Slide 1: Slide
AndersMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Welkom!
05.04.2024

Slide 1 - Slide

Planning
- Terugblik
- 5.9
- 5.10
- 5.11
(- 5.12)
- Nieuws 
- Spel
- Afsluiting 

Slide 2 - Slide

Terugblik
- Huiswerk (85, 86, 88, 89)
- Vragen?

Slide 3 - Slide

5.9
  • Video 
  • Verschil mogen / moeten
  • Voorbeeldzin
  • Samen 92 
  • In tweetallen: 93, 94, 95 

Slide 4 - Slide

5.10
  • Samen luisteren 
  • Lees de tips
  • Wat is jouw ervaring?
  • Heb jij nog tips?
  • Samen spreken (101)
  • Klaar met de vragen? Stel ook andere vragen! 

Slide 5 - Slide

5.11
  • Nieuwe woorden
  • het huiswerk
  • je voelt (zich voelen)
  • Voorbeeld: Je was ziek, maar nu voel je je beter. 
  • Betekenis: hoe het met je gaat (hoe gaat het?)
  • de krant 
  • het tijdschrift
  • Voorbeeld: Ik lees een tijdschrift over auto's. 

Slide 6 - Slide

5.11
  • het centrum
  • vanochtend 
  • Voorbeeld: Vanochtend ging ik met de bus naar school. 
  • Betekenis: vanmorgen 
  • ontzettend
  • Voorbeeld: Ik ben ontzettend blij met mijn cijfer. 
  • Betekenis: enorm, heel erg, super 
  • toevallig 
  • Voorbeeld: Vandaag is het toevallig mooi weer.
  • Betekenis: zomaar, ineens

Slide 7 - Slide

  • alweer 
  • Voorbeeld: Vandaag is het alweer vrijdag!
  • Betekenis: de tijd gaat snel!
  • op dit moment 
  • Voorbeeld: Op dit moment regent het. 
  • Betekenis: nu 
  • verkouden
  • uitrusten
  • Voorbeeld: Ik ga dit weekend uitrusten. 
  • Betekenis: slapen, relaxen, weinig doen

Slide 8 - Slide

5.11
  • steeds
  • Voorbeeld: Deze week regent het steeds. 
  • Betekenis: de hele tijd, elke keer 
  • hard, harde
  • Voorbeeld: Dit koekje is erg hard. 
  • bijt (bijten)
  • Voorbeeld: Een leeuw kan hard bijten.  

Slide 9 - Slide

5.11
  • Samen lezen tekst  104
  • Maak opdr. 105
  • Bespreken

Slide 10 - Slide

5.11
  • Maak opdr. 106, 107 & 108 en 109 zelfstandig
  • Bespreken
  • Klassikaal 110 + 111
  •  In tweetallen opdr. 112, en 114

Slide 11 - Slide

5.12
  • Samen video kijken
  • Samen opdr. 116
  • In tweetallen opdr. 117, 118 
  • Bespreken
  • In tweetallen: opdr. 119
  • Werkblad 5.12

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Spel
  • Letterslang
  • Hoe werkt het?
  • Noem een woord 
  • Gooi de bal naar een cursist
  • De cursist noemt een woord met de laatste letter
  • Voorbeeld: huiswerk - kat - toets - spelen - naam ......

Slide 14 - Slide

Afsluiting
- Vragen?
- Huiswerk

Slide 15 - Slide