This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Welkom B2A!!!
Staat je telefoon op stil in de telefoontas?
Slide 1 - Slide
Samen lezen
Uitleg 4.3
Aan de slag!
Blooket
Slide 2 - Slide
We starten met lezen...
timer
10:00
Slide 3 - Slide
Wat gaan we doen?
We hebben het vandaag over beeld en opmaak
We hebben het vandaag over tekstsoorten
We hebben het vandaag over leespubliek
Daarna gaan we maken: 1 t/m 11
Slide 4 - Slide
Vraagje: hoe kan een schrijver zijn tekst laten opvallen?
Slide 5 - Mind map
Beeld en opmaak (lay-out)
Opmaak is de manier waarop iets is vormgegeven
Je kunt dit laten opvallen door:
de verdeling van de tekst over de bladzijde/beeldscherm
soort letter (en de grootte)
kleurgebruik
plaatjes bij de tekst
Slide 6 - Slide
Wat valt je hierop aan de opmaak?
Slide 7 - Slide
Tekstdoelen (herhaling)
Informatieve tekst: informeert je ergens over
Overtuigende tekst: wilt je ergens van overtuigen
Activerende tekst: wilt dat je iets gaat doen
Amuserende tekst: is ter vermaak/ voor je plezier
Slide 8 - Slide
Voor welk leespubliek is het tijdschrift Libelle geschreven?
A
kinderen en jongeren
B
vrouwen
C
pubermeiden
Slide 9 - Quiz
Leespubliek
Een schrijver schrijft voor een bepaald publiek. Die groep lezers noem je "leespubliek". Wanneer je wilt weten voor wie het is geschreven kijk dan naar:
de afbeeldingen
de bron
taalgebruik
het onderwerp
Slide 10 - Slide
Voor welk leespubliek is het tijdschrift Girlz! geschreven?