Fabeldier (LNJ)

• Handvaardigheid
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

 Fabeldier

H/A2 HA

Lesdoel

• Het leren van de verschillende beeldhouwtechnieken: zoals het werken met beitels, boren, vijlen en schuurpapier.  
  
• Zelf nieuwe verbindingstechnieken bedenken en toepassen.
  
• Het leren vormgeven vanuit de fantasie met natuurlijk materiaal.
  

Wat is een Fabeldier?

Je kent ze vast wel, plaatjes van zelfverzonnen dieren. Vaak is een fabeldier een combinatie van twee of meer bestaande dieren. Bijvoorbeeld een vogel met de kop van een leeuw of een paard met vleugels. Maar soms gaat de fantasie zover dat je in een fabeldier niet eens meer een tegenwoordig bestaand dier herkend. Denk bijvoorbeeld maar aan afbeeldingen die je gezien hebt van draken en monsters.

Opdracht

Je krijgt een houten balkje. Dit balkje is een onderdeel van je dier, bijvoorbeeld de romp. Daarnaast ga je zelf natuurlijke materialen zoeken in bijvoorbeeld een bos, park of tuin. Hierbij kun je denken aan takken (dik en dun), zaden, schelpen, boomschors enzovoort.
Neem flink veel mee; beter teveel, dan te weinig.

Met alle materialen samen ga je een zelfverzonnen fabeldier maken!!!

Waar moet je fabeldier aan voldoen?

• Het moet zo’n 20 cm hoog of lang zijn.
  
• Het moet netjes afgewerkt zijn. Alleen de natuurlijke materialen mogen zichtbaar zijn.
  
• Het dier moet voelbare texturen hebben. Dit zijn bijvoorbeeld stekels op de rug, rimpels in de huid van het dier en haren. Gebruik hier verschillende houtbewerkingsgereedschappen voor, zoals vijlen, gutsen, beitels en mesjes.
  

Vooropdrachten

1. Zoek 5 afbeeldingen van dieren / fabeldieren. Print ze op A4 en doe in je mapje. (huiswerk!)
2. Schets op A5 het ontwerp van je Fantasiedier. Lijf met dierlijke elementen zoals vleugels, poten, staart, snavel, klauwen, horens, ...
   Bedenk welke materialen je wilt gebruiken en teken die ook in je tekening. Zet er bij om welke materialen het gaat. Teken met een hb en/of 2b potlood. Kleur het geheel in met lichte en donkere grijstinten en maak gebruik van texturen in je tekening. 
3. Trek je Blokje om.  Voorkant, zijkant, bovenkant.
   Teken de romp van je dier in het Vooraanzicht, Zijaanzicht en BovenAanzicht.

Eventueel maten aanpassen

Vooropdracht 1 - 5 afbeeldingen

1. Zoek 5 afbeeldingen van dieren / fabeldieren.
   Zet ze in een Worddoc en lever in Its Learning in. (huiswerk!)
   De afbeeldingen. maak je niet letterlijk na!
   Combineer twee of meer afbeeldingen tot je eigen ontwerp.

Eventueel maten aanpassen

Vooropdracht 1 - 5 afbeeldingen

TOP

Eventueel maten aanpassen

Stap 2 - Ontwerptekening

Romp = 1 dier

Ledematen= 2+ dieren

Vooropdracht  2 - Schets (A5)

Textuur = huid/vacht
HB en B potlood 

Natuurlijk materiaal
(zet erbij) 

Opleiding / Beroep

De volgende dia's geven een voorbeeld van opleidingen en de mogelijkheden met de beeldhouwtechnieken

Vooropdracht 3 -

Beitel en Klopper

Houtverbindingen

Boor een gat in de grote van je voorwerp (tak, stok). Lijm vast.

Werktekening en Collage 

Collage: Reinout, Renzo, Mila (vr) (Its Learning of geprint)

Schets: Nadine, Reinout, Janessa (naam?), Tobias, Mathijs, Renzo, Aroha, Mila (mapje)

Werktekening: Nadine, Reinout, Janessa, Renzo, Aroha (mapje)

Werkstuk: Bijwerken t/m vrijdag 21 oktober (voor de herfstvakantie)

Afbeeldingen, oefentekening

# Claim je kamer

Afbeeldingen: Olivia, Renzo, Merijn, Thomas

Oefentekening: Tobias, Merijn, Aroha, Dion, Lorin

Woensdag inleveren! SO cijfer Periode 1

Planning

Week 35 Startles, Vooropdracht 1 en 2 - 5 Afbeeldingen en schets

Week 36 Vooropdracht 2 en 3 - Schets en Werktekening

Week 37 Instructie zagen - Werktekening op blokje overnemen.

Week 38 Instructie beitelen - Romp uit blokje zagen en beitelen

Week 39 Instructie vijlen - Romp vijlen

Week 40 Instructie onderdelen van (natuurlijk) materiaal verbinden.

HUISWERK: Natuurlijk materiaal verzamelen

Week 41 Natuurlijke materialen verbinden

Week 42 Deadline Fabeldier

Bevestig de natuurlijke materialen

Zet je naam op je werk!

B = bewaren

NB = Niet bewaren

Opruimen

1. Blokje (met naam) in de bak 
2. Gereedschap (schoon) in de bak / kast / kar
3. Veeg de tafel schoon met veger en blik.
   Zaagsel gaat in de prullenbak.
4. Zet de krukken op tafel.
5. Corvee 1: Veeg het zaagsel op de vloer naar de prullenbak. (bezem)
   Corvee 2: Zet de bak met werkstukken in de kast.
   Veeg het zaagsel op en doe in de prullenbak. (veger en Blik)

Planning

Week 35 Startles, Vooropdracht 1 en 2 - 5 Afbeeldingen en schets

Week 36 Vooropdracht 2 en 3 - Schets en Werktekening

Week 37 Instructie zagen - Werktekening op blokje overnemen.

Week 38 Instructie beitelen - Romp uit blokje zagen en beitelen

Week 39 Instructie vijlen - Romp vijlen

Week 40 Instructie onderdelen van (natuurlijk) materiaal verbinden.

HUISWERK: Natuurlijk materiaal verzamelen

Week 41 Natuurlijke materialen verbinden

Week 42 Deadline Fabeldier

Succes!