This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Doel
Aan het einde van deze les:
Weet jij wat een verhouding is.
Kun jij een verhouding in een tabel zetten.
Slide 1 - Slide
Startopdracht
Jelle is jarig. Hij trakteert de klas op koekjes.
Jelle gaat naar de supermarkt. Hij ziet dat er 5 muffins in een pak zitten. Hij kijkt naar de prijs. 1 pak muffins kost 3 euro.
Er zitten 30 kinderen in de klas.
Reken uit hoeveel Jelle moet betalen.
Slide 2 - Slide
Reken uit hoeveel Jelle moet betalen
Slide 3 - Open question
Hoe zit het nou?
Jelle is jarig. Hij trakteert de klas op muffins. Er zitten 30 kinderen in de klas. Reken uit hoeveel Jelle moet betalen.
30 kinderen : 5 muffins = 6 Hij heeft 6 pakken nodig.
Ieder pak kost 3 euro 3 euro x 6 pakken = 18 euro
Slide 4 - Slide
Verhoudingen
Verhoudingen kom je iedere dag tegen.
Vaak als je kookt bijvoorbeeld.
Een recept voor een cake staat vol met verhoudingen.
Ook in de bouw kom je verhoudingen vaak tegen. Denk maar aan het maken van cement. Je moet dan de goede verhouding hebben tussen water, zand en mortel.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
In een tabel
Dit kan ook in een verhoudingstabel geplaatst worden.
Aantal muffins
5
30
Euro
3
18
x 6
x 6
Slide 8 - Slide
BELANGRIJK
Als je rekent met verhoudingen, gebruik je altijd:
Vermenigvuldigen of
delen door
Nooit plus of min
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
In 1 doos zitten 12 eieren. Hoeveel eieren zitten er in 3 dozen?
Slide 11 - Open question
In 1 uur rijdt je 100 kilometer. Hoeveel kilometer rijdt je in 3 uur?
Slide 12 - Open question
3 broden kosten 6 euro. Hoeveel kost 1 brood?
Slide 13 - Open question
In 1 doos zitten 12 eieren Hoeveel eieren zitten er in 3 dozen?
In 1 uur rijd je 100 kilometer Hoeveel kilometer rij je per uur?
Drie broden kosten €6 Hoeveel kost 1 brood?
doos
1
3
eieren
12
36
uur
1
3
km
100
300
brood
3
1
euro
6
2
x3
x3
:3
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Op de volgende dia's staan sommen met een verhoudingstabel. Op je computer kun je natuurlijk geen tabel tekenen. Daarom staat in de dia alvast een tabel. De vakken van dit tabel zijn genummerd. Je geeft op de volgende manier antwoord: