Diversiteit deel 2

Quiz time! 
Wat weten we nog..
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Quiz time! 
Wat weten we nog..

Slide 1 - Slide

Wat is diversiteit?
A
Iedereen is gelijk
B
Verschil in hoe ik zelf ben
C
Verschillen tussen mensen
D
Eenzijdig

Slide 2 - Quiz


Normen 
Waarden
Respect
Dapperheid 
Eerlijkheid
Niet liegen
Mensen begroeten

Slide 3 - Drag question

Wat is een vooronderstelling?
A
een mening die niet op feiten is gebaseerd
B
een gedachte of idee over iets of iemand, maar (nog) geen oordeel
C
Een handeling met voorbedachte raden
D
Is een verstaand, overdreven beeld van een bepaald persoon

Slide 4 - Quiz

ETHIEK
Opvoeden zonder vooroordelen 
Bron: thema 18 Pedagogisch werk 2

Slide 5 - Slide

Lesdoelen
  1. Je kent het begrip ‘ethiek’ 
  2. Je weet wat een ethisch dilemma is 
  3. Je weet wat er in een beroepscode staat

Slide 6 - Slide

Wat is ethiek?

Slide 7 - Mind map

Ethiek
Ethiek = een tak van filosofie die zich bezig houdt met de vraag naar goed en kwaad. "Wat is juist en wat niet?". 

Voorbeeld:
Kinderen 4 jaar -> naar de basisschool. -> 18 jaar van school af
- Waarom moeten kinderen al op hun vierde jaar naar school en niet op hun tweede of zesde jaar? 
- Waarom moeten kinderen tot hun 18e naar school en niet tot hun 16e? 


Slide 8 - Slide

Maar wat is goed en kwaad?
Ethiek houdt zich bezig met de moraal. Een Moraal gaat over iemands normen en waarden. De normen en waarden bepalen het gedrag van de mensen. 

Niet iedereen heeft dezelfde waarden en normen. 

Slide 9 - Slide

Welke dilemma’s in de beroepspraktijk ben jij tegengekomen?

Slide 10 - Open question

Ethische dilemma's 
Een ethisch dilemma is een ethisch probleem waarbij je niet zo maar weet wat de juiste keuze is. 

Kenmerken van een ethisch dilemma:  
  • Het dilemma heeft te maken met waarden en normen. 
  • Er moet een keuze worden gemaakt.  
  • Niets doen is ook een keuze. 
  • Voor elke keuze zijn goede argumenten te verzinnen.  
  • Er zijn twee of meer keuzes.  
  • Geen van de keuzes zijn ideaal. 

Slide 11 - Slide

Casus 
Een jongetje bij jou op de kinderopvang vertelt dat hij ’s avonds altijd patat eet. Ook heeft hij vaak snoep mee, hoewel dat niet mag. Wat doe je? Ga je er werk van maken? Ga je met de ouder in gesprek? Ga je de hulp van een officiële instantie inroepen? Heb jij het recht om de opvoeder de les te lezen? Wie bepaalt wat gezond is en wat niet?  

Slide 12 - Slide

Ethiek in de beroepspraktijk
Vroeg of laat krijg je te maken met ethische kwesties. Dat geldt natuurlijk ook voor de beroepspraktijk. Ook daar krijg je te maken met ethische dilemma/ kwesties. 

Maar er zijn regels:
Beroepsethiek zijn regels die gebaseerd zijn op normen en waarden die de beroepsgroep ondersteunt.

Formele waarden = zijn vastgelegd in protocollen en regelingen. 
Informele waarden = zijn niet expliciet beschreven. Ze worden wel algemeen aanvaard door mensen die werken in dat beroep. Ze maken dus deel uit van beroepsethiek.

 

Slide 13 - Slide

Voorbeelden
Voorbeelden van informele waarden:
  • Je bent loyaal naar leidinggevenden en collega's van eigen en andere disciplines.
  • Je spreekt je collega's aan op ongewenst gedrag. 
  • Je toont respect en fatsoen op de werkvloer. 

Voorbeelden van formele waarden:
  • Het welzijn van het kind staat centraal bij al het professionele handelen. 
  • Je zorgt dat je vakkennis op peil blijft. 

Slide 14 - Slide

Beroepscode
Veel beroepen hebben een beroepscode en dat geldt ook voor het pedagogisch werkveld en het onderwijs.  
  • Hoe je moet handelen als professioneel werkende
  • hoe je tijdens je werk gedraagt
 
Een beroepscode is geldig voor leden van de beroepsvereniging voor Pedagogen en Onderwijskundigen. Omdat niet iedereen lid is van zo’n vereniging, heeft de code een beperkte juridische betekenis.  
Ook kan een rechter de beroepscode gebruiken wanneer een zaak voor de rechtbank komt. Hij toetst dan wat de gebruikelijke gang van zaken is in dat werkveld. 

Slide 15 - Slide

Afsluiting 
  1. Je kent het begrip ‘ethiek’  
  2. Je weet wat een ethisch dilemma is  
  3. Je weet wat er in een beroepscode staat 

Slide 16 - Slide

Wat neem jij mee uit deze les?

Slide 17 - Mind map