niks

1 / 35
next
Slide 1: Interactive video with 1 slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and 8 videos.

Items in this lesson

1

Slide 1 - Video

Wat weet jij al van Prinsjesdag?

Slide 2 - Mind map

In welke plaats in Nederland vind Prinsjesdag plaats ?
A
Amsterdam
B
Arnhem
C
Den Haag
D
Rotterdam

Slide 3 - Quiz

01:20
Welke feestdag zie je hier?
A
Koningsdag
B
Koninginnedag
C
Koetsdag
D
Prinsjesdag

Slide 4 - Quiz

0

Slide 5 - Video

Op Prinsjesdag begint het politieke jaar. Wie spreekt op Prinsjesdag
de Troonrede uit?
A
De minister van Financiën
B
Premier Mark Rutte
C
Koning Willem-Alexander
D
Prinses Beatrix

Slide 6 - Quiz

Wat zit er niet in het
Prinsjesdag-koffertje?
A
De Troonrede
B
De rijksbegroting
C
De Miljoenennota

Slide 7 - Quiz

Een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven voor het komende jaar.
A
Rijksbegroting
B
Miljoenennota
C
Troonrede
D
Prinsjesdag

Slide 8 - Quiz

Wat is de miljoenennota?
A
Hetzelfde als de rijksbegroting
B
Dat leest de koning voor op prinsjesdag
C
De uitleg van de rijksbegroting
D
De cijfers van de rijksbegroting in grafieken

Slide 9 - Quiz

Prinsjesdag wordt iedere dag gehouden op de 
                         van september. Op deze dag leest 
de                         voor. Ook wordt door de                              de                          en de                                    aangeboden aan de Tweede Kamer. Dit doet hij volgens de traditie in het                            . De                                  is een uitleg en toelichting van de                           .
derde
vierde
dinsdag
donderdag
de koning
Minister van Financiën
troonrede
rijksbegroting
Miljoenennota
Miljoenennota
rijksbegroting
koffertje

Slide 10 - Drag question

Slide 11 - Video

40,6 miljard staat gelijk aan:
A
40,6 miljoen
B
40.600 miljoen
C
40,600 miljoen

Slide 12 - Quiz

Vorig jaar ging er 8,6 miljard naar infrastructuur en milieu. Dit jaar mag de minister 900 miljoen meer uitgeven. Hoeveel mag de minister dit jaar uitgeven aan infrastructuur en milieu? Laat je berekening zien.

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Video

Bij een begrotingstekort verwacht de overheid ...
A
Meer inkomsten dan uitgaven
B
Meer uitgaven dan inkomsten

Slide 15 - Quiz

Bij een begrotingsoverschot verwacht de overheid ...
A
Meer inkomsten dan uitgaven
B
Meer uitgaven dan inkomsten

Slide 16 - Quiz

Wat kan het gevolg zijn voor de burgers als het begrotingstekort van de overheid daalt?
A
Ze moeten meer belasting betalen
B
Ze hoeven minder belasting te betalen

Slide 17 - Quiz

Wat vind jij, moet de overheid bij een begrotingstekort de belastingen omhoog doen en gaan bezuinigen, of geld gaan lenen?

Slide 18 - Open question

Om miljarden om te rekenen naar miljoenen, doe je deze ...
A
: 1.000
B
: 100
C
x 1.000
D
x 100

Slide 19 - Quiz

Er ging vorig jaar 10,6 miljard naar infrastructuur en milieu. Dit is een van de posten die betaalt zijn van de btw-inkomsten van 47,8 miljard. Hoeveel procent van de btw-inkomsten is uitgegeven aan infrastructuur en milieu?

Slide 20 - Open question

Wanneer spreken we van een begrotingstekort?

Slide 21 - Open question

Noem twee opties om het begrotingstekort te verhelpen

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Video


Op welke dag is deze foto gemaakt?
A
Koningsdag
B
Koninginnedag
C
Prinsjesdag
D
Gouden Koetsdag

Slide 24 - Quiz

Wat doet de koning hier op de foto?
A
Hij leest de rijksbegroting voor
B
Hij leest de troonrede voor
C
Hij leest de miljoenennota voor
D
Hij overhandigt het koffertje met daarin de miljoenennota en de rijksbegroting

Slide 25 - Quiz

Wat staat er in de troonrede?
A
Hierin staan de verwachte inkomsten en uitgaven
B
Hierin staat een toelichting op de verwachte begroting
C
Hierin staan de plannen van de regering voor het komende jaar
D
De koning leest voor wat hij gaat doen het komende jaar

Slide 26 - Quiz

De minister van Financiën geeft op Prinsjesdag een koffertje aan de Tweede Kamer. Wat zit er in dit koffertje?
A
De troonrede
B
De troonrede en de rijksbegroting
C
De rijksbegroting
D
De rijksbegroting en de miljoenennota

Slide 27 - Quiz

Wat staat er in de rijksbegroting?
A
De verwachte inkomsten en uitgaven voor het komende jaar.
B
Wie de ministers zijn het komende jaar.
C
Welke keuzes de regering heeft gemaakt
D
De miljoenennota

Slide 28 - Quiz

Wat staat er in de miljoenennota?
A
Een toelichting en uitleg op de rijksbegroting
B
Een toelichting en uitleg op de troonrede

Slide 29 - Quiz

Als de overheid meer inkomsten verwacht dan uitgaven, dan is er sprake van een ...
A
Begrotingstekort
B
Begrotingsoverschot

Slide 30 - Quiz

Om een begrotingstekort voorkomen, dan kan de overheid:
A
Belastingen verhogen, bezuinigen op uitgaven of geld lenen
B
Alleen geld lenen
C
De belastingen verhogen of bezuinigen op uitgaven
D
Niks doen

Slide 31 - Quiz

1

Slide 32 - Video

00:40
Vorig jaar mocht de minister 6,7 miljard uitgeven aan infrastructuur. Dit jaar mag hij 1.600 miljoen meer uitgeven. Hoeveel mag hij dit jaar uitgeven aan infrastructuur?
A
8,7 miljard
B
8.7 miljard
C
8,3 miljard
D
8.3 miljard

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video