Lección 5 Fecha: 11/02/2021 Clase de español (MBO XL) Profesora: Nastasia Rusu Email: nf.rusu@alfa-college.nl (beschikbaar di, wo, do)
1 / 21
next
Slide 1: Slide
spaansMBOStudiejaar 1
This lesson contains 21 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Lección 5 Fecha: 11/02/2021 Clase de español (MBO XL) Profesora: Nastasia Rusu Email: nf.rusu@alfa-college.nl (beschikbaar di, wo, do)
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Bienvenido. ¿Cómo estáis?
Slide 2 - Slide
Wat is het verschil met cómo estás? estado de ánimo = gemoedstoestand Hoy es jueves. Es casi fin de semana > vb. in chat.
El programa
La semana pasada
Hoy - Me gusta(n) - Escuchar y leer - Diferencia entre ser y estar
Bij de hand hebben: - telefoon
- boekje opSTAP
Slide 3 - Slide
Met me gusta kun je je hobby's aangeven. Dingen die je leuk vindt om te doen/waar je van houdt.
El objetivo
Aan het einde van deze les...
... kun je 5 dingen opnoemen in het Spaans die je leuk vindt of waar je van houdt. ... kun je een voorbeeld geven wanneer je ser gebruikt en wanneer estar.
Slide 4 - Slide
This item has no instructions
La semana pasada
Verbos regulares como hablar:
Verbo irregular --> estar (zijn/zich bevinden)
Slide 5 - Slide
Vandaag blikken we kort terug op vorige week (la semana pasada). We hebben vorige week naar regelmatige werkwoorden gekeken en daarmee geoefend. We hebben het onregelmatige ww estar bekeken. Nog vragen over de regelmatige ww?
Ik hoop dat het gelukt is het huiswerk bij te werken. Als er geen vragen zijn gaan we beginnen aan de nieuwe onderwerpen.
VS.
Slide 6 - Slide
This item has no instructions
Slide 7 - Video
Liedje: luisteren, lezen, kijken plaatjes Welke woorden herken je? Probeer er zoveel mogelijk te onthouden (je mag er natuurlijk ook een paar noteren).
Wat kwam er allemaal voorbij? > beurten geven
Gustar
Het werkwoord GUSTAR kan betekenen: houden van, leuk vinden, iets graag doen.
Bij een zelfstandig naamwoord wordt het bepaalde lidwoordgebruikt: Me gusta lamúsica (Ik houd van muziek) en niet Me gusta música.
Je gebruikt gusta wanneer een zelfst. nw.in het enkelvoud of een werkwoord volgt: Me gusta la paella (Ik houd van paella). Me gusta la nieve (Ik houd van sneeuw). Me gusta leer(Ik houd van lezen). ¿Te gusta viajar? (Reis je graag?).
Je gebruikt gustan wanneer een zelfst. nw. in het meervoud volgt: Me gustanlos museos (Ik vind musea leuk). Me gustanlas ciudades (Ik houd van steden).
Wanneer je een land of plaats leuk vindt, volgt deze gelijk na 'gusta': Me gusta Colombia. Me gusta Ámsterdam.
Slide 8 - Slide
Me gusta komt van het werkwoord gustar: Als je wilt zeggen, ik houd van muziek dan zeg je, me gusta la música. zelfst nw enkelvoud > lidwoord voor + je kunt het niet tellen dus enkelvoud
zelfst nw mv > lidwoord verandert mee + je kunt het tellen
Tres ejemplos
¿Gusta o gustan?
Me ______ cocinar.
Me _____ los conciertos.
Me _____ la comida española.
¿Correcto o falso?
Me gusta música.
Me gustan los helados.
Me gustan bailar.
Slide 9 - Slide
Zou je de hele zin willen voorlezen? En waarom?
Handen omlaag voor goed, handen omhoog voor fout
¿Qué te gusta a ti?
Ejercicio:
Bedenk 5 dingen die je leuk vindt/waar je van houdt. Maak zinnen met me gusta en/of me gustan. Schrijf de hele zinnen op.
Als hulpmiddel mag je een digitaal woordenboek gebruiken. Link wordt in de chat gedeeld.
Loop je vast? Stel dan je vraag in de chat.
Tijd: ± 7 minuten. Tijd over? Bedenk dan nog meer voorbeelden.
De antwoorden delen jullie via LessonUp.app met elkaar.
timer
7:00
Slide 10 - Slide
Denk niet te moeilijk(!) > lachen, wandelen, vogels
Laat Spaans WB zien (2 vb.) https://www.mijnwoordenboek.nl/ OF https://www.vertalen.nu/woordenboek/nederlands-spaans/ Link deel ik met jullie in de chat.
2 voorbeelden geven: zwemmen --> nadar (ww.) + voorbeeldzinnen pizza --> zelfst nw + lidw. koekjes --> zoek koekje --> galleta (vragen hoe krijgen we mv? +s. En is het denk je mannelijk of vrouwelijk?)
SER Este es Carlos --> Dit is Carlos. Esta es Joke --> Dit is Joke. Soy Paco --> Ik ben Paco. ESTAR ¿Qué tal estás, José? --> Hoe is het met je, José? ¿Cómo está usted? --> Hoe is het met u?
Slide 14 - Slide
In het dialoog kwamen vormen van SER en ESTAR voor. Beide vertaald met is (van het werkwoord zijn)
Slide 15 - Slide
This item has no instructions
Ser y estar
Ser en estar zijn beide onregelmatige werkwoorden en betekenen allebei zijn, maar wel op verschillende manieren.
Ser wordt gebruikt voor zaken die te maken hebben met identiteit (nationaliteit, geslacht, beroep en afkomst). Ook gebruikt bij: tijd, datum, bezit en eigenschappen. Blijvend.
Estar wordt gebruikt voor het aangeven van plaatsvan iets of iemand (zich bevinden) , burgerlijke staat of voor een toestand (gevoel, stemming, emotie) in een bepaalde situatie.
Ejemplos Ser Lisa es holandesa. Yo soy holandesa.
Soy una mujer. Él es un hombre.
Soy profesora de español. José y Julio son camareros.
Soy de Holanda.
Son las cuatro de la tarde.
Hoy es el 11 (once) de febrero.
Este libro es mío. La chica es amable. La mesa es de madera. El coche es rojo. Estar
Estoy en mi casa. Tú estás en Holanda. La silla está detrás de la mesa. Julio está casado con Laura. Estoy soltero. Laura está triste. Está cansada. Paulo y Julio están enfermos.
Slide 16 - Slide
De vraag stellen: is het altijd zo of niet? Ziek zijn > niet altijd > estar
Diferencia
Julia es guapa --> zij is knap. vs.
Julia está guapa --> zij ziet er mooi uit (op dat moment).
¿Preguntas?
Slide 17 - Slide
está --> op dat moment
El objetivo
Geef een voorbeeld wanneer je ser gebruikt en wanneer estar.
Slide 18 - Slide
Hoe vonden jullie de nieuwe onderwerpen? (lastig/makkelijk)
- Identiteit - Kenmerken
zijn blijvend
- Permanent
- Toestand - Plaats - Tijdelijke situatie
Slide 19 - Slide
Ser: mi coche es rojo
Está enferma (niet altijd ziek)
Duolingo app
Tip: download de Duolingo app op je mobiel. (alleen van Engels naar Spaans mogelijk)
Oefen minimaal 10 minuten per dag.
Slide 20 - Slide
Hoe oefenen jullie Spaans?
Los deberes
Unidad 2: maken opdracht 1, 3, 4.
Bedenk minimaal 5 dingen waar je niet van houdt/ die je niet leuk vindt (kies uit: zelfstandig naamwoord enkelvoud/meervoud of werkwoord). Schrijf ze op.
Vb. Ik houd niet van autorijden . --> conducir (ww.) --> No me gusta conducir. Vb. Ik houd niet van paarden. --> caballos (zelfst nw. mv.) --> No me gustan los caballos. https://www.mijnwoordenboek.nl/
Lezen unidad 3 + luister naar de dialogen (en spreek na): https://portal.coutinho.nl/spaansopstap/studiemateriaal/hoofdstukken/3-donde-esta/luisteren.html