Duits Woordvolgorde zinsbouw HSX

Woordvolgorde zinsbouw Duits
1 / 10
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Woordvolgorde zinsbouw Duits

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Na deze uitleg heb je een indruk van de basale woordvolgorde in zinnen in het Duits.

Slide 2 - Slide

indirect voorwerp
Het indirect voorwerp, oftewel belanghebbend voorwerp duidt de zelfstandigheid aan in het belang van wie of wat de handeling wordt verricht die door de combinatie van werkwoord en lijdend voorwerp wordt uitgedrukt. Het belanghebbend voorwerp heeft in de meeste gevallen betrekking op personen of levende wezens.

Slide 3 - Slide

In het Duits lijkt de basisstructuur van een zin erg veel op het Nederlands:

Onderwerp + Werkwoord + Lijdend voorwerp
De vrouwelijke ridder doodt een draak.
"Die Ritterin tötet einen Drachen."

Slide 4 - Slide

Net als in het Nederlands komt het indirecte voorwerp in het Duits meestal vóór het lijdend voorwerp.
Als we in het Nederlands zeggen:

De schildknaap gaf de (vrouwelijke) ridder een lans, zegt het Duits:
Onderwerp + Werkwoord + Indirect Voorwerp + Lijdend Voorwerp
Der Knappe gibt der Ritterin eine Lanze.

Slide 5 - Slide

Een zelfstandig naamwoord kan naar het begin van een zin worden gezet om het belang ervan te benadrukken.
Eine Lanze gab der Knappe der Ritterin.
Een lans is wat de schildknaap aan de vrouwelijke ridder gaf.
Lijdend Vw + Werkwoord + Onderwerp + Indirect Voorwerp

Der Ritterin gab der Knappe eine Lanze.
De ridder was degene aan wie de schildknaap de lans gaf.
Indirect Voorwerp + Werkwoord + Ond + Lijdend voorwerp

Slide 6 - Slide

Werkwoorden 1/2
Net zoals in het Nederlands zijn Duitse werkwoorden vaak niet hecht met elkaar verbonden. Zelfs in eenvoudige zinnen kan en moet een Duits werkwoord opgesplitst worden.

Der Drache hat geschlafen.
De draak lag te slapen.

Slide 7 - Slide

werkwoorden 2/2
Dit is een eenvoudige zin. Maar zodra we voorwerpen gaan toevoegen, moet je onthouden dat, terwijl het hulpwerkwoord op de tweede plaats blijft staan, het tweede deel van het werkwoord (of het nu een infinitief of een deelwoord is) naar het eind van de zin verhuist, wat er ook gebeurt:

Der Ritter hat den Drachen geweckt.
De ridder wekte de draak.

Slide 8 - Slide

Het lesdoel was
Na deze uitleg heb je een indruk van de basale woordvolgorde in zinnen in het Duits.

Doel bereikt?

Slide 9 - Slide

EINDE

Slide 10 - Slide