4K Schrijfvaardigheid

4K Schrijfvaardigheid
1 / 38
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4K Schrijfvaardigheid

Slide 1 - Slide

Der
Das
Die
Ein
Eine

Slide 2 - Drag question

Hoe begint een brief?
A
Liebe Carla,
B
Liebe Carla.
C
Liebe Carla
D
Liebe Carla!

Slide 3 - Quiz

Wanneer schrijf je een woord
met een hoofdletter in het Duits?

Slide 4 - Mind map

bist
ist
sind
seid
sind
bin
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie

Slide 5 - Drag question

hast
hat
haben
habt
haben
habe
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie

Slide 6 - Drag question

Schrijf e-mail over corona jaar
- vertel wat je het meest mist
- vertel of je iemand kent met corona
- vertel hoe het op school gaat (voor/nadelen)
- vertel over je vakantieplannen
Schrijf tussen de 75 en 100 woorden

Slide 7 - Slide

Lernziele
Aan de einde van de les: 
- Weet ik hoe ik een brief moet schrijven

Slide 8 - Slide

Hoe eindigt een brief?
A
Tschüs,/Grüße, Naam
B
Tschüs/Grüße Naam
C
Tschüs./Grüße. Naam
D
Tschüs/Grüße

Slide 9 - Quiz

die Großbuchstaben
In het Duits gebruik je vaker hoofdletters dan wij in het Nederlands gewend zijn. 

Wanneer gebruik je in het Duits hoofdletters?

Slide 10 - Slide

Man benutzt Großbuchstaben bei:
A
weekdagen/zelfstandig naamwoord/maanden
B
begin van de zin/feestdagen/adres
C
landen en steden/beleefdheid>Sie
D
Zowel A/B/C

Slide 11 - Quiz

die Großbuchstaben
Wanneer gebruik je in het Duits hoofdletters?
  • Zelfstandige naamwoorden
  • Maanden en dagen
  • Windstreken
  • Vrouw en man
  • Vormen van persoonlijk voornaamwoord "Sie"
  • Verenigingen
  • Duits brief aanhef
  • Feestdagen
  • Landen en steden
  • Eerste letter van een zin

Slide 12 - Slide

Brief schrijven

Slide 13 - Slide

Formellen Brief

Slide 14 - Mind map

Slide 15 - Video

Adres
Je begint rechts bovenaan met het vermelden van jouw eigen adres . Hierbij geef je jouw naam, op de volgende regel de straatnaam en het huisnummer, op de regel erna de postcode en de plaats en daaronder het land.
Daarna volgt aan de linkerkant, onder het eigen adres, het adres van de geadresseerde . Dit kan een persoon of een bedrijf zijn en ook hierbij wordt het volledige adres opgeschreven.

Slide 16 - Slide

Onderwerp
Na het adres, komt het onderwerp van de brief. Je schrijft betreft in het Duits op deze manier:
“Betreff: …..”

Slide 17 - Slide

Aanhef
De aanhef, waarbij je je richt aan de geadresseerde, staat altijd in de eerste naamval en kan op verschillende manieren worden weergegeven. Bijvoorbeeld:
voor mannen: “Sehr geehrter Herr,”
voor vrouwen: “Sehr geehrte Dame,”
“Sehr geehrter Herr Schmidt,”
“Sehr geehrte Frau Schmidt,”

Slide 18 - Slide

Inleiding
“Auf Ihr Schreiben vom 24. Mai, …” (Als reactie op uw brief van 24 mei..)
“Wir wenden uns aus folgendem Grund an Sie” (De reden dat wij ons tot u richten is de volgende)
“Mein Schreiben bezieht sich auf..” (Ik schrijf met betrekking tot..)
“Wie heute telefonisch besprochen” (Zoals vandaag telefonisch besproken)

Let erop dat je formeel schrijft en dus “Sie”en “Ihr” gebruikt (u / uw) in plats van “du” (jij).

Slide 19 - Slide

Inhoud
- Punten er in verwerken
“Wir sehen hofftentlich bald Ihrer Antwort entgegen” (Wij zien graag uw antwoord tegemoet)
“Sollten Sie weitere Fragen haben, stehen wir Ihnen gerne zur Verfügung” (Indien u nog meer vragen heeft, staan wij graag tot uw beschikking)
“Wir bedanken uns im Voraus für Ihtre Hilfe” (Bij voorbaat heel hartelijk dank voor uw medewerking)

Slide 20 - Slide

Afsluiting
Mit freundlichem Gruß

Handtekening

NAAM

Slide 21 - Slide

Je begint je brief met de plaats en datum.
A
goed
B
fout

Slide 22 - Quiz

Hotel Schwarzer Adler
Floriangasse 15
D-59955 Winterberg
A
goed
B
fout

Slide 23 - Quiz

Na de plaatsnaam schrijf je een punt.
A
goed
B
fout

Slide 24 - Quiz

Bij een formele brief gebruik je de aanhef

A
Sehr geehrte Damen und Herren
B
Liebe Damen und Herren
C
Geehrte Damen und Herren
D
Sehr geheerte Damen und Herren

Slide 25 - Quiz

Je begint je brief met een .... (hoofd/kleine letter)

Slide 26 - Open question

Na het slot komt nooit een komma.
A
goed
B
fout

Slide 27 - Quiz

Je sluit je brief af met je voor- en achternaam.
A
goed
B
fout

Slide 28 - Quiz

Bovenaan in de formele brief staat eerst
A
De afzender
B
De geadresserde

Slide 29 - Quiz

Plaats en datum staan onder ....


A
De geadresseerde
B
De afzender

Slide 30 - Quiz


Na de aanhef krijg je een komma
A
fout
B
juist

Slide 31 - Quiz

Als afsluiting bij een formele brief kun je zeggen:

A
Mit freundlichen Grüßen
B
Liebe Grüße

Slide 32 - Quiz

Anlage betekent


A
p.s.
B
bijlage

Slide 33 - Quiz

Schrijven
- Je schrijft een brief aan Monika Rohde van de Berliner Großmarkt. Het adres is in Berlijn aan de Süderstraße 274. De postcode is 10555.


- Gebruik de datum van vandaag en plaats Arnhem.
- Schrijf dat je een bestelling hebt geplaatst voor 2000 bureaus. Deze zouden gisteren binnenkomen, echter heb je de bestelling nog niet ontvangen. Vraag wanneer je deze kunt verwachten.
- Sluit de brief passend af. 

Slide 34 - Slide

Hoe noteer je de plaats en datum?
Gebruik 12 november 2018 als datum.

Slide 35 - Open question

Je schrijft een brief aan Frau Schmid. Hoe luidt de aanhef?

Slide 36 - Open question

Je schrijft een brief aan Herr Koch. Hoe luidt de aanhef?

Slide 37 - Open question

Je weet niet precies aan wie je de brief schrijft. Hoe luidt de aanhef?

Slide 38 - Open question