Pincode KB3 H4 Par 2

Pincode KB3 Par. 4.2

Woon je verzekerd?

In deze paragraaf leer je alles over verzekering die te maken hebben met je woonsituatie.

Begrippen:

  • Inboedelverzekering
  • Inboedelwaardemeter
  • Opstalverzekering
  • Onderverzekerd
  • Berekening uitkering schadevergoeding


1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Pincode KB3 Par. 4.2

Woon je verzekerd?

In deze paragraaf leer je alles over verzekering die te maken hebben met je woonsituatie.

Begrippen:

  • Inboedelverzekering
  • Inboedelwaardemeter
  • Opstalverzekering
  • Onderverzekerd
  • Berekening uitkering schadevergoeding


Slide 1 - Slide

Inboedelverzekring

De inboedel zijn alle spullen in je huis.

De inboedelverzekering zorgt ervoor dat je het schadebedrag aan spullen in je huis krijgt uitgekeerd van de verzekeringsmaatschappij. De schade moet wel een gevolg zijn van inbraak, brand of wateroverlast.

De inboedel is verzekerd tegen nieuwwaarde.

De hoogte van je premie is afhankelijk van:

  •  de waarde van je inboedel,
  • de regio waarin je woont
  •  en de hoogte van je eigen risico.

Slide 2 - Slide

Opstal verzekering

Je koophuis verzeker je met een opstalverzekering.
Deze wordt ook wel woonhuisverzekering genoemd.
Deze verzekering dekt schade door brand, storm of overstroming.

De verzekering keert de herbouwwaarde uit.

De herbouwaarde is het bedrag om het huis terug te brengen in de staat zoals het was voor de schade. 




Slide 3 - Slide

Onderverzekerd? 

als de verzekerde waarde lager is dan de werkelijke waarde



Bijvoorbeeld = verzekerde waarde inboedelverzekering €80.000 en de werkelijke waarde van de spullen in huis is €100.000
Oververzekerd?

als de verzekerde waarde hoger is dan de werkelijke waarde



Bijvoorbeeld = verzekerde waarde inboedelverzekering €100.000 en de werkelijke waarde van de spullen in huis is €80.000

Slide 4 - Slide

Berekening schade uitkering

Khadija heeft een koophuis en heeft haar inboedel vezekerd tegen een waarde van € 80.000,00. Haar eigen risico bedraagt € 150,00

De werkelijke waarde van haar inboedel bedraagt € 100.000,00

Een dure tv valt van de muur. De waarde is € 2.500,00.

Hoeveel krijgt Khadija uitgekeerd?

(verzekerde waarde: werkelijke waarde) x schadebedrag =

(80.000 : 100.000) x 2.500 = € 2.000 --> schadebedrag.

Schade-uitkering= schadebedrag -eigen risico= € 2.000 - € 150 = € 1.850


 

Slide 5 - Slide

Vraag 14

De emotionele waarde en het angstgevoel wordt niet vergoed.


Slide 6 - Slide

Vraag 15

De inboedelverzekering dekt de schade aan de spullen in je huis als gevolg van inbraak, brand of wateroverlast.

Slide 7 - Slide

Vraag 16

A) Bekijk eerst de regio, daarna de dekking.

Zij wonen in regio A en willen een uitgebreide dekking.

De premie is € 1,80 per € 1.000 verzekerd bedrag.

Berekeing premie: (€ 45.000 : € 1.000)x € 1,80 = € 81,00

B)

Reden 1: de premie is hoger en komt door de hogere kans op schade (dus hogere kans op inbraak)

Reden 2: In de regio waar Amsterdam toe behoort is er een verplicht eigen risico.

Slide 8 - Slide

Vraag 17

De rookmelders zorgen ervoor dat de brand eerder ontdekt wordt en de schade zal daardoor lager zijn. De premie wordt lager als er een lager schadebedrag is.

Slide 9 - Slide

Vraag 18

A) Met behulp van de veiligheidsmeters kunnen mensen zelf zien hoe veilig hun huis is. Mensen zijn door deze veiligheidsmeter beter in staat om te beslissen of ze hun huis moeten verzekeren.


B) Eigen mening

Slide 10 - Slide

Vraag 19

B

Met een inboedelwaardemeter kun je berekenen hoeveel de inboedel waard is en dat is ook het maximale schadebedrag.

De schade uitkering zal nooit hoger zijn dan het schadebedrag. 

Slide 11 - Slide

Vraag 20

Bij mensen met een hoog netto-inkomen zullen ook duurdere en meer spullen in huis staan.

Slide 12 - Slide

Vraag 21

Woningbranden= aantal schades x gemiddeld schadebedrag =

                                      4.025 x € 24.000 = € 96.600.000

Woninginbraken= aantal schades x gemiddeld schadebedrag=

                                      88.500 x € 3.250 = € 287.625.000

Totale schade bedrag = € 96.600.000 + € 287.625.000 = € 384.225.000

Slide 13 - Slide

Vraag 22

Koophuis= inboedelverzekering en opstalverzekering

Huurhuis= inboedelverzekering


Slide 14 - Slide

Vraag 23

A)

Ga van links naar eechts: selecteer eerst de juiste verzekraar en dan e juiste dekking.

premie is € 0,83 per € 1.000 van de herbouwwaarde

(175.000 : 1.000) x € 0,83= € 145,25

B) De goedkoopste verzekering is Reaal: € 0,49 per € 1.000 verzekerd bedrag.

Formule: (Avero- Reaal) :Reaal = ( 0,83 - 0,49) : 0,49 x 100%= 69,4% duurder.


Slide 15 - Slide

Vraag 24

De herbouwaarde is lager omdat locatie en de grootte van de tuin wel meetellen bij de verkoopwaarde. 


Slide 16 - Slide

Vraag 25

In het voorbeeld is het schadebedrag € 9.000

Het uitkeringsbedrag is € 8.000

Dus de verzekerde moet nog € 1.000 zelf betalen.

Werkelijke waarde - uitkering= € 1000

Slide 17 - Slide

Vraag 26

A.

Iemand is onderverzekerd als de verzekerde waarde onder de werkelijke waarde ligt. 

Slide 18 - Slide

Vraag 27

Formule= (verzekerde waarde : werkelijke waarde ) x schadebedrag

(140.000 : 160.000) x € 3.000 = € 2.625

 

Slide 19 - Slide

Vraag 28

A) Oververzekerd:Als de verzekerde waarde hoger is dan de werkelijke waarde

B) Nee want je betaald meer premie en je krijgt nooit meer uitbetaald dan de werkelijke waarde.

 

Slide 20 - Slide

Samenvatting

Met een inboedelverzekering zijn spullen in je huis tegen nieuwwaarde verzekerd tegen bijvoorbeeld brand of diefstal. Een verzerkering tegens chade aan de woning zelf is de opstalverzekering. Je woning is dan verzekerd voor het bedrag dat nodig is om het huis weer op te bouwen. Dat bedrag noem je de herbouwwaarde.

Als de verzekerde waarde kleiner is dan de werkelijke waarde, dan ben je onderverzekerd en krijg je bij schade minder uitgekeerd.

Hoeveel je dan krijgt uitgekeerd, bereken je met de formule:

(verzekerde waarde: werkelijke waarde) x schadebedrag.

Slide 21 - Slide