beweging hoofdstuk 5

welkom allemaal
pak je Ipad er bij en zorg dat je in de lessonup zit
1 / 20
next
Slide 1: Slide
ScienceMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

welkom allemaal
pak je Ipad er bij en zorg dat je in de lessonup zit

Slide 1 - Slide

wat gaan we doen?
stukje herhalen
nieuwe lesstof
aan de slag

Slide 2 - Slide

leerdoelen
je weet welke stappen moet volgen om eenheden om te rekenen.

Slide 3 - Slide

maar eerst
gisteren zijn jullie bezig geweest met een paar opdrachten.
ik wil opdracht 2 en 9 nog even klassikaal behandelen

Slide 4 - Slide

opdracht 2
Op een fietskaart staat dat de schaal 1: 30 000 is.

Wat betekent dit?

bij een schaal zijn de eenheden gelijk dus dit betekent
1 cm is in werkelijkheid 30 000 cm

Slide 5 - Slide

opdracht 5
Tijd kun je uitdrukken in uren, minuten of seconde.
In 1 minuut zitten ...... seconden. In 1 uur zitten ..... 
 minuten.
Dat betekent dat er in 1 uur .... seconden zitten.

Slide 6 - Slide

opdracht 7
Hoe snel je met je fiets tot stilstand komt, hangt af van de toestand van de weg.
Op welke weg duurt het het langst om tot stilstand te komen? Klik op het juiste antwoord.

regen
sneeuw
droog

Slide 7 - Slide

opdracht 9
In het verkeer moet je voortdurend alert blijven op wat er om je heen gebeurt.

9In welke situaties reageer je zelf trager dan normaal?

medicijnen
telefoon
gladde weg
achterbanden versleten

Slide 8 - Slide

eenheden 
tijdens dit hoofdstuk gaan we rekenen met eenheden. om hier goed mee aan de slag te kunnen gaan we eerst even oefenen met eenheden
welke kennen jullie allemaal al?

Slide 9 - Slide

eenheden

Slide 10 - Mind map

rekenen met eenheden
welke eenheid je ook gebruikt je kan deze stappen volgen om er mee te rekenen.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

eenheden omrekenen
Stap 1: zet de eenheid die je hebt naast de andere eenheid die je nodig hebt
Stap 2: Ga na met welk getal je moet vermenigvuldigen (→) of delen (←). 
Stap 3: Voer de juiste vermenigvuldiging of deling uit en noteer het resultaat.

Slide 13 - Slide

voorbeeld
je wil weten hoeveel milliliter 0,125 liter is.
dus je wil van liters omrekenen naar milliliter 

1) Bedenk (of zoek op) dat 1 L gelijk is aan 1000 mL
2) Je gaat van liter naar milliliter, dus je moet vermenigvuldigen met 1000.
3) Uitrekenen: Het volume van het water = 0,125 × 1000 = 125 mL

Slide 14 - Slide

je hebt enorm veel dorst en besluit het blik(je) op de afbeelding te kopen. In dit blik(je) zit 1200 liter cola hoeveel milliliter is dat?
A
12 milliliter
B
120 000 milliliter
C
1 200 000 milliliter
D
1.2 milliliter

Slide 15 - Quiz

uitleg
1) Bedenk (of zoek op) dat 1 L gelijk is aan 1000 mL
2) Je gaat van liter naar milliliter, dus je moet vermenigvuldigen met 1000.
3) Uitrekenen: Het volume van de cola = 1200 x 1000 = 1 200 000 mL

Slide 16 - Slide

nu jullie: je rijd met de fiets "eventjes" naar Amsterdam dit is 150 000 meter.
hoeveel kilometer is dit?
A
150 000 000 kilometer
B
150 kilometer
C
15000 kilometer
D
15 kilometer

Slide 17 - Quiz

uitwerking
1) Bedenk (of zoek op) dat 1 km gelijk is aan 1000 m
2) Je gaat van km naar meter, dus je moet delen door 1000.
3) Uitrekenen: de lengte van de afstand is 150 000: 1000 = 150 km

Slide 18 - Slide

het F1 circuit in Oostenrijk (redbullring)
is 4,318 km hoeveel cm is dit circuit?
A
0.04318 cm
B
0.0004318 cm
C
431, 8 cm
D
4318 00 cm

Slide 19 - Quiz

uitwerking
1) Bedenk (of zoek op) dat 1 km gelijk is aan 1000 m
Bedenk (of zoek op) dat 1 m gelijk is aan 100 cm
van km naar cm is dus 1000x100 = 100 000
 
2) Je gaat van km naar centimeter, dus je moet vermenigvuldigen met 100 000
3) Uitrekenen: de lengte van het circuit is  = 4.318 x 100 000 = 431 800 cm

Slide 20 - Slide