17.5 DNA Genregulatie 6V

17.5 Genregulatie
Maar eerst even wat herinneringen ophalen
1 / 38
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

17.5 Genregulatie
Maar eerst even wat herinneringen ophalen

Slide 1 - Slide

De drieletterige code in tRNA wordt...
genoemd
A
Codon
B
Anticodon
C
Triplet

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Slide

ATC is een stikstofbasevolgorde van de coderende streng in het DNA. Hoe ziet het corresponderende triplet eruit in het tRNA?
A
ATC
B
CTA
C
UAG
D
AUC

Slide 4 - Quiz

Bij splicing wordt
A
uit pre-mRNA de exons verwijderd
B
uit pre-mRNA de introns verwijderd
C
poly-A caps toegevoegd aan pre -mRNA
D
poly-A caps toegevoegd aan mRNA

Slide 5 - Quiz

Genregulatie (17.5)
Genregulatie bij prokaryoten en eukaryoten

Genexpressie



Slide 6 - Slide

genregulatie / genexpressie

genregulatie
het aan- en uitzetten van een gen (activeren  en silencing)

genexpressie
tot uiting komen van een gen: gen -> mRNA -> tRNA -> aminozuurvolgorde = eiwit

Slide 7 - Slide

genregulatie / genexpressie

genregulatie
het aan- en uitzetten van een gen

genexpressie
de informatie van het DNA wordt overgeschreven tot RNA, waarvan de code door translatie kan worden omgezet tot een eiwit

Slide 8 - Slide

doel van genregulatie
* variatie in intensiteit van genexpressie (tot uiting komen)

enzymen nodig voor basisfunctie cel                    altijd expressie
enzymen voor specifieke functie cel             niet altijd expressie

* voorkomen van verspilling grondstoffen en energie

Slide 9 - Slide

Regeling genexpressie 
1. Chromatinestructuur variëren ->bereikbaarheid voor RNA polymerase (epigenetica)
2.  Methylering C bij promotor -> RNA polymerase kan niet hechten (epigenetica)
3. Genregulatie (aan- en uitzetten van genen)
4. Regeling eiwitproductie na transcriptie


Slide 10 - Slide

1. Chromatine structuur variëren
Heterochromatine = dicht -> donker

Euchromatine = los -> licht

Slide 11 - Slide

1. Acetylgroepen -> histon minder positief -> DNA losser -> RNA polymerase kan erbij -> transcriptie

Slide 12 - Slide

2. Methylering C bij promotor -> RNA polymerase kan niet hechten -> gen staat uit

Slide 13 - Slide

2. Methylering C bij promotor -> RNA polymerase kan niet hechten -> gen staat uit

Slide 14 - Slide

1. en 2. stamcellen met verschillend epigenoom
2. DNMT1 methyleert de nieuwe DNA strengen

Slide 15 - Slide

2. Methylering tijdens leven

Slide 16 - Slide

Waarom is het belangrijk om gen-activiteit te reguleren?

Slide 17 - Open question

Kinderen die in de hongerwinter van '44 verwekt zijn, hebben een verhoogde kans op overgewicht, diabetes, hartziekten en schizofrenie. Dit is een voorbeeld van:
A
epigenetica
B
genregulatie
C
genexpressie
D
transcriptie

Slide 18 - Quiz

In de levercellen van veel mensen staan de genen voor het enzym alcohol dehydrogenase elk weekend 'aan'. De genen voor het maken van hemoglobine staan standaard 'uit'. Dit is een voorbeeld van...
A
epigenetica
B
genregulatie
C
genexpressie
D
transcriptie

Slide 19 - Quiz

3. Genregulatie 
Prokaryoten
Eukaryoten

Slide 20 - Slide

3. Genregulatie bij prokaryoten

Slide 21 - Slide

3. Genregulatie eukaryoten

Slide 22 - Slide

Zoek in Binas de tabel over Genregulatie bij Eukaryoten en bestudeer!
A
71J
B
71H
C
Ik heb Binas, stom genoeg, niet meegenomen...
D
71F

Slide 23 - Quiz

7.5 Opdracht 4a (blz. 35)

Slide 24 - Open question

7.5 Opdracht 4b (blz. 35)
A
alleen bij de vertering van lactose
B
alleen bij de vorming van tryptofaan
C
bij beide processen
D
bij geen van de processen

Slide 25 - Quiz

Opdracht 4 Tryptofaan
Lac-operon

Slide 26 - Slide

4. Regeling eiwitproductie na transcriptie

- Splicing variëren -> ander eiwit
- geen poly-A cap aan mRNA -> translatie vertragen
-  mRNA blokkeren -> geen translatie (H.18)

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Telomerase
  • Zaadcelmoedercellen, eicelmoedercellen, stamcellen en kankercellen blijven onbeperkt delen
  • Telomerase maakt telomeer weer lang
  • Gebruikt RNA-deel om DNA te vormen
  • In meeste cellen onderdrukt

Slide 29 - Slide

Filmpje over genexpressie
- zet de snelheid op 1,25 of 1,5 (hij praat nogal langzaam)

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Weer een filmpje: epigenetica
- deze jongen praat heel erg snel
- probeer het toch te blijven volgen, het is bere-interessant!

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Een paar 
vraagjes
....om te kijken of jullie
 nog een beetje 
bij de les zijn!

Slide 34 - Slide

In de afbeelding hiernaast zie je een tRNA-molecuul. Welk aminozuur bind aan dit tRNA?
A
Lysine
B
Glutaminezuur
C
Leucine
D
Fenylalanine

Slide 35 - Quiz

Hieronder staan een aantal combinaties van begrippen. Welke hebben het minste met elkaar te maken?
A
Helicase en DNA-polymerase
B
Helicase en RNA-polymerase
C
DNA-polymerase en primer
D
Helicase en replicatie

Slide 36 - Quiz

Hieronder staan een aantal combinaties van begrippen. Welke hebben het minste met elkaar te maken?
A
RNA-polymerase en transcriptiefactoren
B
RNA-polymerase en mRNA
C
Transcriptie factoren en stopcodon
D
mRNA en splicing

Slide 37 - Quiz

Hieronder staan een aantal combinaties van begrippen. Welke hebben het minste met elkaar te maken?
A
Stopcodon en eindsignaal
B
Intron en exon
C
mRNA en thymine
D
Startcodon en methionine

Slide 38 - Quiz