H3 Klimaat §1 Klimaten wereldwijd

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

H3 Klimaat

Planning

• korte terugblik: plaatsbepaling
  
• Leerdoelen 3.1
• uitleg klimaten op lage breedte

Terugblik

Plaatsbepaling: waar op aarde ben je?

Dat kun je aangeven m.b.v. coördinaten.

Even een paar vraagjes. Log in.

Op de zuidpool ben je op

1. hoge breedte
2. lage breedte
3. westerlengte
4. 0 graden

De noordpool ligt op

1. hoge breedte
2. lage breedte
3. westerlengte
4. 0 graden

Wat is een denkbeeldige lijn van de Noordpool naar de Zuidpool?

1. Lengtecirkel
2. Evenaar
3. Meridiaan
4. Breedtecirkel

Welk begrip hoort bij:
Greenwich (Londen)?

1. Hoge breedte
2. Breedtecirkel
3. Evenaar
4. Nulmeridiaan

Een ander woord voor breedtecirkel is...

1. Lengtecirkel
2. Meridiaan
3. Parallel

3.1 Klimaten wereldwijd - 1

Leerdoelen

• Je weet welke klimaten op lage breedte voorkomen
• Je weet wat de kenmerken zijn van deze klimaten.
• Je begrijpt welke invloed de breedteligging heeft op klimaten.

Verschil weer en klimaat

Weer: temperatuur, wind en neerslag op een bepaalde plek op een bepaalde tijd.

klimaat: het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar, in een groot gebied

Klimaten op de aarde

Pak je schrift een een pen / potlood

teken een grote cirkel die je hele blad vult.

De volgende les gaan we met deze tekening verder.

3.1 Klimaten wereldwijd - 1

Leerdoelen

• Je weet welke klimaten op lage breedte voorkomen
• Je weet wat de kenmerken zijn van deze klimaten.
• Je begrijpt welke invloed de breedteligging heeft op klimaten.

Planning

• Terugblik vorige les
• Uitleg klimaten op lage breedte 

Wat betekent "hoge breedte"?

1. Dicht bij de evenaar
2. Ver van de evenaar
3. Hoog op een berg

Welk klimaat ligt op de laagste breedte?

1. Savanneklimaat
2. woestijnklimaat
3. tropisch regenwoud klimaat
4. steppeklimaat

Welk klimaat ligt het verst van de evenaar?

1. Savanneklimaat
2. woestijnklimaat
3. tropisch regenwoud klimaat
4. steppeklimaat

Welk klimaat is het droogst?

1. Savanneklimaat
2. woestijnklimaat
3. tropisch regenwoud klimaat
4. steppeklimaat

Welk klimaat is het natst?

1. Savanneklimaat
2. woestijnklimaat
3. tropisch regenwoud klimaat
4. steppeklimaat

Welk klimaat heeft deze kenmerken: altijd >18 graden C met een droge periode?

1. savanneklimaat
2. woestijnklimaat
3. tropisch regenwoud klimaat
4. steppeklimaat

Bij welk ander klimaat is het altijd >18 graden C?

1. savanneklimaat
2. woestijnklimaat
3. tropisch regenwoud klimaat
4. steppeklimaat

In welk klimaat valt er 250 - 500 mm neerslag per jaar en groeien er grassen en lage struikjes?

1. savanneklimaat
2. woestijnklimaat
3. tropisch regenwoud klimaat
4. steppeklimaat

3.1 Klimaten wereldwijd - 2

Leerdoelen

• Je weet welke klimaten op hoge breedte voorkomen
• Je weet wat de kenmerken zijn van deze klimaten.
• Je kunt uitleggen waarom de begroeiing verschillend is tussen de verschillende klimaten.

Toelichting klimaten op hoge breedte

Pak je aantekening van vorige les erbij (de wereldbol met de klimaten op lage breedte).

<    : betekent kleiner dan.

>    : betekent groter dan.

3.1 Klimaten wereldwijd - 3

Leerdoelen:

• je weet hoe een klimaatgrafiek is opgebouwd
• je kunt een klimaatgrafiek aflezen
• je kunt van een klimaatgrafiek zeggen welk klimaat het is.

Klimaatgrafiek Jakutsk

Beschrijf het klimaat

• Schrijf het neerslagverloop op
• schrijf het temperatuurverloop op
• Is er een droge periode? 

Voorbeeld

Neerslagverloop: Er valt elke maand neerslag, in de winter minder.

ca. 90 mm, dus > 1000 mm/jr

Temperatuur: de koudste maand is gemiddeld 10 gr C, de warmste maand gemiddeld 24 gr C. 

Het is niet heel koud in de winter en niet heet in de zomer.

Dit is een .......... klimaat

Voorbeeld 2e grafiek

Neerslagverloop: Er valt elke mnd 

een beetje neerslag, ca. 20 mm, dus ca. 240 mm/jr. Dit is heel weinig.

Temperatuur: de koudste maand is gemiddeld 1 gr C, de warmste maand gemiddeld 16 gr C. 

Omdat er niet veel neerslag valt, maar wel elke maand, is het 

een .......... klimaat

3.1 Klimaten wereldwijd - 3

Leerdoelen:

• je weet hoe een klimaatgrafiek is opgebouwd
• je kunt een klimaatgrafiek aflezen
• je kunt van een klimaatgrafiek zeggen welk klimaat het is.