6.2.2 Het feodalisme en 6.2.3 Christendom, kloosters en cultuur

Licht op de middeleeuwen



6.2.2 Het feodalisme en
6.2.3 Christendom, kloosters en cultuur


1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Licht op de middeleeuwen



6.2.2 Het feodalisme en
6.2.3 Christendom, kloosters en cultuur


Slide 1 - Slide

Leerdoel
- Je kunt het feodale stelsel beschrijven.

- Je kunt bewijzen dat Karel de Grote aandacht had voor het christendom, onderwijs en kunst.

Slide 2 - Slide

Wat weet je eigenlijk
van lenen?

Slide 3 - Mind map

Frankische rijk

Slide 4 - Slide

Adel:
De adel moest de geestelijke en de boeren beschermen;
Je kon alleen adel zijn als:
  • Je vader van adel was;
  • Als de koning je adel maakte.


Slide 5 - Slide

Adel

Slide 6 - Slide

Het leenstelsel
  • Karel de Grote kon zijn land niet alleen besturen (waarom niet?)
  • Daarom kreeg hij hulp van vazallen (leenmannen): mannen die met hem meevochten.
  • Zijn trouwste vazallen kregen als beloning ieder een gebied in leen. 
  • Zij mochten dit namens hem de leenheer besturen: zij werden zijn leenmannen.
  • Het leenstelsel heet ook wel: feodalisme

Slide 7 - Slide

Het leenstelsel

Slide 8 - Slide

Rechten en plichten
Rechten: De adel/leenmannen kregen een gebied om namens Karel de Grote te besturen.

Plichten
:
-Eed van trouw afleggen
-Ridders en soldaten sturen 
-Belastingen innen voor de koning/keizer

Slide 9 - Slide

Is dit van mij?
-De leenmannen lenen dit stuk grond. Dit moeten ze na hun dood terug geven aan de leenheer.
-Dit is in praktijk niet altijd mogelijk. Dan ging het leenmanschap naar de oudste zoon van de leenman.

Slide 10 - Slide

Is dit van mij?
-Het was niet altijd mogelijk om het land terug te geven.

Dan ging het leenmanschap naar de oudste zoon van de leenman.

Slide 11 - Slide

Waarom dit leenstelsel??
Wat voor voordeel had dit voor de koning?
Welke voordelen had dit voor de adel?

Slide 12 - Slide

Geestelijken...
  • leven in het klooster 
  • Mannen heten monniken
  • Vrouwen heten nonnen
  • Geestelijken vulden de dag met bidden, werken en lezen

Slide 13 - Slide

  • Geestelijken waren vaak de enigen die konden lezen en schrijven
  • Zij schreven de Bijbel over 
  • Dit duurde heel lang: dit noem je 'monnikenwerk'.

Slide 14 - Slide

Leven in een klooster

Zou jij kunnen leven in een klooster?
2.30: opstaan
2.30 - 3.00: studie en meditatie
3.00 - 5.00: kerkdienst /bidden
5:00 - 6:00: studie en meditatie
6:00 - 7:30: kerkdienst /bidden
7:30 - 8:00: werken
8:00 - 9:30: kerkdienst /bidden
9.30 - 12.00: werken
12.00 - 13.30: kerkdienst /bidden
13.30 - 14.00: avondeten
14:00 - 16:15: werken
16:15 - 17:30: kerkdienst /bidden
17:30 - 18:00: studie en meditatie
18:00 - 18:30: kerkdienst /bidden
19:00: slapen

  • In een klooster werd veel gebeden, maar ze werkten ook hard, bijvoorbeeld op het land.
  • Daarnaast verzorgden zij de zieken en hielpen mensen bij hun geloof in God.




Slide 15 - Slide

Hiërarchie Katholieke kerk

Slide 16 - Slide

Verspreiding christendom
  • Na de val van het West-Romeinse rijk kreeg het christendom het moeilijk. De meeste Germanen geloofden in meerdere goden.

  • Om het christendom te verspreiden trokken monniken rond om mensen te bekeren tot het christendom. Deze monniken werden ook wel missionarissen genoemd.

Slide 17 - Slide

Bekende missionarissen

Slide 18 - Slide

Willibrord was een Engelse missionaris die probeerden de Friezen tot het Christendom te bekeren. De Friezen zaten daar niet op te wachten.
Bonifatius was ook een Engelse missionaris die probeerde de Friezen te bekeren. Dit lukte niet: in 754 werd hij door Friezen in Dokkum vermoord.

Slide 19 - Slide

Karolingische Renaissance 
Opleving van de kunst en wetenschap

Veel interesse in onderwijs 

Slide 20 - Slide

Begrippen uit deze les
  • Leenstelsel
  • Feodalisme
  • Leenheer
  • Vazal
  • Leenman
  • Achterleenman
  • Missionaris
  • Klooster
  • Karolingische Renaissance

Slide 21 - Slide

Huiswerk
Maken 6.2.2 Het feodalisme en 6.2.3 Christendom, kloosters en cultuur
Opdrachten 4 t/m 8

Slide 22 - Slide